Evenementen – 26 augustus 2015

Lola rennt
Nihilistische jaren negentig
Hoe nihilistisch waren de jaren negentig? Volgens Lab111 in Amsterdam vierde het nihilisme feest in die tijd. Het was de tijd van het grote niets. Morele waarheden, ach, ouderwets geleuter, geweld was iets om over te lachen en verder draaide het leven om feesten. 9/11 was nog ver weg. Aanleiding genoeg om onder de titel Nihilistic Nineties in de zomer wekelijks met een film terug te blikken op een periode die nu onvoorstelbaar zorgeloos oogt. De geschiedenis was volgens Fukuyama ten einde, het zou nooit meer crisis worden, de politiek maakte zich druk over de vraag of de lonen jaarlijks met twee of drie procent moesten stijgen, en Van Kooten en De Bie’s slogan ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ zou spoedig werkelijkheid worden. Die zorgeloze tijdgeest was terug te vinden in films als Pulp Fiction, dat de stroming van Nouvelle Violence — grof geweld met een knipoog — in gang zette. De film opent Nihilistic Nineties, op 3 juli gevolgd door Dogma, Kevin Smiths maffe film over twee engelen op aarde, die in religieuze kringen niet goed viel. Met Lola rennt (10 juli), waarvan de titel de inhoud uitstekend weergeeft, zette Tom Tykwer de Duitse cinema internationaal op de kaart. David Finchers Se7en (17 juli), over de gruwelijke moordpuzzel van een seriemoordenaar, rekte Tarantino’s geweldsgrens nog wat op maar Guy Ritchie’s Lock, Stock and Two Smoking Barrels (24 juli) bracht het geweld weer terug tot een vrolijk gratuit spelletje. Terry Gilliam liet daarna met Fear and Loathing in Las Vegas (31 juli) zien dat nihilisme en hedonisme doodlopende wegen zijn. Bryan Singers The Usual Suspects (7 aug.) maakte film noir weer hip. En het Waalse C’est arrivé près de chez vous (14 aug.) nam de hypocrisie van media op de hak die zich verlekkeren aan het geweld. Wie het programma overziet, kan concluderen dat het nihilisme nooit meer wordt wat het geweest is.
Wereldcinema in Amsterdam
Qua film niets te doen in de zomer? Zo was het vroeger, maar die tijd is voorbij. Zeker voor liefhebbers van wereldcinema, want Rialto presenteert van 14 t/m 23 augustus de zesde editie van World Cinema Amsterdam. Tien dagen lang films uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Het hart van het festival is de competitie, waarin gestreden wordt om twee prijzen: de jury- en de publieksprijs. Het festival opent met Ixcanul, het speelfilmdebuut van de Guatemalteekse regisseur Jayro Bustamante. De film gaat over een Maya-dochter in de middle of nowhere, die dreigt uitgehuwelijkt te worden. Haar verlangen om het leven in de ‘grote stad’ te zien, lijkt onvervulbaar. De film won op het Filmfestival Berlijn de Alfred Bauer Award, de prijs voor een film die ‘nieuwe perspectieven biedt op de filmkunst’. Net als twee jaar geleden besteedt het festival speciale aandacht aan het Caribisch gebied. Onder de titel Cine Caribe zijn films te zien uit onder meer Cuba, Jamaica en Trinidad & Tobago. Uit dat laatste land komt Damian Marcano’s debuutfilm God Loves the Fighter, een upbeat misdaaddrama in de geest van Slumdog Millionaire. Verder zijn er special screenings, onder meer van het Argentijnse relatiedrama El incendio van Juan Schnitman, waarin de relatie van een getrouwd stel onder druk komt te staan als hun aankoop van een huis onverwacht wordt uitgesteld. Ook te zien als special screening is het Japanse liefdesverhaal Kishibe no tabi van Kyoshi Kurosawa dat voor het Filmfestival Cannes werd geselecteerd, waarin een man van wie iedereen denkt dat hij op zee is verdronken na drie jaar weer opduikt. Traditiegetrouw zijn er weer gratis openluchtvoorstellingen op het Marie Heinekenplein, in het Vondelpark Openluchttheater en dit jaar voor het eerst bij de Q-Factory in Amsterdam-Oost. Te zien zijn de Peruviaanse komedie A los 40 (Bruno Ascenso), over een middelbare-meisjesschoolreünie vijfentwintig jaar na dato, het Cubaanse schooldrama Conducta (Ernesto Daranas), over een lerares met een groot hart voor kinderen in moeilijke situaties, het Indiase Kaakkaa muttai (M. Manikandan), over twee kinderen in een achterbuurt, en Todos se van (Sergio Cabrera), waarin een gescheiden stel in de jaren tachtig op Cuba om de voogdij van hun dochtertje vecht.
