Dans in filmjaar 2019

Als dit alles is, laten we dan maar blijven dansen

Er werd wat afgedanst in films in 2019. Opvallend vaak werden dansmomenten gebruikt om verhoudingen te schetsen, de thematiek van een film te onder-strepen of de ontwikkeling van een personage weer te geven.

Met The Beast in the Jungle verfilmde Clara van Gool de gelijknamige novelle van Henry James als een duet met in de hoofdrollen twee professionele dansers. Een film die zijn verhaal vrijwel volledig in dans vertelt. Twee geliefden wachten en smachten door de eeuwen heen in choreografieën vol cirkelende bewegingen en korte momenten van synchroniciteit, de tijdssprongen vertalend in de dansvorm, die gaat van ballroom via de twist naar moderne dans.

The Beast in the Jungle is slechts een van de vele films waarin dans een rol speelde in het afgelopen bioscoopjaar, al was dat vaker in enkele scènes. Dans werd een middel om visueel uitdrukking te geven aan bijvoorbeeld verhoudingen tussen personages. Zo opent Olivia Wilde’s Booksmart met een scène waarin Amy haar beste vriendin Molly ophaalt om samen naar school te rijden. Voordat ze in de auto stappen, doen ze een dansje dat door de twee actrices, Kaitlyn Dever en Beanie Feldstein, werd geïmproviseerd en hun persoonlijkheden en vriendschap tekent. Het is een onhandig dansje met robotbewegingen, dat tegelijk iets totaal ongedwongens heeft. Het benadrukt hun nerdiness, maar ook dat ze bij elkaar volledig zichzelf en op hun gemak zijn.

Stereo
Ook in Brian Welsh’ Beats worden de hoofdpersonages geïntroduceerd via een dansscène. Johnno en Spanner zijn boezemvrienden in het Schotland van 1994. In de openingsscène dansen ze in hun slaapkamers. Johnno heeft de hoorn van zijn telefoon bij zijn stereo liggen waar techno uit schalt, Spanner houdt de zijne tegen zijn oor gedrukt. De kamers waarin ze dansen en het feit dat Johnno een stereo heeft, maken duidelijk dat de twee tot verschillende klassen behoren en hun vriendschap daarmee niet vanzelfsprekend is. Maar vooral toont de dansscène dat hun liefde voor de breakbeat die verschillen overbrugt.

Het zijn scènes waarin dans een verbintenis benadrukt, zoals Harmony Korine in The Beach Bum ook doet met een scène op Peggy Lee’s Is That All There Is?. De eeuwige stoner en briljante poëet Moondog is getrouwd met de steenrijke Minnie. Een op papier onbegrijpelijk huwelijk, maar zie ze schuifelen in een verlaten haven en hun samenzijn voelt compleet natuurlijk en liefdevol aan. De tekst van Peggy Lee benadrukt dat deze twee in hun wereldje verder niets of niemand nodig hebben. ‘Als dat alles is wat er is, laten we dan maar blijven dansen.’

Bewegingsvrijheid
Compleet andere verhoudingen worden getekend in de balscène in Yorgos Lanthimos’ The Favourite, waarin een dienstmeid en een hertogin strijden om de gunsten van de fysiek en mentaal labiele Queen Anne. De scène zit op een punt in de film dat Queen Anne zich enigszins heeft losgemaakt van de invloed van de hertogin. Wanneer Anne de balzaal wordt binnengereden in haar rolstoel, discussiërend over politiek, schampert de hertogin dat een bal niet bedoeld is voor politiek, maar om te dansen, waarna ze de daad bij het woord voegt in een steeds fysieker en absurder wordende dans. Een lange close-up van Queen Anne laat zien hoe haar aanvankelijk genoegen verdwijnt wanneer ze beseft hoe de hertogin via die dans de spot met haar drijft en inwrijft dat zij bewegingsvrijheid heeft en Anne niet. Daarmee gaat de scène verder dan het schetsen van verhoudingen en raakt ze aan de thematiek van de film. Het contrast tussen de dansende hertogin en de bewegingsloze Queen Anne als een expressieve metafoor voor de machtsstrijd.

