Productie: Simon Field

Festival in festival

  • Datum 06-01-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

HALF MOON

Ex-Filmfestival Rotterdam-directeur Simon Field stortte zich de afgelopen drie jaar op het produceren van films. En voorzag zo zijn oude festival van de hoogtepunten in het programma van dit jaar.

Het was in zijn laatste jaar als directeur van het Filmfestival Rotterdam dat er in de wandelgangen een mooi plannetje werd bekokstoofd. Operaregisseur en cultureel activist Peter Sellars zou in opdracht van de stad Wenen in het kader van het Mozart-jaar 2006 een groot festival organiseren en Simon Field (samen met zijn productiepartner Keith Griffiths en directeur van het Oostenrijkse filmmuseum Alexander Horwath) werd verantwoordelijk voor het filmprogramma. Het resultaat: nieuwe films van Apichatpong Weerasethakul (syndromes and a century), Mahamet-Saleh Haroun (daratt), Tsai Ming-liang (i don’t want to sleep alone), Garin Nugroho (opera jawa), Teboho Mahlatsi (meokgo and the stickfighter), Paz Encina (hamaca paraguaya) en Bahman Ghobadi (half moon), die het afgelopen jaar op verschillende internationale filmfestivals in première gingen en in oktober tijdens het New Crowned Hope-festival in Wenen in een overzicht te zien waren. Land van herkomst: de wereld. Laat u niet door de dubbele medeklinkers in de regisseursnamen afschrikken. Een beetje filmkenner weet dat deze filmmakers tot het puikje van de hedendaagse cinema behoren. En zo werd het New Crowned Hope-programma onbedoeld tot een showcase van baanbrekende ontwikkelingen in de mondiale artcinema van nu. Tijdens het komende Filmfestival Rotterdam worden al deze films ook vertoond. Een beetje verstopt in de verschillende programmaonderdelen vormen ze een festival-in-een-festival.

Momentum
Denkend aan Mozart formuleerde Peter Sellars drie thema’s die voor hem belangrijk waren in het oeuvre van de componist: magie en transformatie, waarheid en vergiffenis, en ceremonies voor de doden. Mozarts drie laatste grote werken dienden hem daarbij als voornaamste inspiratiebron: ‘Die Zauberflöte’, ‘La clemenza di Tito’ en het ‘Requiem’. Tot zover de context. De films die Field en co. uiteindelijk op het programma zetten, kwamen voort uit een gelukkig momentum: Cinemart en IFFR editie 2005, waar bijna alle New Crowned Hope-makers met een film of een project aanwezig waren en alweer spraken over nieuwe plannen die als vanzelf in het project pasten, aldus Field afgelopen oktober in Wenen. Tot zover de selectie. Natuurlijk ontbreken er namen. Gelukkig is er de wensdroom van Sellars om overal ter wereld vergelijkbare festivals te organiseren.
Kijkend naar de films valt nog iets belangrijkers op. Het is niet zozeer de thematiek, of het momentum dat deze films bindt, als wel een stilistische geestverwantschap. Het zijn films die bij voorkeur verteld worden in gefixeerde long shots: we zien de personages in hun omgeving en de camera beweegt niet. Traditioneel wordt wel gezegd dat in een long shot de afstand tussen camera en actie correspondeert met de afstand van de eerste rij van een theater tot het filmdoek). Allemaal op de eerste rij gaan zitten dus. En dat ‘vertellen’ verdient ook nog wel een toelichting: deze films vertellen namelijk niet in plots, ze roepen het verhaal op in beelden en structuur. Een structuur die niets met de drie akten van Hollywood te maken heeft, maar meer met ritme, cadans, duur, toon, stilte. Het helpt dus om er met een muzikaal oor naar te kijken. Deze films zingen voor het oog.

Verantwoordelijk filmklimaat
In de loop van het komende filmjaar zullen we in de Filmkrant nog uitgebreid op deze films terugkomen. daratt, half moon en i don’t want to sleep alone zijn voor distributie aangekocht. En in een beetje verantwoordelijk filmklimaat gebeurt dat met de andere drie-en-een-half (meokgo is een kortfilm) ook nog wel.
Over hamaca paraguaya schreef ik al uitgebreid uit Cannes, dus eigenlijk hoeft hier alleen nog iets te worden opgemerkt over syndromes and a century. Omdat die film (zoals eigenlijk alle New Crowned Hope-films) een venster op de andere biedt; maar vooral omdat de wind vandaag, in deze rare januari-maand van donkere stormwolken en verblindend lichte lenteluchten die film in en uit mijn hoofd blaast. syndromes bestaat uit twee delen en Weerasethakul keerde ervoor terug naar het Thaise dorp van zijn jeugd. Beide delen verlopen volgens min of meer hetzelfde patroon, met dezelfde verhaallijn en personages en vormen samen een yin-yang-teken: deel één gaat over zijn moeder, deel twee is een spookachtige hommage aan zijn overleden vader.
Eerst is er een en al natuurlijk licht. De film begint met bijna hetzelfde junglegroen als waar tropical malady eindigde en scheert dan als een libelle de wereld van de levenden binnen. Weerasethakuls beide ouders waren arts en alle ogenschijnlijke tegenstellingen van leven en dood, gezond en ziek, genezing en lijden, licht en duisternis, traditionele Thaise natuurgeneeswijzen en Westerse allopathie zijn in de film terug te vinden. En zoals het symbool van de lichte en de donkere komma-figuur met een respectievelijk donker en licht hart al aanduidt, zit er een beetje van het tegendeel in beide elementen.
Met name fascinerend (vervreemdend, hypnotiserend) is een lange camerabeweging in het vader-deel in het mortuarium van het ziekenhuis waar de film gemaakt is: door griezelig onaards sciencefictionlicht zoomt de camera in op de opening van een buis, die zwart als een artificiële zonsverduistering al het licht lijkt op te slokken, terwijl een muzikale brom ook de toeschouwer van zijn stoel optilt, losmaakt van de zwaartekracht en even in het luchtledige al tussen zijn en niet-zijn laat zweven. Zonder Mozart (Weerasethakul hóudt niet eens van Mozart) ontmoeten we daar Mozart. En de god van de filmkunst. En de projectorlamp die als een zon is.

Dana Linssen

syndromes and a century, daratt, i don’t want to sleep alone, opera jawa, meokgo and the stickfighter, hamaca paraguaya en half moon zijn te zien op het Filmfestival Rotterdam. Voor meer informatie filmfestivalrotterdam.com