Close
Heeft Lukas Dhont geleerd van Girl?
Met Close lijkt Lukas Dhont antwoord te geven op de kritiek die hij kreeg op zijn debuutfilm Girl. Maar zijn tweede speelfilm is een voortzetting van de sensationele blik die Girl kenmerkte.
Lukas Dhonts tweede film Close wordt door recensenten gezien als een breuk met Girl (2018). De film is net zo intiem als zijn debuut, stelt men, maar is nu gebaseerd op persoonlijke ervaringen en daardoor niet problematisch. Het discours: Dhont heeft geleerd van de controverse rondom Girl en besloot daarom een persoonlijk verhaal te maken.
Hollywood-site Deadline noemt Girl een “leerervaring” voor Dhont. Dhont zegt dat zelf niet in zoveel woorden, maar laat wel eenzelfde sentiment doorschemeren: “Wat ik heb geleerd met Close is dat ik een film wilde maken die gewoon uit mijzelf komt”, zegt hij in een interview met Variety. “[Close] is een heel andere film [dan Girl]”, voegt hij toe. “Close is persoonlijker en universeler”, zegt hij ook tegen Deadline.
Dhonts debuutfilm Girl ging over een transgender meisje, gespeeld door cisgender acteur Victor Polster, dat balletdanser wil worden. Na de initiële lofzang – Girl won vier prijzen op het filmfestival van Cannes, waaronder de Caméra d’or voor beste debuut – volgde kritiek, eerst door transgender vrouwen, daarna ook door andere filmcritici, op het cisgender perspectief op gender dat de film innam.
De cis blik op een trans lichaam werd toegeschreven aan de cisgender identiteit van Dhont, van wie de regie gericht was op de pijn en het ongemak van het trans leven en van wie het verhaal culmineerde in een gruwelijke genitale verminkingsscène. Cathy Brennan schreef in een opiniestuk op de site van het British Film Institute: “Bij het zien van Girl kwam ik tot het vreselijke besef dat mijn lichaam als trans vrouw niet van mij is. Een misselijkmakend gevoel van vervreemding overviel me tijdens de vertoning, toen ik zag hoe cisgender mannen de intieme facetten van mijn leven vervormden om hun artistieke spieren te spannen.”
In interviews benadrukt Dhont voortdurend het persoonlijke karakter van Close. Tegen FilmInk zegt hij: “Ik heb rouw [zoals de hoofdpersoon in de film ervaart] op een persoonlijke manier ervaren.” Dhonts nadruk op het persoonlijke lijkt bijna een afweermechanisme, een preventieve indekking tegen het soort kritiek die hij kreeg op Girl.
Tranentrekker
Is de film daarmee anders dan zijn voorganger? Dhont baseerde dit verhaal over het uiteenvallen van een vriendschap door de homofobie van klasgenoten inderdaad op zijn eigen jeugd. Maar Close lijkt meer op Girl dan de nadruk op de persoonlijke band met dit onderwerp doet vermoeden.
Zowel journalisten als Dhont zelf beschrijven de film als een zeldzaam portret van mannelijke vriendschap en niet-seksuele intimiteit tussen jongens. Misschien is dat een poging om de plotontwikkelingen van de film niet te bederven, hoewel de trailer al ernstig hint naar de gruwelijke gebeurtenis waar de film echt om blijkt te draaien. Het zeldzame, zoete portret van vriendschap tussen twee jongens is maar een klein deel van de film. Close verandert al snel in een verhaal over pesten en zelfdoding.
Net zoals Girl geen verhaal was over identiteit en in het reine komen met jezelf, zoals Dhont lijkt te denken, maar een voyeuristische, sensationele blik op iemands pijnlijke worsteling met haar lichaam, is Close geen film over mannelijke vriendschap, maar een voyeuristische, sensationele blik op rouw.
Close is een tranentrekker. Hoewel prachtig vastgelegd, gebruikt de film goedkope plotmiddelen om een emotionele reactie bij het publiek op te wekken. Opnieuw toont Dhont een interesse in lijden dat aan het einde van de film ineens is opgelost. Er is een onnodig lang moment waarin de moeder van de inmiddels overleden beste vriend van de hoofdpersoon hem de schuld geeft van de zelfdoding van haar zoon. Dat lijkt onterecht. Maar dat gevoel van oneerlijkheid komt helemaal niet over, omdat er nauwelijks inzicht wordt gegeven in de gevoelswereld van de overleden jongen.
