Halina Reijn over Bodies Bodies Bodies

'Ik voelde meteen: dit is andere koek'

Halina Reijn op de set van Bodies Bodies Bodies. Foto Public House Rights LLC

Met Bodies Bodies Bodies heeft Halina Reijn het onmogelijke gepresteerd: als Nederlandse regisseur een succesvolle Amerikaanse film maken mét een geheel eigen smoel. Hoe kreeg ze dat in vredesnaam voor elkaar?

Voor veel Nederlandse filmmakers blijft Hollywood het ultieme baken. Als ze ooit de kans krijgen om dáár een film te maken, ligt de wereld pas echt aan hun voeten. Hoe moeilijk het ook is om door te breken, er lonkt altijd de kans om ‘de nieuwe Paul Verhoeven’ te worden.

De realiteit leert echter dat het behoorlijk ingewikkeld is om door alle creatieve barrières heen te breken. Veel filmmakers keerden gedesillusioneerd terug uit het beloofde land. Beloftes werden niet nagekomen, hun invloed was nihil, studio’s bepaalden het uiteindelijke product. Dan toch liever terug naar de veilige kneuterigheid van de polder, waar het maken van een film óók moeite kost, maar waar je met een beetje mazzel in ieder geval wel je eigen ei kwijt kunt.

En toch lijkt ‘de nieuwe Paul Verhoeven’ nu ineens daar, in de persoon van Halina Reijn (1975). Reijn bouwde als acteur op het toneel en het Nederlandse filmdoek een zeer succesvolle carrière op, die ze waarschijnlijk moeiteloos de rest van haar leven had kunnen uitzingen. Maar het creatieve bloed kruipt uiteindelijk toch waar het niet gaan kan, dus Reijn wilde ook zelf films gaan maken.

Instinct

Het leidde in 2019 tot het zeer verdienstelijke regiedebuut Instinct, een psychologisch drama over de giftige relatie tussen een tbs-patiënt (Marwan Kenzari) en zijn begeleider (Carice van Houten). Instinct deed het goed op internationale filmfestivals, waardoor Reijn op de radar kwam bij Amerikaanse studio’s. Reijn zelf was vooral geïnteresseerd in een mogelijke samenwerking met A24, de filmstudio die eerder een podium bood aan regisseurs als Robert Eggers (The Lighthouse, 2019), Ari Aster (Hereditary, 2018) en de Safdie-broers (Good Time, 2017). Omdat A24 durft te vertrouwen op de makers, zien veel regisseurs de filmstudio als een ideaal huis voor hun projecten.

Kammerspielerig
Voor Reijn was dat niet anders, vertelt ze in een Amsterdams hotel op de vooravond van de feestelijke première van Bodies Bodies Bodies in Tuschinski. Na het filmfestival van Londen werd er contact gezocht en wilde A24 ineens met háár in gesprek. “Ik voelde meteen: dit is andere koek. Het deed mij heel erg denken aan de manier van werken van Ivo van Hove [de toneelregisseur met wie Reijn veelvuldig samenwerkte; AM]. Hij zegt altijd: ‘We gaan compromisloos theater maken, maar de zalen moeten wél vol.’ Maar het script waarmee A24 aankwam, was vooral een echte genrefilm. Het enige wat ik er vet aan vond, was het idee van psychologische oorlogsvoering op één specifieke locatie. Dat ‘kammerspielerige’ ligt mij gewoon heel erg; dat zat ook al in Instinct.”

Toch leek Reijn de uitgelezen kans in eerste instantie te moeten laten schieten, omdat het scenario nu eenmaal niet haar ding was. Maar A24 bleef aandringen en vroeg hoe zij de film dan wél zou aanpakken. Reijn pitchte uiteindelijk een soort combinatie van Lord of the Flies en Mean Girls (2004) en daar had de filmstudio zowaar oren naar.

Bodies Bodies Bodies

Moordspel
De premisse van Bodies Bodies Bodies is op papier vrij simpel: een groep extreem rijke ‘Generatie Z’-vrienden komt in een grote villa bij elkaar om een ‘hurricane party’ te organiseren (blijkbaar een ding onder rijke Amerikanen). De geoefende kijker weet dat drama op de loer ligt, want plaats een stel mensen in een geïsoleerde ruimte en de onderlinge spanningen zullen tot uitbarsting komen.

Die spanningen komen hier aan het oppervlak door het spelen van het (fictieve) moordspel Bodies Bodies Bodies, vergelijkbaar met Maffia of Weerwolven, waarbij er één voor één spelers worden vermoord en de groep uiteindelijk één moordenaar aanwijst. Natuurlijk wordt het spelletje in de film uiteindelijk werkelijkheid, maar dan wel op een totaal andere manier dan de gemiddelde horrorkijker zal verwachten.

In Amerika waren de reacties op Bodies Bodies Bodies zeer positief, vliegen de kaartjes over de toonbank en staat Reijn ineens op de radar als regisseur die ertoe doet. En terecht, want Reijn heeft een film gemaakt die voortdurend speelt met de verwachtingen én heel duidelijk een eigen smoel heeft.

