Le gamin au vélo
Alles op de fiets
In de films van de Waalse broers Dardenne gaan mensen op brommertjes op zoek naar het geluk maar soms gewoon naar manieren om te overleven. In Le gamin au vélo is een jongetje met een fiets op zoek naar zijn vader.
En maar rennen, rennen, rennen, rennen. De tienjarige Cyril is een ongetemd beest op de vlucht. Zodra hij maar even de kans krijgt ontsnapt hij aan de blik van zijn verzorgers en smeert ‘m. Snel. Instinctief. Doelgericht. Niemand dan de Waalse gebroeders Jean-Pierre en Luc Dardenne kan zo die dynamiek filmen van jonge mensen die op weg zijn om te overleven. Of het nu de op een brommertje langs de illegale zaakjes van zijn vader rondcrossende Igor was in La promesse (1996), de altijd maar rondrazende Rosetta in de gelijknamige film(1999), of de jongvolwassen en net vader geworden Bruno (maar nog steeds gespeeld door ‘hun’ ontdekking Jérémie Renier) in L’enfant (2005). Ook in hun nieuwste, in Cannes met de Juryprijs bekroonde Le gamin au vélo keren ze weer terug naar dat vertrouwde terrein. De film lijkt een thuiswedstrijd: door z’n lineaire vertelling met neiging tot melodrama zeer toegankelijk, met een heuse ster (Cécile de France als reddende engel) in de hoofdrol, en ogenschijnlijk vooral gemaakt om te behagen, al is de thematiek daarvoor toch net iets te schrijnend en te gecompliceerd.
Fietsendieven
De verstoorde verhouding tussen aan hun lot overgelaten jonge mensen en hun opvoeders is een van de hoofdthema’s van de ooit als documentairemakers begonnen Dardennes. Dat sociale engagement vormt nog steeds de basis van hun hedendaagse variant op de neorealistische films. Meer dan hun eerdere werk is nu Le gamin au vélo bovendien een echte ode aan een van de grootste klassiekers van het neorealisme zoals dat na de Tweede Wereldoorlog in Italië opkwam: Fietsendieven (1948) van Vittorio de Sica. In die film gaan een vader en zijn zoontje op zoek naar hun fiets, onontbeerlijk voor het baantje als posterplakker dat de vader heeft gekregen. De hele film is een lange zoektocht, door naoorlogs Rome, maar vooral langs de morele ijkpunten van de vraag wat je mag doen om te krijgen wat je wilt hebben.
In Le gamin au vélo is Cyril eerst op zoek naar zijn fiets, en dan op zoek naar zijn vader. Zijn situatie is een beetje anders. Cyrils vader heeft zijn fiets versjacherd en is er vervolgens vandoor gegaan, zijn zoontje achterlatend in een kindertehuis. De naam van de vader is Guy, maar zodra we de acteur herkennen die hem speelt, namelijk Jérémie Renier, die via de Dardennes-films La promesse en L’ enfant volwassen en vader werd, begrijpen we ook dat de filmende broers werken aan de grootscheepse biografie van een zelfgeschapen archetype. Igor/Bruno/Guy is hun alleman: geboren in postindustrieel Wallonië, gedoemd tot een leven van hosselen en compromissen.
Aapje
Ook Cyril is niet bepaald een onbeschreven blad. Hij is een getekend kind, dat zich als een angstig aapje vastklampt aan iedereen die ouder en sterker is dan hij. Wil je je over me ontfermen, smeekt zijn hele motoriek. Soms pakt dat goed uit, zoals in het geval van kapster Samantha. Soms anders zoals in het geval van jeugddelinquent Wes. Maar de vraag voor Cyril is, net als voor de vader en zijn zoontje in Fietsendieven, hoe ver je mag gaan om te krijgen wat je nodig hebt. Voor hen was dat een fiets. En daarmee een kans op arbeid. Voor Cyril is dat iets fundamentelers. De fiets symboliseert voor hem de ultieme vrijheid om te zoeken naar een beetje liefde en zorg. En als een kind van deze tijd moet hij bovendien ontdekken wat de prijs daarvan is. Bestaat er zoiets als onbaatzuchtige liefde? Of is alles quid pro quo? Juist door niet uit te werken waarom Samantha besluit om Cyril te helpen, spiegelen de Dardennes ook de toeschouwer die vraag voor. Wat zijn wij eigenlijk bereid om voor iemand te doen?
