Cristian Mungiu over R.M.N.

'De film gaat over de onzekerheid in ons allemaal'

Cristian Mungiu

R.M.N. is niet alleen een hersenscan van Roemenië, maar van heel Europa, waar idealen van democratie en tolerantie onder druk staan. Mungiu’s beste film in jaren onderzoekt de vraag: wat drijft irrationele haat? “Je hebt weinig nodig om de ander als vijand te zien.”

R.M.N.

De boerenprotesten, de vreemdelingenhaat, het ressentiment jegens Den Haag en Brussel – geen enkele film laat zo haarscherp zien waar de Nederlandse politieke frustraties vandaan komen als R.M.N., Cristian Mungiu’s meesterlijke zesde speelfilm. Wie verder uitzoomt kan de desastreuze Brexit, de populariteit van Marine Le Pen in Frankrijk, de Italiaanse overwinning van Mussolini-aanhanger Giorgia Meloni en de Russische invasie van Oekraïne ook door de lens van deze Roemeense film bekijken. Het fascisme lijkt terug uit het donkere hol waar het decennialang was weggestopt en R.M.N. onderzoekt waar de wortels van al die irrationele haat liggen.

De titel verwijst naar de Rezonanta Magnetica Nucleara, ofwel een MRI-hersenscan. De letters R.M.N. lijken ook een afkorting voor Roemenië te zijn, waardoor te veel mensen er abusievelijk van uitgaan dat Mungiu met dit werk alleen een diagnose van zijn eigen land maakte. Maar tijdens een interview op het filmfestival van Cannes, waar een ernstige Mungiu met een groepje journalisten in gesprek gaat, blijft hij telkens benadrukken: “Deze film gaat over ons allemaal.”

Symbool
Het lukt Mungiu steeds weer om heel exacte en specifieke verhalen symbool te laten staan voor grotere ontwikkelingen in de wereld. Speelfilmdebuut Occident (2002) is een bitterzoete komedie over migratie in Oost-Europa en speelt met de nationale stereotypes die opdoemen als je over grenzen gaat kijken. Gouden Palm-winnaar 4 maanden, 3 weken en 2 dagen (2007) leek lange tijd vooral te gaan over de gruwelen van Ceaușescu’s Roemenië, waar abortus illegaal was, maar is inmiddels een extreem relevante film geworden over de steeds meer ingeperkte politieke autonomie van de vrouw in de maatschappij. Misdaaddrama Bacalaureat (2016) stelt alledaagse corruptie aan de kaak en laat zien dat opwaartse mobiliteit altijd al te koop was.

Met R.M.N., Mungiu’s beste film in jaren, gaat hij op zoek naar iets wezenlijks. Diep in Transsylvanië, op de grens tussen Hongarije en Roemenië, schetst hij een dorp dat gekenmerkt wordt door etnische en nationale spanningen. “Het is een plek waar altijd uitwisseling is geweest tussen landen, talen en culturen, maar zodra een ander type mens de kamer inloopt is het meteen ‘zij versus ons’”, vertelt Mungiu over dat mechanisme.

Een waargebeurd incident vormde de basis voor zijn gelaagde scenario: het moment waarop de lokale bakkerij annex broodfabriek geen werknemers meer kan vinden, omdat alle geschikte mannen als arbeidsmigranten in West-Europa werken, en besluit om twee mannen uit Sri Lanka aan te nemen. Ook in de film zorgt dat voor politiek oproer. Een briljante scène van meer dan tien minuten – zoals altijd bij Mungiu geschoten in één lange take – brengt het hele dorp bij elkaar in het gemeentehuis, waar de Roemenen zich één voor één mogen beklagen over de immigranten die hun brood komen verzieken.