And Then We Danced

Het tot uitdrukking brengen van thematiek in dans is een constante in And Then We Danced van Levan Akin. Professioneel danser Merab worstelt met de maatschappelijk heersende notie van mannelijkheid en dat vertaalt zich in zijn onvermogen een traditionele Georgische choreografie, waarin die mannelijkheid tot uiting komt in kaarsrechte houdingen en hoekige bewegingen, foutloos uit te voeren. “Het mag niet sensueel zijn”, blaft de docent Merab toe. Gedurende de film raakt Merab in het reine met zijn fluïde genderidentiteit en seksualiteit. Dat leidt uiteindelijk tot de eindscène, waarin Merab traditionele en moderne bewegingen, strakke en vloeiende lijnen combineert in een eigen choreografie.

Net als Beats gaat Akins film over personages die vastzitten in een bestaan waaruit het moeilijk ontsnappen is. In beide films vormt dans een uitlaatklep. Dans heeft in films vaak te maken met een gevoel van bevrijding. Zie ook de eindscène van Sebastián Lelio’s Gloria Bell, een scène die vooral betekenis krijgt in relatie tot een dansscène aan het begin van de film. Daarin zoekt Gloria, een gescheiden vrouw van middelbare leeftijd, eerst een man om mee te dansen. In de eindscène danst ze alleen en voor zichzelf. Net als in And Then We Danced geeft de scène uitdrukking aan de ontwikkeling die het personage doormaakt. Ze viert dat ze ook alleen kan dansen.

Spel met controle
Dat besef is ook een factor in de dansmarathon in Ari Asters folkhorror Midsommar, waarmee een Zweedse cult haar nieuwe meikoningin kiest. Wie het langst overeind blijft, wordt gekroond. De Amerikaanse Dani is daar met haar vriend Christian, die zich emotioneel al heeft teruggetrokken uit hun relatie. Maar voor Dani moet dat loslaten nog gebeuren. De dansscène is als een samengebalde blauwdruk van dat proces en alle emoties die daarbij horen; blijdschap, verdriet, gelatenheid en uitgelatenheid tuimelen over elkaar heen. Maar het loslaten van een ander gaat niet zonder offer en of het ook een bevrijding is, is discutabel. In haar overgave aan de uitputtingsslag laat Dani de controle varen en wordt ze opgeslokt door de cult.

Dat spel met controle is inherent aan dans. Goed dansen vergt controle over het lichaam, maar dansen als uitlaatklep gaat juist over het loslaten ervan. Op dat spanningsveld speelt Gaspar Noé’s Climax zich af, waarin een groep professionele dansers een feestje houdt na een repetitie, dat uit de hand loopt doordat er lsd in de sangria zit. De danssequenties in het eerste deel van de film zijn fantastisch uitgevoerde choreografieën. Maar wanneer de lsd gaat werken, verliezen de dansers controle over zichzelf, lichamelijk en mentaal, wat zich uit in korte erupties van beweging die het midden houden tussen een extatische dans en wanhopig exorcisme.

Joker

Geen controle hebben is iets waar het hoofdpersonage in Todd Philips’ Joker constant mee worstelt. Arthur Fleck lijdt aan allerlei psychische aandoeningen en in de film wordt dans meerdere keren gebruikt om Arthurs gevecht om controle over zijn lichaam en geest te verbeelden. Essentieel daarin is de dansscène op de trappen in Brooklyn. Zowel de cameravoering als Arthurs manier van bewegen zijn in die scène meer gecontroleerd dan in de rest van de film en dat is cruciaal. Tot dan toe sjokt hij achter de feiten aan, maar hier heeft Arthur zijn lot in eigen hand genomen. Het is het moment dat hij zijn Joker-persona volledig omarmt en de dansscène reflecteert de controle die hem dat geeft.

Arthur Fleck dansend op die trappen is misschien wel hét filmbeeld uit 2019, zoals veel van deze dansscènes de momenten zijn die beklijven. Het getuigt van de effectiviteit van dans om memorabele beelden te creëren, maar vooral ook de binnenwereld van personages te vangen. Dans vervangt nog net niet de functie van de enigszins uit de gratie geraakte voice-over die gedachtes verwoordt, maar past wel binnen de eeuwige zoektocht van makers om die binnenwereld te benaderen, uitdrukking te geven aan het ongezegde. Dans doet dat in een taal die visueel en universeel is en daarmee een grote zeggingskracht heeft. En als dat zo is, laten we dan vooral blijven dansen.