Ixcanul
Het dak op
Ooit was het Hofplein Station een belangrijk treinstation in Rotterdam, maar sinds 2010 is het niet meer in gebruik. In het gebouw zitten nu uitgaansgelegenheden. Het platte dak wordt geregeld gebruikt voor activiteiten in de culturele sfeer. Zoals van 22 t/m 26 juli het door Roffa Mon Amour georganiseerde Silent Rooftop Cinema Festival. Elke avond is een film te zien van een aanstormende internationale regisseur. Wat de films bindt is dat ze allen machtsstructuren in menselijke verhoudingen en relaties blootleggen. Het festival opent 22 juli met het zwarthumoristische Magical Girl van de Spaanse regisseur Carlos Vermut. In de film noir met wraakelementen heeft een vader er alles voor over om de laatste wens van zijn terminaal zieke dochter te vervullen. Neem dat ‘alles’ vooral letterlijk. In het Argentijnse The Boss, an Anatomy of Crime (Sebastián Schindel) loopt de vleeszwendel van een slager slecht af als een personeelslid de corrupte handelswijze van zijn baas niet langer pikt. De film is op een werkelijke gebeurtenis gebaseerd en won op het Filmfestival Pusan de publieksprijs. Te zien op 23 juli. Een dag later kan worden gekeken naar het sociaal geëngageerde Indiase drama Sunrise (Partho Sen-Gupta), waarin een rechercheur zich bezighoudt met spoorloos verdwenen kinderen. Aansluitend is in een nachtvoorstelling het Britse drama Catch Me Daddy (Daniel Wolfe) te zien, over een Brits-Pakistaans meisje, dat grote problemen met haar familie krijgt als ze verliefd wordt op een niet-Pakistaanse jongen.
Magical Girl
Het bos in
Amsterdam heeft er met het Amsterdam Woods Festival een nieuw popfestival bij dat ook voor filmliefhebbers interessant is. Daarover zo meer, eerst de muziekliefhebbers. Het kleinschalige driedaagse popfestival, dat in het weekend van 28 t/m 30 aug. in het Amsterdamse Bos wordt gehouden, richt zich op talentvolle, internationaal nog tamelijk onbekende popmuzikanten. Een paar namen: Villagers, Jacco Gardner, Tubelight, The Veils, Kim Chur-chill, Alamo Race Track en Kovacs. Naast de ruim twintig bands/singer-songwriters presenteren IDFA en de Melkweg een programma van muziekdocumentaires. Op 28 aug. zijn Austin to Boston en Wolflady te zien. Eerstgenoemde film volgt vier bands (Ben Howard, The Staves, Nathaniel Rateliff en Bear’s Den) op tournee in hun gammele Volkswagenbusjes. De reis begint enthousiast, maar na een tijdje slaat de vermoeidheid toe en komt de onvermijdelijke vraag bovendrijven: waarom doen we dit? De documentaire Wolflady volgt Sharon Kovacs en haar producer Oscar Holleman op de moeizame weg naar de roem. De film geeft een onthullend inkijkje in de muziekindustrie met zijn lege beloften. Op 29 aug. is Brett Morgans veelgeprezen indringende documentaire Kurt Cobain: Montage of Heck te zien, met veel fragmenten uit homemovies van Cobain en Courtney Love. Op de laatste festivaldag staat de documentaire Fink Meets Royal Concertgebouw Orchestra op het programma. Daarin speelt de Britse band Fink samen met Nederlands klassieke trots.
Wolflady
Leuk Oscarfeestje? Mwah!
