Claire Denis over Avec amour et acharnement

'De liefde is veel gevaarlijker dan een virus'

Claire Denis. Foto: Edison Sanchez

Op warme kritieken kon Claire Denis niet rekenen na de première van Avec amour et acharnement in Berlijn. Onterecht, want deze liefdesthriller is een meesterlijke telg in een nieuw tijdperk, waarin de Franse auteur nog vrijer en gedurfder is. “Mijn stijl? Dat is doen wat ik wil.”

“Ach, nog een protest”, verzucht Claire Denis terwijl ze uit het raam tuurt van een congreshotel vlakbij de Potsdamer Platz in Berlijn. Het is februari 2022, de Berlinale is in volle gang en een stoet mensen demonstreert buiten voor de soevereiniteit van Oekraïne, onwetend van de Russische invasie die enkele dagen later van start zal gaan. “Het blijft bizar,” reflecteert Denis, “dat al die grote zaken – oorlogen, pandemieën, armoede, vluchtelingen – parallel lopen met alledaagse gebeurtenissen in het leven.”

Avec amour et acharnement

Dit is deels waar Avec amour et acharnement over gaat. Tegen de achtergrond van de covid-pandemie verbeeldt Denis hoe de liefdevolle relatie tussen Jean (Vincent Lindon) en Sara (Juliette Binoche) implodeert, wanneer Sara weer oog in oog komt met haar vorige minnaar François (Grégoire Colin). “Je raakt aan dingen gewend”, observeert Denis over de pandemie en andere calamiteiten die een soort sluimerende aanwezigheid in het leven worden. “Je went aan mondmaskers, aan mensen die ’s winters op straat slapen, aan migranten op kleine bootjes die ’s nachts de Middellandse Zee oversteken, aan hoe rijken nog rijker worden tijdens de pandemie. En toch… We moeten de wereld ook niet stil willen zetten. We willen ondertussen ook liefhebben, verlangen, smachten, dromen.”

Avec amour et acharnement weerspiegelt dat sentiment. Het is een impulsieve en losse film die minder nadruk legt op plot en meer op gevoel, emotie en verlangen – iets wat Denis’ volgende film Stars at Noon nog nadrukkelijker doet. Denis lijkt een nieuwe stap te zetten in haar oeuvre, richting nog vrijere en lossere films. Denis zelf kijkt met een soortgelijke instinctieve en impulsieve inborst naar haar werk. “Mijn stijl?”, antwoordt ze in een dynamisch tweegesprek. “Dat is doen wat ik wil.”

Un beau soleil intérieur

U maakte eerder Un beau soleil intérieur (2017) met scenarist Christine Angot en hoofdrolspeler Juliette Binoche. Die film was lichter. Dit voelt… “… meer als een thriller?”

Duisterder, ja. Is er voor u een verband tussen de twee films? “Totaal niet. De eerdere film ging over fragmenten uit een boek van Roland Barthes. Deze film kwam tot stand tijdens de covid-lockdown.”

Deze gaat meer over het gevaar van de liefde. “Het is net een virus, de liefde, alleen is de liefde nog veel gevaarlijker.”

De toon van de film wordt soms bijna sinister. “Sinister? Dat vind ik totaal niet. Weird, dat misschien wel. Het gaat over onbegrensde liefde. Dat kan bijna alleen maar slecht eindigen.”

Maar uit het onderliggende verlangen straalt ook een dreiging. “Maar dat is toch juist prachtig?”

Hoe gaat u visueel om met zulke grootse gevoelens? Hoe stileert u zo’n emotioneel krachtig moment? “Ik haat het woord stileren! Wat een horror is dat. Ik wil niets stileren. Het enige wat telt is dat de acteur en de actrice prachtig in beeld worden gebracht.”

Maar elke film heeft toch een stijl? Hoe omzeilt u het idee van stijl? “Film is nog altijd groter dan stijl. Je hebt geen stijl nodig als je een film maakt. Wat je nodig hebt is een visie.”

Uit welke visie ontstond deze film? “Eigenlijk meer uit praktische omstandigheden. We zaten allemaal vast in Parijs tijdens de pandemie. Vincent Lindon benaderde me om toch iets te filmen.”

High Life

Dus u schreef het script specifiek voor Lindon en Binoche? “Dat doe ik altijd, ja. Eigenlijk is Robert Pattinson in het geval van High Life [2018] een van de weinige acteurs die ik nog niet in mijn hoofd had toen ik het scenario schreef.”

En als u iemand als Lindon of Binoche in uw hoofd heeft, schrijft u dan personages die dicht bij de acteurs als mensen staan of juist personages die totaal niet op ze lijken? “Het varieert. Ik vind dat Jean best veel op Lindon lijkt. Met Binoche kan ik altijd alle kanten op. Die kan elke rol aan.”

En hoe werkt u op spelniveau? Geeft u ze veel vrijheid om een personages met u te ontwikkelen of houdt u de regie strak? “Het is simpel: ze leren de teksten en we draaien de film. De vrijheid die we hebben zit in de locaties en het beeld, tot op een zekere hoogte natuurlijk. Bij het maken van een film heb je veel vrijheid en ondertussen ook helemaal geen vrijheid. Ik zie het als kaartlezen: je weet niet zeker of je de goede kant opgaat, maar je doet een nobele poging.”

Wanneer weet u wel wanneer u op het juiste pad bent? “Nooit. Je weet dat nooit.”

En als de film af is? “Dat is het ergste wat er is. Ten eerste omdat de film dan af is. Ten tweede omdat je nog niet weet wat je eigenlijk gemaakt hebt. Het duurt jaren om een film echt te leren kennen.”

Is het dan niet raar dat we hier, een dag na de première van uw film, een poging wagen om uw film te begrijpen? “Dat is de wet van het vak. Film is spektakel. Je kan het niet voor jezelf houden. Het enige wat ik nu kan doen is de film met de wereld delen.”

Maar kan Claire Denis niet als beste duiden wat er in de nieuwe film van Claire Denis gebeurt? “Ach, Claire Denis… Ik voel me nooit Claire Denis. Ik ben gewoon mijzelf en daarin ben ik vaak verdwaald en zoekende. Ik ben simpelweg een mens die films maakt. Voor mij is een film dan ook meer een voorstel, een opzet naar iets dat nog komen moet.”

Beau travail

Stopt u veel van uzelf in uw personages? Of schrijft u eerder van uzelf weg? “Oh, god nee, van mijzelf wegschrijven zou ik niet kunnen. Mijn films zitten vol met geheime gevoelens. Daarom kan ik het niet uitstaan om ze terug te kijken. Na de premièrevertoning gisteren was ik letterlijk doodop. Ik weet nog dat ik me tijdens het maken van Beau travail [1999] ook echt voelde als een legionair. Ik ben natuurlijk een vrouw en geen soldaat en toch was ik toen even legionair.”

Dus u gaat voor volledige immersie? “Natuurlijk. Ik kan me niet voorstellen dat je films op een andere manier maakt. Misschien heb ik een zwakke persoonlijkheid, die zichzelf wil verruilen voor die van iemand anders. Of nou, ik kan het beter verwoorden: ik heb een smeltende persoonlijkheid. Ik smelt in de ander. Met film moet ik buiten mijzelf staan.”