Alexandru Belc over Metronom

'De Securitate waren meesters in manipulatie'

Alexandru Belc

Naast een meesterlijke verbeelding van totalitaire oppressie in Ceaușescu’s Roemenië is het speelfilmdebuut van Alexandru Belc ook een liefdevolle coming-of-age en een jeugdige romance onder politieke spanning. “De onschuld en jeugdigheid van een hele generatie staan op het spel.”

Voor het verbeelden van Roemenië’s communistische verleden bestaan inmiddels voor de hand liggende clichés: grauwe straatbeelden, alomtegenwoordige propaganda, totalitaire bullebakken van de geheime politie. Maar vaak dekken die niet de lading van hoe het voelde om op te groeien in het Roemenië van Nicolae Ceaușescu.

Zijn totalitaire staatsapparaat vormde juist een parallelle schaduwwereld naast een veel kleurrijker dagelijks leven. Nieuwsgierige burgers vonden allerlei manieren om in het geheim in aanraking te komen met maatschappijkritiek, progressieve cultuur en vormen van politieke organisatie en mobilisatie. Het leven onder communistisch bewind was complexer en gelaagder dan veel films doen denken.

De Romeense regisseur Radu Jude (Uppercase Print, 2020; Bad Luck Banging or Loony Porn, 2021) maakte briljante films over hoe je onder Ceaușescu tussen de regels door moest leren lezen om het echte Roemenië te zien. Zijn jongere collega en landgenoot Alexandru Belc mag zich na zijn geweldige speelfilmdebuut Metronom naast Jude scharen als fenomenaal chroniqueur van dit tijdperk.

Metronom

Met een sterk gevoel voor realisme en authenticiteit zet Belc in Metronom het leven neer in het Boekarest van 1972. De film stort je in de belevingswereld van een groepje jongeren die naast alle politieke heisa ook gewoon bezig zijn met vriendschappen, romances en hartzeer. Het politieke en het persoonlijke lopen hier net zo vloeiend in elkaar over als de camera van Tudor Vladimir Panduru de personages vastlegt.

Panduru werkte eerder met Christi Puiu (Malmkrog, 2020) en Cristian Mungiu (R.M.N., 2022; Bacalaureat, 2016) en Belc positioneert zich als waardig nazaat van deze giganten van de Roemeense New Wave.

Op minutieuze wijze bouwt Metronom de spanning op wanneer de studenten tijdens een ouderloos huisfeestje uit hun plaat gaan dankzij het radioprogramma Metronom van de invloedrijke radiomaker Cornel Chiriac, die na een vlucht uit Roemenië op Radio Free Europe te horen was. Plotseling staat de geheime staatspolitie voor de deur en stort de fragiele wereld van deze jongeren in.

Zonder enig effectbejag laat Belc vervolgens zien wat deze politieke oppressie met hun privélevens doet. Tijdens het filmfestival van Cannes ging Belc dieper in op hoe zijn obsessie met radiofenomeen Chiriac leidde tot deze indrukwekkende speelfilm, waarvoor hij de prijs voor beste regie won binnen de Cannes-sectie Un Certain Regard.

Ceaușescu’s bewind ligt voor sommigen nog vers in het geheugen. Ontstond deze film uit een persoonlijke connectie met het materiaal? “Eigenlijk zou deze film een documentaire worden over het leven van Cornel Chiriac, de presentator van het radioprogramma Metronom. In die documentaire zou hij symbool staan voor vrijheid, aangezien hij in die tijd door de generatie van mijn ouders werd gezien als een vijand van de staat. Tijdens die research ontdekte ik allemaal andere interessante, menselijke verhalen, die eerder een fictiefilm verdienden dan een documentaire. Ik zag het als een provocatie om vervolgens fictieve personages te schrijven in plaats van een documentairestructuur.”

Een provocatie? “Inderdaad. Al mijn eerdere films waren documentaires. Nu was het de uitdaging om het over een andere boeg te gooien. Ik was gewend aan het opnemen van honderden uren aan materiaal om vervolgens in de montagekamer mijn film in elkaar te puzzelen. Nu staarde ik naar de lege pagina op mijn computerscherm om een script te schrijven.”

Hoe kwam de jeugdige romance in dat script terecht? “Het werd een obsessie van me om een coming-of-age te maken. Ik had al eerder een documentaire over twee tienermeisjes gemaakt en had daarvoor veel coming-of-age boeken gelezen. Tijdens het lezen van de documenten van de Roemeense geheime politie, de Securitate, kwamen ontzettend veel dossiers over tieners voorbij. Toen dacht ik: laten ik die twee obsessies combineren – een coming-of-age tegen de achtergrond van de jaren zeventig.”

Uppercase Print

Met Uppercase Print liet Radu Jude al zien hoe de Securitate-dossiers een soort parallelle schaduwwereld vormden. Hoe ging u met die documenten om tijdens de research voor uw film? “Precies hierover heb ik het met Radu gehad toen ik aan deze film begon. Hij moedigde me aan, ook al gebruiken we tot op zekere hoogte hetzelfde bronmateriaal. Hij ging met zijn theatrale opvoering van die documenten namelijk heel wat anders doen dan ik. Ik heb duizenden pagina’s aan dossiers gelezen, beginnend met die van Cornel Chiriac, maar uiteindelijk ook van allemaal mensen uit mijn eigen leven. Uit al die verschillende documenten heb ik elementen gepakt en in mijn verhaal verwerkt.”

Hadden uw ouders ook zo’n dossier? “Ik vroeg ze om dat op te vragen, maar dat wilden ze niet. Ze wilden met rust gelaten worden. Overigens zal het geen boeiend dossier zijn geweest, want als docent en fabrieksarbeider waren ze een soort modelburgers.”

Maar is dat niet juist het punt van uw film? Dat ook modelburgers plotsklaps op de zwarte lijst kunnen staan? “Absoluut. Daarom is de film in twee delen opgedeeld. Het eerst deel is idealistisch van aard – de jongeren genieten van hun vrijheid en onschuld. In het tweede deel worden ze geconfronteerd met de dreiging van de staat en het geweld van de politie. Dat gevaar mocht nog niet voelbaar zijn in het eerste deel. Ik heb veel onderzoek gedaan naar die geheime politie en kwam onder andere voorlichtingsdocumenten tegen over hoe de Securitate strategisch om moest gaan met jongeren. Het was een soort psychologisch instructiepamflet, knap geschreven en goed onderbouwd met academisch onderzoek. Je moet je realiseren: deze mannen waren niet de clichés die je ziet in sommige films, maar intelligente mensen die rechten en psychologie studeerden. Ze waren meesters in manipulatie en hadden allerlei studenten gestrikt om stiekem aan hen te rapporteren wat er zich afspeelde op de universiteiten.”

Het lijkt me geen toeval dat de personages aan het begin en eind van de film afspreken bij hetzelfde post-WOII monument. Is het niet ironisch dat ze binnen de context van deze film voor een monument voor vrede en vrijheid staan? “Ik wilde ze weer voor datzelfde monument neerzetten om te tonen hoe ze door deze aanvaring met de Securitate zijn veranderd als mensen. En het is ironisch, maar misschien ook cynisch dat generaties zich zo cyclisch opvolgen binnen deze context. Ik probeer zo ook de historische lagen van deze samenleving te laten zien en te onderstrepen hoe complex de positie van deze groep jongeren binnen die maatschappij eigenlijk is.”