The Mole Agent

Undercover in het bejaardenhuis

In de charmante documentaire The Mole Agent gaat een tachtiger undercover in een Chileens verzorgingshuis om misstanden te onderzoeken. Hij stuit vooral op heel veel weggestopte eenzaamheid.

Wie is de mol? Sergio is de mol! In de openingsscène van The Mole Agent zien we hoe de 83-jarige Sergio Chamy een dozijn andere sollicitanten verslaat in de strijd om een onalledaagse job voor “een gepensioneerde, technisch onderlegde man tussen 80 en 90 jaar oud.” Zijn nieuwe baas, de ijdele privédetective Rómulo, ontdekt al snel dat die technische onderlegdheid van zijn rekruut tegenvalt. In een voorspelbare, maar toch grappige montage zien we hoe Sergio Whatsapp-berichtjes leert inspreken, waarna hij instructies krijgt voor het gebruik van twee snufjes waar een spion niet zonder kon in de sixties: een pen met een camera én een bril met een camera.

Eenmaal getraind krijgt Sergio opdracht zich drie maanden lang te laten opnemen in een bejaardenhuis in de buurt van zijn woonplaats Santiago de Chili. Zijn target is een bewoner van wie de dochter vermoedt dat ze bestolen, verwaarloosd of mishandeld wordt. Tot ongenoegen van Rómulo doet Sergio er best lang over de vrouw te identificeren, want “die vrouwen zien er voor mij allemaal hetzelfde uit”. Ook het aanleren van interessant klinkende spionnenafkortingen (QTH, QSL, QAP) gaat Rómulo te langzaam.

Waar de privédetective dan weer geen oog voor heeft, is het gemak waarmee het even aimabele als correcte heertje contact maakt met de (overwegend vrouwelijke) bewoners van het tehuis. Direct na zijn introductie in de eetzaal dient zich al een aanbidder aan, die hem haar toetje aanbiedt. Een andere bewoner vertelt hem over haar ontsnappingsplannen. Haar brein is in de kindertijd blijven steken. Omdat zij nooit bezoek krijgt bellen medewerkers haar af en toe op, en doen ze alsof ze haar moeder zijn. “Als mijn mamma komt ben ik weg!” Ook is er een zachtaardige mevrouw die zich steeds weer moet verontschuldigen omdat ze zich niet kan herinneren dat ze eerder al met Sergio had gesproken. Universeel is het klagen over ondankbare volwassen kinderen, die deze ouderen hebben weggestopt zonder ooit op bezoek te komen.

Uiteindelijk spelen de heimelijke opnamen die Sergio maakt maar een kleine rol in de film. Tegelijkertijd met Sergio’s missie draait regisseur Maite Alberdi namelijk een documentaire over een nieuwkomer in datzelfde verzorgingshuis. Niet geheel toevallig is dat Sergio. Alberdi’s blik is vooral gericht op de relaties die ontstaan tussen Sergio en de bewoners. Hoewel Vincent van Warmerdams filmmuziek succesvol de sfeer oproept van een Pink Panther-film verdwijnt het spionage-element steeds verder naar de achtergrond – ook al omdat Sergio tot de conclusie komt dat zijn missie zinloos is. En hij heeft gelijk: die bewoners hebben niks aan iemand die hen komt bespioneren. Maar zo’n empathische en rustige luisteraar als Sergio, daarvan zou elke zorginstelling er tenminste één moeten hebben.