Vooral dat laatste is bijzonder, want zo’n film moet meestal eerst langs talloze compromisloketjes. Bij Bodies Bodies Bodies leeft dat gevoel niet en dat is volgens Reijn vooral te danken aan de A24-factor. “Ze bleven vragen wat ík precies wilde en gaven me als filmmaker alle vrijheid. De budgetten zijn behoorlijk klein, waardoor je jezelf helemaal kapot werkt, maar ze beloven wel dat ze nooit ergens voor gaan liggen. In dat opzicht heb ik mijn huis wel echt gevonden, ik wil nooit meer weg bij die mensen, haha.”

Karikatuur
Bodies Bodies Bodies is dus geen compromisproductie, maar een film die daadwerkelijk keuzes durft te maken. Bijvoorbeeld om de personages bepaald niet sympathiek te maken en ze dicht op het randje van karikatuur te laten balanceren. Ze zijn getrouwd met hun telefoon, voortdurend bezig met hun imago en altijd op zoek naar erkenning (bijvoorbeeld voor hun acteerwerk of podcast).

“Ik vind het vooral interessant als personages niet sympathiek zijn”, zegt Reijn. “Het karikaturale hebben we zoveel mogelijk proberen te vermijden, maar het blijft natuurlijk een komedie. In aanloop naar de productie heb ik bijvoorbeeld veel naar Reservoir Dogs [1992] gekeken. Een rare referentie misschien, maar het hielp me heel erg qua stijl – vooral voor de momenten waarop de personages tijdens gewelddadige situaties de raarste dingen bespreken. Dat banale in de mens is gewoon heel grappig. Ik heb hard geprobeerd dat in de film te stoppen, bijvoorbeeld als een van de personages omringd door dode lichamen vertelt hoe moeilijk het eigenlijk is om een podcast te maken. Ik heb zelf enorm veel lol gehad tijdens het maken. Dat was na alle tragedies die ik de afgelopen jaren heb opgevoerd in het theater best wel een opluchting.”

Bodies Bodies Bodies

Dierlijke instincten
De personages in Bodies Bodies Bodies zijn voornamelijk rijke jonge mensen met héél veel privileges. Reijn omschreef de film eerder als ‘een fabel over wat er gebeurt als je stopt met reflecteren’. “Als mijn personages zouden gaan reflecteren, zou de film meteen klaar zijn, omdat ze dan hun problemen onder ogen moeten komen. Het meest cruciale moment in de film is niet voor niets het moment waarop de wifi uitvalt. Zelf krijg ik ook direct een paniekaanval als mijn telefoon niet werkt; het maakt je ineens enorm kwetsbaar. Dat gevoel wilde ik óók in de film stoppen: op het moment dat de wifi wegvalt, verandert het van een hangout-film in een horrorfilm. Dan zijn de personages ineens op hun meest kwetsbaar.”

Het zou zonde zijn om verder op de materie in te gaan, want Bodies Bodies Bodies drijft op verrassingen – voor de personages en de kijker. Maar herkenbaar is het zeker, al die dierlijke instincten die in ons naar boven kunnen komen in situaties van sociaal ongemak.

Reijn: “Ik vergelijk het vaak met een kerstdiner. Daar leef je lang naartoe en omdat je met de hele familie bent, kan het niet anders dan geweldig worden. Maar als het eenmaal zover is, blijkt het vaak toch gewoon een soort hel. Ergens vind ik het ook wel lief aan mensen dat we onder bepaalde omstandigheden ineens veranderen in een soort beesten. De film blijft natuurlijk een fabel, maar iedereen kan zich hopelijk ook inleven in de personages, omdat haat en liefde nu eenmaal dicht bij elkaar liggen. In die pijnlijke herkenbaarheid zit volgens mij ook de comic relief.”

Geinig
Voor Reijn zelf is de vraag vooral: wat nu? Als we haar spreken zit ze nog volledig in de roes van de hype. “Heel geinig”, noemt ze het grote overzeese succes van de film. Maar Reijn vindt het tegelijkertijd ook wel fijn om weer even in Nederland te zijn, in plaats van in het hypegevoelige Amerika, waar iedereen meteen iets van je wil.

Toch kan de terugkeer naar Amerika uiteraard niet lang op zich laten wachten. Hoewel de Nederlandse wortels sterk blijven (Reijn werkt met schrijver Esther Gerritsen aan een verfilming van ’t Hooge Nest) kan een volgende Amerikaanse film na het succes van Bodies Bodies Bodies niet lang uitblijven.

Er staat zelfs al een nieuw project op stapel, waar Reijn logischerwijs nog niet veel over kan prijsgeven, behalve dan dat het gaat om een erotische thriller. Laat dat nu net het genre zijn waarin een andere Nederlandse filmmaker eerder ook Amerikaanse furore maakte. Reijn geeft het tegen het eind van ons gesprek zelf lachend aan: “Als ik later groot ben, wil ik toch gewoon de vrouwelijke Paul Verhoeven worden.” Ze is al verdomd dicht in de buurt.