Buiten beeld #13: Produceren

Jaren van wachten, van overwinningen, teleurstellingen en weer overnieuw beginnen

Op de set van Totem. Foto: Patrick Toufexis

Wie werken er achter de schermen naast regisseurs en acteurs? Wie schrijft het script, wie zorgt voor aankleding, het geluid, de dieren, cast en de inwendige mens op de set? De Filmkrant belicht in deze ‘achter de schermen’-serie steeds een ander vakgebied. Deze maand: de producent van familiefilm Totem.

De Rotterdamse volkswijk Crooswijk wordt op deze waterkoude januaridag gegeseld door een gure wind en ijskoude regen. Af en aan ketst een scherp zonnetje op de natte straatstenen. Iedereen draagt mondmaskers, de meesten ook mutsen en sommige camera’s en beeldschermen dragen een soort douchekapjes. Er wordt vandaag buiten gefilmd door Sander Burger (De veroordeling) en een belangrijk deel van de cast van zijn familiefilm Totem. Die draait om de elfjarige Ama, die probeert de deportatie van haar uitgeprocedeerde familie naar Senegal te voorkomen en hulp zoekt bij haar totemdier: een stekelvarken ter grootte van een stier.

Foto: Maricke Nieuwdorp

Vandaag wordt scène 5 opgenomen, waarin Ama met haar vader en broertje thuiskomt, een ijsje en sporttas in de hand. Ze openen de deur van hun huis aan de Frederikstraat, een stukje Rotterdam dat een filmische combinatie vormt van oudbouw, hoogbouw op de achtergrond, een ietwat troosteloos speeltuintje en alomtegenwoordige jaren-tachtig-lelijkheid. Niks geen voor de hand pittoreske Amsterdamse beelden dus, maar plaatjes van een stad die onbekender en misschien daardoor wel internationaler oogt. Rauwer, intrigerender in zekere zin.

En daar begon dit productieverhaal dan ook: in Rotterdam. Zo’n zeven jaar geleden, vertellen producenten Fleur Knopperts en Denis Vaslin van Volya Film, toen ze werden benaderd door Sander Burger. De filmmaker had een scenario in gedachten waarbij drie zaken voor hem samenvielen: een familiefilm, de inspiratie die hij kreeg van Benh Zeitlins magisch-realistische sprookje Beasts of the Southern Wild (2012) én de stad Rotterdam. Dus zocht Burger daar een Rotterdamse producent bij, met lijntjes naar de internationale filmwereld.

Volya Films werd in 2004 opgericht door de van origine Franse Vaslin. In 2009 kwam daar zijn Nederlandse partner Knopperts bij. Aangezien zij beiden uit de documentaire hoek kwamen, richtten ze hun pijlen aanvankelijk op internationaal geproduceerde documentaires, vaak met een Nederlands minoritair aandeel. In de loop der jaren kwamen daar ook speelfilms bij. Een aantal recente titels uit hun koker zijn bijvoorbeeld The Mole Agent (Maite Alberdi), A Land Imagined (Yeo Siew Hua) en Dragon Girl (Katarina Launing). Totem wordt hun eerste majoritaire fictiefilm als producent. Dat betekent dat Nederland het grootste aandeel heeft in de film; Duitsland en Luxemburg zijn in dit geval de minoritaire partijen.

In Crooswijk wordt de filmcrew ondertussen vol enthousiasme ontvangen door wijkgenoten. Op enkele dametjes met boodschappenkarretjes na misschien, die weliswaar narrig voorbij stiefelen en mopperen over nieuwerwetse fratsen – maar stiekem glimmen van trots. Dit gebeurt toch maar in hun eigen wijk. Een jonge man vraagt aan iemand van de crew wat hier aan de hand is, welke film er dan gedraaid wordt en waar hij nu de trailer kan bekijken. Dat zal helaas nog niet gaan, want vandaag staat pas de tiende draaidag ingeroosterd, in een geplande opnameperiode van 32 dagen – waarvan zo’n 8 in Luxemburg.