Er is één vage vermelding van mentale problemen voordat het pesten begint. Verder lijkt het er inderdaad op dat het pesten en het verlies van de vriendschap tot de zelfdoding hebben geleid, wat het schuldgevoel zou kunnen verklaren waaronder de hoofdpersoon gebukt gaat. Maar van een weerlegging van dit gevoel is geen sprake. Toch wordt de kijker door voor de hand liggende metaforen, zoals een gebroken arm die door het verstrijken van de tijd heelt, meegenomen op een emotionele reis waarbij de hoofdpersoon uiteindelijk zijn rouw weet te verwerken. Close roept daarbij intense emoties op – liefdevolle vriendschap, uitzonderlijk verdriet, slopende schuldgevoelens, allesomvattende vergiffenis – maar doet nauwelijks het werk om deze emoties te verdienen. Dat voelt manipulatief.
Identiteit
Heeft Dhont daadwerkelijk ‘geleerd’ van de controverse rond Girl, zoals Deadline stelt, of heeft hij de terechte kritiek op zijn aanpak opgevat als het devies dat hij alleen films kan maken over zijn eigen ervaringen? Dat zou zo vreemd niet zijn. De kritiek op Girl veranderde al snel van kritiek op Dhonts specifieke aanpak naar een kritiek op zijn veronderstelling dat hij films mag maken over ervaringen die niet de zijne zijn.
Oliver Whitney schreef in The Hollywood Reporter bijvoorbeeld dat “de film van Dhont een uitstekend voorbeeld is […] van wat er gebeurt als we toestaan dat niet-trans makers trans verhalen vertellen.”
Als we kijken naar wie wel en wie niet een bepaald verhaal mag vertellen op basis van persoonlijke ervaringen, lopen we het risico om uit het oog te verliezen waarom bepaalde verbeeldingen schadelijk, kortzichtig, eenzijdig of beledigend kunnen zijn. Dat neemt niet weg dat er een verband bestaat tussen persoonlijke ervaringen en de gevoeligheid die nodig is om een evenwichtig verhaal te vertellen, met name over ondervertegenwoordigde groepen of heftige gebeurtenissen: het is beslist gemakkelijker om een film te maken als dat verhaal niet afhangt van de moeilijke maar belangrijke kunst om een ander te begrijpen.
Maar het idee dat men alleen een verhaal mag vertellen over eigen ervaringen miskent de kracht van onderzoek, advieswinning, begrip en inlevingsvermogen. Het is mogelijk om een gevoelig portret te maken van iets wat je zelf niet hebt meegemaakt. Kijk maar naar de recente documentaire Master of Light (2022), een film over een zwarte Amerikaanse ex-veroordeelde mannelijke kunstenaar, gemaakt door een witte Nederlandse vrouw. Zo is het ook mogelijk om een goedkope, sensationele film te maken over iets dat je wel zelf hebt doorstaan.
Bovendien berust het idee dat alleen trans mensen verhalen kunnen maken over trans mensen, alleen zwarte mensen over zwarte mensen enzovoort op een impliciete overtuiging dat minderheden een monoliet zijn. Nadat Girl werd bekritiseerd voor de cisgender blik op een transgender ervaring, kwam Nora Monsecour, het meisje waarop Lukas Dhont zijn verhaal losjes baseerde en dat nauw met hem samenwerkte bij de ontwikkeling van de film, naar buiten met een steunbetuiging voor de film. Maar dat zou niets aan de film moeten veranderen. Er zijn vrouwen die misogyn zijn, trans personen die een cis perspectief op gender hebben geïnternaliseerd, homoseksuele mensen die vinden dat homo’s zich moeten aanpassen aan heteroseksuele normen, slachtoffers van seksueel geweld die andere slachtoffers de schuld geven.
Het toevlucht nemen tot identiteit om te zien wie wel en wie niet een verhaal mag vertellen, is gemakkelijk, omdat het een soort omzeiling is die geen kritisch nadenken vereist over het hoe en waarom: waarom is de portrettering van deze film problematisch? Waarom bevestigt de film een heersende mythe over minderheden? Hoe kunnen we dit aanvechten? Hoe kunnen we het beter doen?
Het is belangrijk om te benadrukken dat iemands persoonlijke band met een verhaal dit verhaal niet vrijwaart van kritiek. Andersom is het zo dat we een werk niet af kunnen schrijven, omdat het verhaal ver van de makers persoonlijke ervaringen ligt. We moeten een werk nauwkeurig bekritiseren, door te kijken naar wat het doet, en niet alleen vaag, door simpelweg naar de maker te wijzen.