Je maakt een korte animatiefilm en een tijdje later zit je als genomineerde in de zaal bij de Oscar-uitreiking in Los Angeles. Ok, als je voor Pixar of Disney werkt, kijkt misschien niemand ervan op, maar wel als je een animatiestudiootje in Utrecht runt. We hebben het over de dertigers Job Roggeveen, Joris Prins en Marieke Blauw die onder de naam Job, Joris & Marieke (waarom moeilijk als het makkelijk kan?) met hun korte animatiefilm A Single Life werden genomineerd voor de Oscar. In Lab111 blikken ze op 8 juli terug op hun Oscarervaring en tonen ze naast A Single Life hun andere werk, dat meerdere prijzen won. Het maakt duidelijk dat de nominatie van A Single Life, waarin met het verspringen van de naald op een vinylsingletje de tijd voor een vrouw vóór- en achteruit springt, niet uit de blauwe hemel kwam vallen. In een interview in Het Parool zochten de makers het geheim van hun succes in de kale stijl. "We zien vaak knappe animaties met personages waaraan elk botje kan bewegen, maar dat vinden wij niet mooi." In hetzelfde interview blikken de nuchtere Hollanders ook vrolijk geamuseerd terug op hun Oscar-avontuur. Joris: "Ik had een pak gekocht, maar Job en Marieke hadden kleren van een sponsor, die ze terug moesten geven." Marieke: "Het was een spektakelfeest, maar de speeches waren saai en duurden langer dan we dachten." Joris: "De rode loper viel een beetje tegen. We deden ons best om er zo lang mogelijk over te doen, want anders zouden we in twee minuten binnen zijn. Het is een superbelangrijk feest, maar niet automatisch het leukste feestje dat ik in mijn leven heb meegemaakt."
A Single Life
Frisse lucht
Het is zomer en dus wordt het beste van twee werelden — films zien en buiten zijn — weer gecombineerd. Ook deze zomer zijn er op veel plekken openluchtvoorstellingen. Zoals in het Ketelhuis, dat op 25 juli als het donker wordt Carnage vertoont. In augustus kan hier worden gekeken naar Le gamin au vélo (1 aug), 127 Hours (8 aug), Songs From the Second Floor (15 aug), The Artist (22 aug) en El secreto de sus ojos (29 aug). Filmhuis Gruitpoort in Doetichem vertoont Bon dieu (20 aug), De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween (21 aug) en Tracks (22 aug). Het Nutshuis in Den Haag presenteert Open Air — Rocket Cinema: films met live gespeelde soundtracks. Night of the Living Dead met live muziek van The Smoke Eaters (1 aug); Barbarella, live begeleid door DJ Hepcat (8 aug); The Party, met muziek van de Job Chajes Band (15 aug), Jaws met muziek van Alec Smart (22 aug), en Playtime, met begeleiding door Easy Aloha’s (29 aug). Plaza Futura/Natlab in Eindhoven vertoont Aanmodderfakker (3 jul), Samba (10 jul), Deux jours, une nuit (17 jul), Lijfspreuk (21 jul), Pride (24 jul), Dorsvloer vol confetti (28 jul) en Under the Skin (31 jul). In augustus zijn te zien Days on Earth (4 aug), White God (7 aug), Moonrise Kingdom (11 aug), Her (14 aug), Starred Up (18 aug), Whiplash (21 aug), The Wind Rises (25 aug) en La grande bellezza (28 aug). Vera Zienema vertoont Ziggy Stardust and the Spiders from Mars (14 augustus op de Grote Markt). Filmhuis De Spiegel in Heerlen vertoont Les combattants (29 augustus in Aambos). Lux in Nijmegen presenteert in de buitenlucht To Catch a Thief (19 jul) en Some Like it Hot (20 jul). Cultuurpodium Groene Engel in Oss vertoont 20 augustus een nog onbekende film. Filmclub Schijndel/City Theater vertoont in augustus twee films bij ’t Spectrum: The Hundred-Foot Journey (21 aug) en verrassingsfilm (28 aug). Het Fraterhuis in Zwolle tenslotte presenteert op 4 juli de Franse succesfilm La famille Bélier.