Een Dardennes-film is eigenlijk altijd goed. De broers zijn stijlvast en consequent. Misschien is Le gamin au vélo een Dardennes-light, maar de film is op een bepaalde manier ook een vitale terugkeer naar de eenvoud, het naturalisme en het humanisme van La promesse. En waarschijnlijk hebben ze met Thomas Doret weer een nieuwe Jérémie Renier gevonden en kan de cyclus weer overnieuw beginnen. Want de Verelendung daar in Wallonië is nog niet ten einde.
Dana Linssen
Alles op de fiets
Net als in Le Gamin au vélo is de fiets ook in veel andere films het ultieme beeld voor vrijheid.
Fietsendieven (Vittorio de Sica, 1948)
Zeg ‘fietsfilm’ en je zegt ‘Fietsendieven’. Fietsklassieker. Fiets als symbool voor vrijheid en arbeid.
L’ecole de facteurs en Jour de fête (Jacques Tati, 1947 en 1949)
Tati als postbode-op-de-fiets die een dorpsfeest op stelten zet is onvergetelijk. Minder bekend maar minstens even leuk (en op YouTube te vinden) is zijn korte film over de postbodeschool waarin hij erin slaagt om terwijl hij op zijn rijwiel aan een truck hangt de post te stempelen en andere slapstick routines te volbrengen.
The Day I Became a Woman (Marziyeh Meshkini, 2000)
Fietsen was een van de belangrijkste vakken die de Iraanse filmmaker Mohsen Makhmalbaf gaf op zijn filmschool en waar hij zijn tweede echtgenote Marziyeh Meshkini opleidde. Fietsen speelt ook een belangrijke rol in het middendeel van het drieluik The Day I Became a Woman waarmee zij debuteerde: een groep vrouwen pedaleert als zwarte vlinders langs een kustweg, vervloekt door mannen te paard die hen willen passeren. Wie kan fietsen heeft de beschikking over een eigen vervoermiddel en dus over vrijheid. Politiek vertaald in sterke beelden.
Le vélo de Ghislain Lambert (Philippe Harel, 2001)
Geboren op dezelfde dag als de Belgische wielerlegende Eddie Merckx, is Ghislain Lambert maar gewoon Ghislain Lambert, een coureur die ervan droomt om kampioen te worden. Hij heeft zogezegd het hart maar niet de benen in deze gortdroge tragikomedie over het wielermilieu met z’n doping, z’n penoze, z’n masseurs en soigneurs.
Beijing Bicycle (Wang Xiaoshuai, 2001)
Chinese variant op Fietsendieven over ontmoeting tussen plattelandsjongen en stadsjongen nadat de fiets van de eerste gestolen wordt.
Les triplettes de Belville (Sylvain Chomet, 2003)
Betoverend absurd animatiefilm over een Franse Wim-is-weg (naar het Gouden Boekje over een jongetje dat er op zijn kinderfietsje vandoor gaat) die gekidnapt wordt tijdens de Tour de France en uiteindelijk door zijn grootmoeder en een hoogbejaarde zingende drieling weer wordt teruggevonden. (Bijna) alles op de fiets natuurlijk.
Richting West (Nicole van Kilsdonk, 2010)
Natuurlijk wordt er in de Nederlandse film gefietst van Turks fruit tot Alles is liefde, maar niemand wist de fiets zo in te zetten als visueel motief en Rotterdam zo te bekijken als je een stad alleen vanaf de fiets kunt bekijken als Nicole van Kilsdonk, die haar hoofdpersoon Claire in Richting West consequent tegen de wind in laat trappen.
DL
Les triplettes de Belville