Fleur Knopperts is vandaag weliswaar even op de set, maar in de praktijk is een filmproducent daar zelf niet veel te vinden. Alles staat op de rit qua financiering en ontwikkeling en de taken op de set zijn strak verdeeld. Dat heeft even geduurd, zo stelt Denis Vaslin even later op het kantoor van Volya Films: “Dit project is er een van de lange adem. Het waren lange jaren van wachten, van overwinningen, van teleurstellingen en van weer overnieuw beginnen.”

Foto: Maricke Nieuwdorp

Dat begon zo, na dat eerste kopje koffie met Sander Burger: in een vroeg stadium werd scenarist Bastiaan Tichler (Off Track) aangetrokken. Er werd een eerste plan geschreven waarmee de producenten aanklopten bij het Nederlands Filmfonds, om subsidie aan te vragen voor treatmentontwikkeling. Dat was in 2015. Zulke subsidies aanvragen – later ook subsidies voor scenario-ontwikkeling, productieontwikkeling, realisering en de zogenaamde Film Production Incentive, een kortingsregeling die erop aanstuurt om specifiek Nederlandse productiekosten te maken – is echt de taak van de producent. Zo ook het bezoeken van internationale filmfestivals en de daarbij georganiseerde internationale filmmarkten om co-producenten te vinden. In dit geval de Luxemburgse co-producent Tarantula, de Duitse co-producent Leitwolf, de Nederlandse familiefilm-distributeur In the Air Entertainment en het eveneens Nederlandse Dutch Features, dat zich vooral richt op sales in de internationale markt.

Naast subsidies van het Filmfonds, dat in vaktermen vanaf toekenning als ‘partner’ van Totem doorgaat, wisten Vaslin en Knopperts partners als Mitteldeutsche Medienförderung (MDM), het Luxembourg Film Fund, de Duitse omroep NDR Kika, de Nederlandse omroep BNNVARA en Creative Europe (het mediaprogramma van de Europese Unie) te betrekken. En daarna ben je dus al jaren verder.

Is de financiering eenmaal op weg, dan trekt Volya freelance productiemensen aan om hen te helpen. Denk aan een line producer, die op de set alle kosten bewaakt en verantwoordelijk is voor het personeelsbeleid. Deze functie wordt in Nederland soms uitvoerend producent genoemd, al is die laatste ook wel eens een aparte managementfunctie waarónder de line producer valt. Dat is inderdaad ingewikkeld. Komt nog eens bij dat productionele functies in Nederland soms (net) iets anders kunnen betekenen dan in Amerika, of in de internationale filmwereld. Best verwarrend is daarnaast de Engelse vertaling van producent: producer. Die laatste staat in televisieland niet bovenaan de piramide, maar is eerder een spin in het web op de set. Terwijl een producent in filmland juist bovenaan staat in de boomstructuur.

Enfin, is de line producer aangenomen, dan werkt deze vervolgens met een 1st AD (eerste regieassistent) en een productiemanager of productieleider die op de set alles onder controle houdt en die de afdeling productie aanstuurt. Daaronder vallen bijvoorbeeld de locatiemanager, de productie-assistent en de runner – het productionele manusje van alles.

De producent is op het moment van opnames, in samenspraak met de co-producenten, al bezig met andere zaken: wanneer moet Totem worden uitgebracht bijvoorbeeld? Op welk filmfestival zou deze familiefilm wereldwijd in première kunnen gaan en hoe kan er gezorgd worden voor internationale bekendheid? Daar denkt de sales agent uiteraard ook over mee. En met uitbreng, komt later ook de afdeling publiciteit kijken. Vooralsnog genereren de opnames dat zelf. Want omdat er, gek genoeg, relatief weinig filmproducties in Rotterdam plaatsvinden, trekt de set van Totem al dagen de aandacht van de bewoners. Niet in de laatste plaats omdat er een levensgroot en fantastisch uitziend stekelvarken aan te pas komt. Knopperts, lachend: “Op social media zwerven inmiddels allerlei foto’s van hem rond.” Qua spoileren is zo’n enorme animatronic wellicht onhandig, maar het sprookjesachtige creatuur zwengelt wél alvast de in filmland zo broodnodige buzz aan.


Totem wordt in oktober 2022 in de Nederlandse bioscopen verwacht.