HALF MOON
Botsen tegen nutteloze grenzen
Het Koerdische volk leeft verspreid over vijf landen en een einde aan hun zwerftocht is niet in zicht. Bahman Ghobadi maakte daarover half moon, waarin een muzikant een concert wil geven in Irak.
Vrolijke Koerdische muziek wijdt een hanengevecht in. Vlug gemonteerd zien we vleugels fladderen en juichende omstanders tussen hun veren door. Dan belt Mamo. De muziek verstomt, iedereen valt stil en kijkt verwachtingsvol naar de man die de telefoon beantwoordt. Alleen de hanen pikken nog.
Met deze openingsscène introduceert de Koerdisch-Iraanse Bahman Ghobadi zijn vierde speelfilm half moon. Net als in zijn eerdere films (onder andere a time for drunken horses en turtles can fly) toont hij het harde, alledaagse leven van de Koerden, die nog steeds geen eigen land bezitten en verspreid wonen over Irak, Iran, Turkije, Syrië en de voormalige Sovjet-Unie. Steeds opnieuw botsen ze volgens Ghobadi tegen nutteloze grenzen en worden ze met hun neus op de feiten gedrukt: Koerdistan bestaat niet. Van dit besef is ook half moon doordrenkt. De film draait om de laatste wens van de oude muzikant Mamo, die met zijn zonen en zijn favoriete zangeres Hesho een concert wil geven in Irak en hiervoor een overtocht moet maken van Iran naar Irak.
Dansende benen
Krachtige, fotografische beelden drijven half moon voort en bewijzen dat Ghobadi nog steeds kijkt als de industriële fotograaf die hij eerst was. Zo zie je vanuit kinderperspectief twee paar dansende benen aan de andere kant van een vrachtwagen. Lange rijen vrouwen met felgekleurde gewaden staan op grijze huizen helder te zingen. Donkere figuren rennen door het sneeuwlandschap, dat ook in a time for drunken horses (2000) te zien is. En ook dit keer gebruikt Ghobadi niet-professionele acteurs die met hun getekende gezichten een glansrol neerzetten. Ook nu vermengt hij tragiek met komische momenten, bijvoorbeeld wanneer een man ‘Van Gogh’ wordt genoemd bij het verliezen van één van zijn oren. En ook deze keer valt zijn film in de prijzen.
Toch is half moon lang niet zo aangrijpend als de film over de jonge armoedige kinderen die hun geld verdienen met het inpakken van glazen. Daarvoor bevat dit minimalistische verhaal te veel herhaling. Steeds opnieuw overkomt de groep iets en steeds opnieuw komt het probleem op hetzelfde neer. Ghobadi heeft de film voor het Weense New Crowned Hope festival gemaakt ter ere van de 250e verjaardag van Mozart. Maar de herhalende muziekthema’s in de Dodenmars van de Oostenrijkse componist die hij als inspiratiebron nam, blijken in film niet te werken. Variatie zou de reis naar Irak spannend maken; nu is de reis eentonig.
Ghobadi noemde deze film in een interview met Michael Guillén een eerbetoon aan de vrouwelijk artiesten in Iran, omdat het daar voor vrouwen verboden is te zingen. Het is een uiting van protest en vermoedelijk is vertoning van de film daarom in Iran verboden. Maar wanneer een vrouwelijke zangeres gevangen wordt genomen en het volgende moment door de held Mamo, die we moeten zien als de geest van Mozart, weer terug kan komen, wordt de film ongeloofwaardig.
half moon begint sterk met het hanengevecht en visioenen waarin armbanden luid rinkelen bij het wegslepen van een doodskist, maar hij takelt steeds verder af. Als fotograaf levert Ghobadi dus een bijzondere prestatie, maar als verhalenverteller scoort hij onvoldoende.
Laura van Zuijlen