Claire Denis over Stars at Noon

'Ik hou van aanraking, ik heb dat nodig op de set'

Claire Denis. Foto: Olivier Morel

Politiek beladen, emotioneel intens en behoorlijk geil: Stars at Noon is een onvervalste Claire Denis. De Franse cineast bewerkte het gelijknamige boek van Denis Johnson tot een totaal eigen werk. “Als hij nog leefde, zou Johnson misschien zeggen dat ik het heb verkloot.”

Toen de Amerikaanse auteur en journalist Denis Johnson in de jaren tachtig naar Nicaragua trok om verslag te doen van het gespannen politieke klimaat onder het Sandinista-bewind, kreeg hij geen enkel artikel gepubliceerd. Gefrustreerd met de journalistieke belemmeringen van non-fictie verwerkte hij zijn aantekeningen en herinneringen enkele jaren later in de roman The Stars at Noon (1986). Daarin plaatste hij menselijke ervaringen als liefde, leed en bedrog op de voorgrond; het politieke rumoer zorgde voornamelijk voor context en textuur.

De Franse filmmaker Claire Denis (Beau travail, 1999; High Life, 2018) bewerkte het boek tot een typische Denis-film. Een broeierig en erotisch geladen opus over geliefden in oorlogstijd. Een rommelige film vol stuurloosheid en onzekerheid. En daarmee een fascinerende weerspiegeling van hoe rommelig en inconsistent het leven zelf kan zijn.

Stars at Noon

Zoals vaker bij Denis’ recente films zijn de reacties gemengd. Velen lopen vast in de meanderende loomheid van het script en het uitgesproken spel van Margaret Qualley en Joe Alwyn, mede omdat hun personages (de geliefden Trish en Daniel) ongegeneerd geil en verliefd zijn. Maar juist dat maakt Stars at Noon zo bijzonder. Het is een film zonder gêne, die net als het koppige hoofdpersonage Trish clichés van zich afstoot en zich stort in het onbekende.

Bovendien onderstreept de gewaagde film prachtig de menselijke veerkracht in tijden van oorlog en conflict. Dat onderwerp lijkt Denis in het bijzonder aan het hart te gaan bij de première van de film tijdens het filmfestival van Cannes in 2022. Met haar hart en hoofd is ze bij Oekraïne, waar Rusland slechts een paar maanden eerder binnenviel.

Gaat uw film daar niet over? Dat terwijl de wereld in conflict is, je nog steeds kan verlangen en liefhebben? “Ik hoop dat mensen in Oekraïne en Rusland nog steeds seks hebben en dat ze verliefd worden. Ik weet dat oorlogen de liefde nooit in de weg hebben gezeten. Ik heb ook gelezen over journalisten aan het front en over hoe de gemoederen ’s nachts oplopen in hun hotels. Het leven is dan op haar meest fragiel – je kan dan maar beter die spanning en angst uit je lijf werken. Toen ik in Sarajevo zat tijdens de bombardementen op de stad werd ik niet verliefd, maar er hing wel iets in de lucht. Ik at niets, ik leefde op koffie en sigaretten, slapen deden we amper. Elke ontmoeting beleefde ik extra intens.”

Is dat ook waarom Trish en Daniel verliefd worden? “Dat weet ik niet. Ik heb een boek bewerkt, ik was niet bezig herinneringen aan Sarajevo op te rakelen.”

Waarom dan juist dit boek? “Dat zat hem in hoe het geschreven is. De manier waarop de revolutie in Nicaragua wordt beschreven is typisch Denis Johnson: hij beschrijft het gevoel, wat er omgaat in de hoofden en lijven van zijn personages. Situaties en landschappen laat hij voor wat het is. Hij blijft dicht bij de emotionele intensiteit van zijn personages.”

Johnsons boek speelt zich af in de jaren tachtig. Waarom bracht u uw film naar het heden, met covid-lockdowns als extra obstakel voor de personages? “Die revolutie reconstrueren vond ik moreel gezien niet juist. Dat conflict is namelijk al beslecht. En over covid gesproken, in de jaren tachtig was er ook een angstcultuur rondom ziektes en besmetting. Wanneer Trish in bed ligt met de subteniente van het leger en ze zegt dat de jonge rebellen op een foto er zo sexy uitzien, dan bedenk ik me: sommige van hen zijn vast aan aids overleden.”