Tempo van verandering
“Daarom gaat deze film over ons allemaal”, benadrukt Mungiu nog een keer. “Zo zijn we altijd al geweest. We houden niet van verandering en het tempo waarop dingen veranderen ligt voor sommigen gewoon te hoog. Vooral in een kleine gemeenschap, zo eentje die ik in mijn film laat zien, snappen mensen de noodzaak niet: waarom moet alles anders? Zij hebben er niet om gevraagd. Ik heb geprobeerd om te begrijpen hoe zoiets zich heeft kunnen voltrekken en ik denk dat het voor ons allemaal relevant is om naar te kijken.”

Wat R.M.N. zo goed maakt, is dat Mungiu de gebeurtenissen in zijn eigen script steeds meer compliceert. Zo is ons hoofdpersonage Matthias (Marin Grigore, die ook speelde in Cristi Puiu’s beste film Sieranevada, 2016) zelf een arbeidsmigrant die in Duitsland werkt. En ook hij wordt gek van hoe hij daar gediscrimineerd wordt. Wat weer geïnternaliseerde haat tegen de Roma-bevolking blijkt te zijn, want als er door de voorman van het slachthuis een racistisch scheldwoord naar hem wordt geslingerd breekt er iets in Matthias en reageert hij met geweld. “Stereotypes zijn er om te simplificeren, maar maken alles ook complexer”, merkt Mungiu op over deze ingewikkelde balans.

R.M.N.

Mythes in het bos
Om het nog complexer te maken: er zit een fascinerende tijdkronkel in R.M.N., die opent met Matthias’ zoontje die aan de rand van het bos schrikt van wat er in een boom hangt. Je verwacht een gelynchte man, maar de film laat het ons op dat moment niet zien. Pas veel later. Is dat elliptische begin een tijdlus, een paranormale voorbode?

Mythes en mysticisme sijpelen langzaam de rauwe, realistische film in naarmate Mungiu langer stilstaat bij lokale gebruiken en tradities. Een Fransman – omdat hij ‘Europeaan’ is, wordt hij als enige buitenlander getolereerd – is naar het dorp gekomen om de lokale berenbevolking te turven. Langzaamaan lijken die beren ook tot Matthias te spreken. Is het een terugkeer naar zijn roots of doen ze een appèl op het beest dat in ons allemaal schuilt?

Heeft Mungiu dan een fabel gemaakt? “Niet echt, in de zin dat er allegorische elementen in zitten die je letterlijk kunt interpreteren. Het is meer een narratieve oplossing voor een probleem dat inherent is aan film. Cinema is een simpele taal: je moet dingen filmen, concrete dingen die voor je camera staan. Ik vroeg me af: hoe kunnen die concrete dingen symbool gaan staan voor de abstracte ideeën die ik in mijn film behandel?”

“Zo kwam ik met mijn locatiescouts op het idee voor dit dorp aan de rand van het bos. Want we weten allemaal: er straalt een zeker gevoel uit het bos. Zeker laat in de avond als het donker is, wil je er niet komen. Er schuilt daar een angst, een ongerustheid. Dus ik wilde dat het bos symbool ging staan voor die irrationele, onderbewuste en angstige gevoelens die ons allemaal voor tenminste een deel voortdrijven. De beren zijn de bewoners van die wereld. Matthias zit tussen het bos en het dorp in. De film gaat over onzekerheid, over de onzekerheid die in ons allemaal schuilt.”

De film klinkt misschien zwaar, maar Mungiu is ook een van de beste satirici die we hebben. Zijn eerste speelfilm was daar al een goed voorbeeld van, maar ook Bacalaureat kun je door een satirische lens bekijken. In R.M.N. kijkt vooral de massascène in het gemeentehuis weg als een venijnige komedie. Mungiu veert op als gevraagd wordt naar de humoristische elementen in z’n film: “Ik ben misschien een pessimist, maar pessimisme heeft niets met humor te maken. Ergens moet je ook de humor in gaan zien van al het falen in de wereld. Ik weet zeker dat als er een god bestaat en hij nu naar beneden zou kijken, hij zich stuk zou lachen.”