The Beach Bum
Harmony Korine's vakantiejoint
In deze aanstekelijk zinloze trip door Florida toont Harmony Korine de wansmaak weer op zijn smakelijkst. Matthew McConaughey verbeeldt zijn land na de dood van The American Dream.
Na zijn millennialmeesterwerk Spring Breakers (2012) heeft Harmony Korine zichzelf blijkbaar een extra lange vakantie in het zonovergoten Key West, Florida gegund. The Beach Bum is zijn officiële aftermovie. Daarin zien we Matthew McConaughey rond de stranden van het feesteiland scharrelen als zwerfpoëet Moondog. Een traditionele film kun je dit amper meer noemen: het ontbreken van een plot wordt gemaskeerd met ontzagwekkende drugsconsumptie. Vergeet de road movie, The Beach Bum is een onafgebroken trip met ruwe randjes, waarin je in de ene na de andere dimensie wordt gestort.
Over dimensies gesproken: “Ik was vergeten hoe rijk we zijn”, stamelt Moondog als hij na een flinke bender weer bij zijn steenrijke vrouw Minnie (Isla Fisher) in Miami belandt. Zijn nachtelijke avonturen zijn zo extreem doorgeslagen, dat het meerdere malen lijkt alsof hij de ochtend niet gaat halen. Toch komt hij altijd op zijn pootjes terecht, vooral dankzij de onuitputtelijke geldbron van zijn echtgenote. Maar ook wanneer Minnie overlijdt en Moondog zijn deel van de monumentale erfenis pas mag opeisen nadat hij een goede dichtbundel publiceert, gaat het hem prima af – oké, er zit dus toch een plotje in The Beach Bum, maar zo voelt het niet. Niets in deze film doet er namelijk echt toe, en dat is precies de filosofie van The Beach Bum.
De way of life van Moondog is het onderste uit de kan willen halen: drinken, zuipen, blowen en neuken zolang je er nog toe in staat bent. Stel je dus voor: McConaughey die supersonische wiet rookt met Snoop Dogg, coke snuift met Martin Lawrence en bejaarden berooft met Zac Efron. Die banaliteit krijgt een zekere poëtisch lading door de zoals altijd oogstrelende, met neon versierde shots van Benoît Debie (cameraman van dat andere enfant terrible, Gaspar Noé). Zoals in de eerdere films van Korine is de wansmaak weer op zijn smakelijkst verbeeld.
Maar waar films als Gummo (1997), Trash Humpers (2009) en Spring Breakers nog een soort punt hadden, of een makkelijker te formuleren kritiek op de wereld bevatten, ontbreekt hier ook maar enige vorm van urgentie. Spring Breakers liet de corruptie van de Amerikaanse droom zien. Dit is het verhaal na de dood van die droom. The Beach Bum laat zich het best samenvatten door een shot aan het eind van de film: strandgangers die ontelbare brandende bankbiljetten uit de lucht proberen te vangen. Het is een geweldig plaatje, maar wat heb je er nou echt aan? Maar om in de geest van Moondog te blijven: waarom zou je de kans willen missen om deze aanstekelijk zinloze trip in de bioscoop te kunnen zien?