Russische cinema onder Poetin

In de films zie je de ellende al aankomen

DAU Degeneratsia

Sinds de invasie van Oekraïne worden Russische films in het Westen amper nog vertoond. Ondertussen is Tchaikovsky’s Wife – vanaf deze maand gelukkig wel uitgebracht in Nederlandse filmtheaters – juist een sterk voorbeeld hoe Russische cinema zich verhoudt tot de nationale expansiedrift, agressie en corruptie.

De verliefde tieners Katja en Kostja kunnen niet ophouden aan elkaar te frunniken, ook al zijn ze omgeven door andere recreanten terwijl ze baden in een zonovergoten meertje. Met een compacte digitale camera volgt Vadim Kostrov het stel op de voet in zijn korte film Still Free (2022), een intieme documentaire die alle kenmerken heeft van een aangenaam meanderende einde-van-de-zomerfilm.

Pas aan het eind van de film geeft Kostrov, een naar Parijs geëmigreerde Russische regisseur van experimentele films, met witte tekst op zwart beeld prijs dat er in Still Free meer op het spel staat dan we in eerste instantie denken. Wat we zien, blijkt het laatste weekend samen van Katja en Kostja. De maandag nadat Kostrov ze filmt, reist Kostja af naar Jekaterinenburg om zich als cadet te melden bij het leger. Het is dan 2020. In zijn tekst legt Kostrov uit dat hij Kostja sindsdien niet meer heeft gezien; Katja heeft inmiddels een nieuw vriendje en een nieuw leven. Sinds de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 is Kostja niet meer online geweest op sociale media.

Kostrov ziet zijn filmwerk als ‘cinememoires’: met zijn camera legt hij de wereld om hem heen vast, zoals hij die op dat moment ervaart. Toen hij in 2020 de beelden van Still Free schoot, was er dus geen intentie om er politieke cinema van te maken. Maar in de context van de Russische oorlogsvoering gaat de film ineens over meer dan alleen het einde van een zomer. Wat Kostrov de facto vastlegde, was het einde van de onschuld van de jongste generaties Russen. Wat een lieflijke en enigszins melancholische film over jeugdigheid had kunnen zijn, werd een persoonlijk commentaar op het vermorzelen van het individu door Poetins oorlogsmachine.

Zieners
Russische films worden op dit moment niet of nauwelijks vertoond in het Westen, omdat ze uit het land van de agressor komen. Dat is begrijpelijk: we dragen liever niet bij aan de Russische oorlogseconomie. Helaas kunnen we dan ook niet zien hoe Russische filmmakers in de afgelopen jaren vooruitliepen op de koers die Rusland insloeg.

In From Caligari to Hitler (1947) schreef de uit Duitsland gevluchte filmdenker Siegfried Kracauer vlak na de val van Nazi-Duitsland hoe de revolutionaire Duitse cinema uit het Weimar-tijdperk het nazisme anticipeerde. In de subtekst van invloedrijke films als Das Cabinet des Dr. Caligari (Robert Wiene, 1920) en M (Fritz Lang, 1931) zag Kracauer de politieke mechanismes van het nazisme terug. Autocratische leiders die een slaapwandelend volk manipuleren, grootstedelijk verval, toenemend wantrouwen jegens ‘de ander’, politieke corruptie en onrust beheersen het gros van de Duitse producties uit die tijd. Samen creëren ze een soort proto-composiet van Hitlers Duitsland.

Tchaikovsky’s Wife

Het is nog te vroeg om de eigentijdse opvolger ‘From Leviathan to Putin’ te schrijven, maar de contouren van een nationale cinema die anticipeerde op de Russische agressie zijn al wel zichtbaar. De Nederlandse release van Kirill Serebrennikovs Tchaikovsky’s Wife biedt een aanleiding om die Russische films serieus te nemen als wegwijzers in een land dat afstevende op destructie. Serebrennikov is immers bedreven in het verbeelden van de gemankeerde Russische ziel. Al vanaf vroege films als Playing the Victim (2006) zijn politiegeweld en politieke manipulatie terugkerende thema’s in zijn werk. The Student (2016) gaf gestalte aan de reactionaire, christelijk-conservatieve beweging die met geweld teruggrijpt naar het verheerlijkte orthodoxe verleden van het land. Petrov’s Flu (2021) liet een ijlend Rusland zien, dat sinds de val van de Sovjet-Unie stuurloos en delirisch is.

Leugens
Aan de hand van de waanvoorstellingen van het tragische hoofdpersonage in Tchaikovsky’s Wife zou je kunnen zeggen dat Serebrennikov in zijn nieuwe film een Rusland schetst dat zichzelf heeft laten begoochelen. Want zijn de waanbeelden niet veel aantrekkelijker om in te geloven dan de grillige realiteit van een nationale existentiële crisis?

