Todd Haynes over Carol

'Als je verliefd bent vraag je je de hele tijd af wat een blik of aanraking betekent'

Todd Haynes op de set van Carol

Met Carol sluit het Filmfestival Leiden op 8 november een week films af met een focus op American Indies, waar regisseur Todd Haynes een van de hedendaagse aanjagers van is.

New York, begin jaren vijftig. Patricia Highsmith had haar eerste roman, Strangers on a Train, al verkocht aan Alfred Hitchcock, toen ze als 22-jarige in een warenhuis ging werken om de huur te kunnen betalen. Op een dag stapte Carol binnen, een prachtige, gedistingeerde vrouw. Het was het begin van een verliefdheid waar de schrijfster de woorden niet voor kende, vertelde Todd Haynes afgelopen voorjaar op het Filmfestival Cannes. “Voor een lesbische verliefdheid bestond geen taal.” Haynes was daar ter gelegenheid van de première van Carol, zijn verfilming van Highsmiths roman The Price of Salt (1952) over haar eerste grote liefde, met Cate Blanchett en Rooney Mara in de hoofdrollen. Mara kreeg een acteer-Palm voor haar rol, Haynes nam zelf de Queer Palm mee naar huis.

Wat Highsmith deed met haar roman doet Haynes met films. Talen ontdekken, vormen vinden voor momenten die niet in woorden, maar vaak ook nog niet in beelden expressie hebben gevonden. Laten we dat concreter maken.

Omnivoor
Hoe maak je een biografie over Bob Dylan, een muzikant die overleefde door van gedaante te blijven wisselen en zichzelf steeds opnieuw uit te vinden? Onvermijdelijk een man van contradicties ook. Haynes koos er in 2007 met I’m Not There voor om precies dat te laten zien. Hij liet zes acteurs (Cate Blanchett was er een van) elk een andere kant van Dylan spelen, waarmee abstracte, emotionele, theatrale trekken van Dylans persoonlijkheid plotseling concreet werden en de reikwijdte van zijn persoonlijkheid zichtbaar werd. Die aanpak was natuurlijk niet alleen relevant voor Bob Dylan. Wat Haynes deed ging in feite over de biografie als zodanig want geen enkel leven doe je recht door het in één verhaal te vertellen. ‘I am large, I contain multitudes‘, schreef Walt Whitman.

Large‘ waren ook de personages in Velvet Goldmine uit 1998. Die was door Haynes ongetwijfeld ook als een hommage aan de glamrock-scene van de jaren zeventig bedoeld, met z’n omnivore seksuele honger en theatrale verschijningen, wat trouwens de vruchtbare grond opleverde waaraan we David Bowie te danken hebben. Maar Haynes gebruikt die periode vooral als een blauwdruk, een prototype voor vervagende grenzen tussen sekse en seksuele identiteit, omdat mannen en vrouwen daar toen heel bewust mee speelden. En konden spelen. Wie die film nu bekijkt, beseft hoeveel minder vrij we in onze tijd zijn. Inmiddels verschijnen opinieartikelen waarin mannen worden opgeroepen weer echte mannen te worden en kun je betalen voor bieravonden waar mannen zichzelf als gorilla’s op de borst kloppen, waarschijnlijk tot een van hun ribben breekt. Waaruit ze dan weer vrouwen kunnen maken. Het hoeft allemaal niet moeilijk te zijn.

Steriel
Voor Haynes is het verleden niet slechts een decor. Het is een prisma, een filter om het heden in te bekijken en uit te vergroten. Safe liet de smetteloze heerlijke nieuwe wereld van de jaren tachtig zien en is vaak geïnterpreteerd als een verbeelding van de angst voor HIV die het decennium gaandeweg ging beheersen. Maar je kunt de film ook anders bekijken, breder, als reflectie op de neoliberale ideologie van de Reaganomics, op de groeiende afstand tussen de massa die op straat leeft en een welvarende klasse die het zich kan veroorloven op afstand van de rest te leven. Dat lijkt een luxe, maar de vage ‘omgevingsziekte’ waaraan Julianne Moore’s personage denkt te lijden, illustreert het verstikkende effect van een terugtrekken in een steriel suburbia.

Moore had ook de hoofdrol in Far from Heaven, Haynes bejubelde hommage aan Douglas Sirk, waarin hij voor zijn Technicolor-fantasie van suburbia de melodramatische stijl van z’n voorganger leende. Weer speelde het verhaal in angstig gereguleerde buitenwijken, weer de verstikking van regels en het indammen van gevoelens. Deze keer in de vorm van een vrouw die verliefd wordt op haar tuinman. Het probleem is dat zij blank is en hij niet. En weer was het verhaal een reflectie op afstand, ook een constante bij Haynes. Afstand gecreëerd door sociale conventies.

Velours
Als je het plechtig wilt zeggen, kun je zeggen dat Haynes de ruimte en grenzen tussen lichamen verkent. Net als Yorgos Lanthimos in The Lobster, die ook deze herfst in de Nederlandse bioscopen is te zien, alleen doet die het in de vorm van absurde overdrijvingen. Die ruimte kan leeg zijn, zoals in Safe, wat een ongezonde toestand oplevert. Hij kan ook gevuld zijn met verlangen, zoals in Carol, waarin Rooney Mara’s personage een manier moet vinden om het object van haar verlangen te bereiken in een tijd dat dat verlangen officieel niet mocht bestaan.

“Voel het gewicht van de kleding”, zei Haynes in Cannes. “Voel hoe die vrouwen niet vrij kunnen zitten of bewegen.” Meer dan luisteren naar de woorden laat hij je kijken naar de handen, de vingers, de gelakte nagels die door de ruimte bewegen of even iets aanraken. Een tas, een schouder. Dat is de eigenlijke taal van de film. Daarom is veel aandacht besteedt aan de stoffen, de texturen. Die moeten de kijker een tactiele sensatie geven. Wat nog wordt benadrukt door het grauwe New York als achtergrond te gebruiken. Dat is het contrast dat je voortdurend voelt. Velours tegenover beton. Passie tegenover agressie. De ongeremdheid van verlangen dat zich niks aan grenzen gelegen laat liggen — zoals alles wat mooi is — tegenover het onverzettelijke.

Haynes vertelde dat hij voor de structuur van het verhaal naar oude films had gekeken, zoals David Leans Brief Encounter. De roman zat opgesloten in Therese’s gedachten. Met fantasieën die volgens Haynes sterk leken op de overhitte criminele fantasieën van Ripley in The Talented Mr. Ripley, een andere roman van Highsmith. “Als je verliefd bent”, zei Haynes, “vraag je je de hele tijd af wat een blik of aanraking betekent. Houdt ze van me? Houdt ze niet van me? Alsof je door een koorts bevangen bent. Die koorts bepaalt de echte temperatuur van Carol.”

Of hij ooit een verhaal in het heden zal laten spelen, wilde iemand aan de interviewtafel weten. Haynes had er geen behoefte aan. Hij wil blijven leren van het verleden. Ontdekken door welke kaders we naar dat verleden kijken. Want niets is ooit wat het lijkt.