Uw recente films zijn visueel indrukwekkend. Avec amour et acharnement [2022] had een fascinerende digitale textuur. Hier werkt u op een interessante manier met extreme close-ups van gezichten, alsof het weidse landschappen zijn. Hoe denkt u na over de relatie tussen cameravoering en de intimiteit van uw film? “Het was een totaal andere manier van filmen. We schoten hier op CinemaScope, met een antieke Scope-lens die ooit werd ontwikkeld voor de Italiaanse cameraman Vittorio Storaro. Hij schoot er onder andere Apocalypse Now [1979] mee. De scherptediepte van die lens is heel bijzonder. Hij wist de zijkant van het beeld en brengt alles naar het midden.”

Dat past bij de film: twee personages die meer belang hechten aan hun tragische romance dan aan het geopolitieke conflict waar ze middenin zitten. “Dat is precies hoe Johnson het boek schreef, alsof hij exact deze lens gebruikte. Ik vind het heel moeilijk om de juiste visuele taal te vinden voor de bewerking van een boek. Als hij nog leefde zou Denis Johnson misschien zeggen dat ik het heb verkloot. Al zei hij ook vaak: ‘Vertel me niets over de film, doe je eigen ding. Ik hoef er niets over te weten.’”

Als we het over intimiteit hebben, moeten we het ook over uw acteurs hebben. Waar zocht u naar in hun spel? “Ze zijn allebei zo zacht en glad. Dat zijn ze van nature. Het was roerend, soms tot tranen toe, om die gevoeligheid in ze te zien. Bijvoorbeeld die scène waarin Daniel wakker wordt in een leeg bed en bang is dat Trish vertrokken is. Hoe hij de plek waar ze gelegen heeft ruikt – dat een acteur dat zo kan doen, raakt me. Geen moment twijfelt hij of hij wel mannelijk genoeg is. Hij doet het alsof niemand kijkt. Het zet te denken over wat masculiniteit überhaupt is. Ik groeide op met een broer en een zus en ik kan je vertellen dat zussen niet altijd zachtaardiger zijn dan broers. Zachtheid is iets dat los staat van geslacht. Margaret en Joe hebben het allebei. Je kan ze aanraken, ze voelen, en dat doen ze ook bij jou. Ik hou van aanraking. Ik heb dat nodig op de set. Dat was het zwaarste aan de pandemie voor mij: dat we zo bang werden voor aanraking.”

U wordt geroemd om uw gelaagde verbeelding van masculiniteit, met name Beau travail staat daarom bekend. Denkt u dat u als vrouw een andere blik op mannelijkheid heeft? “Misschien kan een man met meer helderheid iets zeggen over vrouwen? Ik weet het niet. Dat gedoe over de female gaze kan ik daarom niet uitstaan. Het is een verzinsel. Waarschijnlijk bestaat het in een zekere vorm, maar het concept dat elke vrouw een female gaze heeft, vind ik belachelijk. Misschien hebben vrouwen helemaal geen gaze! Er zijn genoeg mensen die films zonder blik, zonder visie maken.”

Is het dan productiever om u primair als kunstenaar of auteur te zien? Als in: elk van uw films komt voort uit Claire Denis. “Filmmaken is zo’n complex proces dat ik hier geen goed antwoord op kan geven. Maar ik zie me in ieder geval niet als kunstenaar. Ik ben eerder een manager, iemand die verantwoordelijk is voor de cast en crew en voor het budget. Ik moet leveren, in voor- en tegenspoed. Kunstenaars houden een dialoog met zichzelf. Die putten uit hun eenzaamheid en zetten dat om in werk. Ik ben amper alleen.”

Hoe ziet u zichzelf dan wel? “Als wat ik doe: ik ben een filmmaker. Ik maak films. Ik probeer cinema te creëren. Dat is mijn baan.”