Info op de sites van de filmtheaters
Ziggy Stardust and the Spiders from Mars
Vive la France
Nederlanders drijven graag de spot met Frans chauvinisme, maar zullen we de Franse en Nederlandse filmcultuur even met elkaar vergelijken? Moeten we meer zeggen? Dat de Fransen niet op een euro kijken bij het op peil houden van hun filmindustrie zorgt er sinds mensenheugenis voor dat Frankrijk het enige Europese land is met een bloeiende filmcultuur. De Franse filmindustrie is niet afhankelijk van politieke luimen omdat geen enkele Franse politicus het in zijn hoofd haalt om de nationale cultuur onderuit te schoffelen. De eerste Franse minister of staatssecretaris die zoals VVD-er Zijlstra met een bijl de cultuur te lijf gaat, moet nog geboren worden. Bedenk even hoe de internationale filmcultuur er zou uitzien zonder de Franse cinema. Inderdaad: een stuk minder interessant. Focus Filmtheater in Arnhem begrijpt dat en vertoont onder de titel Cinéma Français recente Franse films. Ze vormen een doorsnede van de volwassen Franse cinema. Zoals Max & Lenny (5 jul), over een onwaarschijnlijke vriendschap van twee jonge vrouwen in Marseille in de hoek van de samenleving waar de klappen vallen. Marseille is ook de locatie van de documentaire Spartiates (12 jul), die een idealistische martial arts leraar portretteert die met zijn sportschool kinderen uit de criminaliteit houdt. Dat radicaal idealisme geen garantie is voor eeuwig geluk is te zien in Vie sauvage (19 jul), waarin een getrouwd stel hun twee kinderen ver van de verdorven consumptiemaatschappij half-nomadisch opvoedt. Als de vrouw het primitieve leven zat is en haar man verlaat, ontstaat een bikkelharde strijd om de kinderen. Het liefdevolle drama Marie Heurtin, waarin een non aan het eind van de negentiende eeuw met veel geduld een doofstom en blind meisje leert communiceren, is op 2 augustus te zien. Het amusante The Kidnapping of Michel Houellebecq, waarin gebeurt wat de filmtitel belooft, is 9 augustus te zien. Jean-Luc Godards cultuurpessimistische 3D-essay Adieu au langage, dat betoogt dat de hedendaagse beeldenstortvloed onze cultuur vernietigt, is 16 augustus te zien. Het rauwe Mange tes morts (23 aug), tenslotte, vertelt een klassiek verhaal over een (zigeuner)tiener, die moet kiezen tussen het rechte pad en criminaliteit.
Vie sauvage
Schrijnend en hilarisch
Het zal sommigen misschien verbazen, maar als kind van filmcritici kun je het ver schoppen. Noah Baumbach (1969) is de zoon van twee Amerikaanse filmcritici. Dat zij hem onderdompelden in de filmcultuur bleef niet zonder gevolgen, want Baumbach werd filmmaker. Ter gelegenheid van de première van While We’re Young vertoont EYE ook vier van de zes andere films van de man die altijd de nieuwe Woody Allen wordt genoemd. Valt wat voor te zeggen, maar Baumbachs humor is schrijnender en zwarter. De filmmaker debuteerde op zijn zesentwintigste met Kicking and Screaming (1995), waarin studenten zich uitputten in slap ouwehoeren, wat in films toen enorm hip was. Denk Kevin Smith en Hal Hartley (waar is die gebleven?). Tien jaar later brak Baumbach door met het autobiografische The Squid and the Whale, waarin twee jongens worstelen met de scheiding van hun ouders. De film leverde Baumbach een Oscarnominatie voor beste scenario en drie Golden Globe nominaties op. In Margot at the Wedding (2007) gaan twee zussen (Nicole Kidman en Jennifer Jason Leigh) in een intellectueel New Yorks milieu elkaar verbaal te lijf. Schrijnend en hilarisch, zoals alle goede humor. In Greenberg (2010) speelt Ben Stiller een neurotische veertiger, die na een depressieve periode in New York terugkeert naar Los Angeles om bij zijn oude vrienden zijn leven weer op de rails te krijgen. Dat verloopt op zijn zachtst gezegd nogal moeizaam. Even neurotisch is de New Yorkse twintiger gespeeld door Greta Gerwig in Frances Ha (2012). Ook zij heeft moeite om grip te krijgen op haar leven. Naast die selectie vertoont EYE ook twee films van Wes Anderson, waaraan Baumbach meeschreef: The Life Aquatic with Steve Zissou (2004) en Fantastic Mr. Fox (2009).
Margot at the Wedding