Toen Serebrennikov nog in Moskou woonde, waar hij jaren in huisarrest zat, zag hij de leugens zich vermenigvuldigen. “Ik zag het zelfs in de huiskamer van mijn vader”, vertelde de theater- en filmmaker in 2022 in Cannes. “Elke dag kijkt hij televisie en wordt hij gevoed met gestoorde verhalen over het Westen, Amerika, Oekraïne, over het waanidee dat we omsingeld zijn door vijanden en dat we ons fort moeten uitbreiden.” Serebrennikov had al ervaring met wat er gebeurt als je dat narratief aanvecht. De officiële reden voor zijn arrestatie en het daaropvolgende huisarrest was immers een farce.

Aleksej German Jr. nam Serebrennikovs huisarrest als inspiratie voor Delo (2021), waarin ene professor David dezelfde straf krijgt voor de satirische en kritische berichten die hij op sociale media plaatst over een corrupt stadsbestuur. Delo toont de intimidatie door de Russische politiestaat, die steeds weer onaangekondigd Davids huis binnenvalt. De rechten van het individu worden moeiteloos opgeschort als het de staat uitkomt, laat German zien in zijn indringende film.

Onverschilligheid over mensenrechten en de agressie van de staat zijn ook pijnlijk zichtbaar in Andrei Kontsjalovski’s Dear Comrades! (2020), over hoe in 1962 een arbeidersprotest in de Zuid-Russische stad Novotsjerkassk genadeloos werd neergeslagen door het leger en sluipschutters van de KGB. Er ligt een direct verband tussen het Sovjet-leger van toen en de agressieve staatspolitie van nu, die elke vorm van politiek protest de kop indrukt.

Dear Comrades!

Nationaal dna
Over Poetin had Kontsjalovski overigens weinig slechts te vertellen toen we hem spraken. “Jullie in het Westen hebben een totaal verkeerd beeld van Rusland, zoals wij een verkeerd beeld van het Westen hebben”, stelde de inmiddels 85-jarige Rus tegen Jos van der Burg. “Ik denk dat er een nationaal dna bestaat dat de macht structureert. Jullie in Nederland hebben een bepaald politiek systeem, omdat jullie dat als volk willen, niet omdat iemand dat voor jullie bepaalt. Zo is het ook in Rusland. Russen houden van een sterke leider. Maar zodra die aan de macht is, veranderen ze van gedachten en gaan ze hem haten. Ineens krijgt de leider overal de schuld van.”

In de hier nauwelijks geziene documentaires Bitva za Ukrainu (2014) en Homo sperans (2020) weidt Kontsjalovski uit over zijn pro-Russische overtuigingen. In Bitva za Ukrainu vraagt hij zich af in hoeverre het wenselijk is dat Oekraïne onderdeel wordt van het Westen. Hij pleit niet direct voor Russische inlijving van Oekraïne, maar acht politieke inmenging in het land wel bespreekbaar. Feitelijk reflecteert de film via het eufemisme ‘invloed’ op de voordelen van een door Rusland ingelijfd Oekraïne.

Homo sperans doet een poging het over die bijkans mythische ‘Russische ziel’ van de gewone burger te hebben. De film schetst een geromantiseerd beeld van het Russische platteland, waar de gewone man en vrouw zich bekommeren om de staat van het land. Als er al iets van kritiek op Rusland in te vinden is, dient die alleen als een hypothetisch contrapunt voor een overdonderdend enthousiasme voor Poetins Rusland en een groeiend wantrouwen jegens het Westen.

Waar we dankzij een film als Dear Comrades! dus dachten dat Kontsjalovski een enigszins progressieve stem vertegenwoordigde, vertellen zijn documentaires een heel ander verhaal. Dat is een belangrijk nadeel van het negeren van de Russische cinema van dit moment: waar individuele regisseurs staan in een grotere discussie over de politieke staat van hun land verdwijnt uit zicht.

DAU

Onder meer daarom is het zonde dat Ilja Chrzjanovski’s dertien films tellende Dau-project zo’n stille dood is gestorven. Deze megalomane reconstructie van het leven in Lev Landau’s Sovjet-instituut was weliswaar zeer problematisch (Filmkrant schreef eerder over de vele misstanden achter de schermen van dit even omvangrijke als schimmige project), maar ook zeer verhelderend. Vooral het zes uur durende slotstuk DAU. Degeneratsia (2020) was een rake verbeelding van hoe grootheidswaan als vanzelf leidt tot onderdrukking en geweld. In die zin is Chrzjanovski’s film, waarin Russische fascisten letterlijk de show stelen en alle bewoners van het instituut vermoorden, de ultieme weerspiegeling van Poetins Rusland, dat met geweld haar verwrongen en archaïsche idealen probeert te realiseren, terwijl men eigenlijk al weet dat het een hopeloze zaak is.