Dorsvloer vol confetti
Fantasie en gortdroge werkelijkheid
De verfilming van een in de klei gewortelde coming-of-age-roman ontstijgt nauwelijks de filmclichés van het boerenbestaan.
Ergens in Nederland is een plek waar begeleid door een lichtvoetig accordeondeuntje fraai uitgelichte levens worden geleid. Google Maps kent het niet, maar bioscoop en televisie bieden volop toegang: talloze familiefilms van eigen bodem spelen zich er af. Met de boekverfilming Dorsvloer vol confetti kan dit archetypisch Hollandse dorp ook Katelijne Minderhout en haar gereformeerde Zeeuwse familie tot zijn inwoners rekenen. Die verfilming stond al enige tijd op stapel en dat heeft ongetwijfeld veel te maken met de goede verkoopcijfers van het boek, want het is geen filmische roman bij uitstek. Groot drama ontbreekt; de roman van Franca Treur is een schets van het bevindelijke milieu waarin hoofdpersoon Katelijne opgroeit, met de scherpe en soms humoristische observaties van een twaalfjarige die zich probeert uiteen te zetten met de tegenstrijdigheden van het geloof. En ontdekt hoe woorden de wereld maken: hoe haar fantasieën, eenmaal uitgesproken, een eigen leven gaan leiden.
Dorsvloer vol confetti is het langverwachte speelfilmdebuut van film- en theaterregisseur Tallulah Schwab, die vanaf eind jaren 90 diverse korte en middellange (televisie)films regisseerde, waaronder Het rijexamen (2005) en Blindgangers (2006). Haar korte jeugdfilm Mimoun (2013) won vorig jaar onder meer de prestigieuze Prix Jeunesse International en werd genomineerd voor een Emmy Award. In haar heldere beeldtaal weet ze goed raad met de vruchten van Katelijnes rijke voorstellingsvermogen, maar dat accordeondeuntje en die zoete plattelandsromantiek helpen het contrast tussen fantasie en gortdroge werkelijkheid jammerlijk om zeep. Zo eenduidig en hapklaar als het Zeeuwse refo-milieu wordt neergezet, zo weinig ruimte biedt de film voor de tragiek van die door schuldbesef voortgestuwde levens. Dat komt ook omdat de film het subjectieve perspectief van de hoofdpersoon niet genoeg weet uit te buiten. De confetti uit de titel bijvoorbeeld is Katelijnes manier om nog iets te maken van het weinig feestelijke, want door de ouders afgedwongen huwelijk van haar broer. Het bezorgt haar een persoonlijk inzicht: doordat haar zelfgemaakte confetti bij gebrek aan geïllustreerde tijdschriften bestaat uit rondjes wit papier met los uitgestanste drukletters, hult ze met een lettersneeuw de hele gebeurtenis in een deken van taal. Het is haar eigen kleine zege, die weinig te maken heeft met de eind-goed-al-goed-scène die de film eruit weet te peuren. Een teveel aan dit soort feelgood-momenten maakt Dorsvloer vol confetti tot een zeer toegankelijke, maar tegelijk overbodige boekverfilming.
Sasja Koetsier