László Nemes en Matyas Erdely over Son of Saul

'Saul moet moreel zien te overleven'

László Nemes (l.)

Het drama van een fictiefilm over Auschwitz, ook al is dat nog zo sober uitgevoerd, zal voor altijd op gespannen voet staan met de werke­lijk­­heid van de kampen. Toch moest Son of Saul gemaakt worden, vertelden László Nemes en cameraman Matyas Erdely in Cannes.

Het was daags na de vertoning van hun uitzonderlijke want gedurfde debuut Son of Saul. De film volgt twee dagen lang een lid van het Sonderkommando in Ausch­witz, Joodse mannen die gedwongen werden dode lichamen uit de gaskamers te slepen en in verbrandingsovens te stoppen. Een groep die elke paar maanden zelf ook door de nazi’s werd vermoord. Geholpen door getuigenverslagen en Holocaust-deskundigen streeft de film naar een sober realisme, ook al klinkt in de antwoorden van de Hongaarse regisseur László Nemes en cameraman Matyas Erdely door dat ze weten dat het melodrama op de loer ligt. We spraken ze met een klein groepje journalisten na de wereldpremière in Cannes, de dag voordat hij bekroond zou worden met de Grand Prix.

Jullie debuteren met een film die laat zien wat voor veel mensen nooit getoond kan worden. Een fictiefilm over Auschwitz. Nemes: "Voor ons is dit ook een verhaal over nu. Hongarije, maar eigenlijk Europa en de wereld hebben de geschiedenis nog steeds niet verwerkt. De trauma’s van de Holocaust zijn niet verdwenen. Zelfs in mijn eigen familie, die voor een groot deel slachtoffer werd van de nazi’s. We wilden deze verschrikkingen laten zien aan een nieuwe generatie, zonder de sentimentaliteit van andere films over de kampen of de abstracties van intellectuele analyses. We wilden het fysiek maken."

In Son of Saul komen de mannen in opstand. Was het belangrijk voor u dat de gevangenen niet passief waren, zoals in andere films vaak het geval is? Nemes: "Heel belangrijk. Maar je kunt op verschillende manieren niet passief zijn. De opstand van het Sonderkommando is een historische gebeurtenis die plaatshad op 7 oktober 1944. De mannen wisten dat ze door de nazi’s vermoord zouden worden. Hun laatste uren waren aangebroken. Maar Saul Ausländer, de hoofdpersoon, is niet bezig met fysiek overleven. Wat ons interesseerde was een man die bezig is moreel te overleven, al kun je het misschien niet eens overleven noemen. Hij was in feite al dood. Niemand snapt zijn drang om het lichaam van het jongetje te begraven, maar misschien zegt die drang op een universeel niveau iets over de mensheid."

U doelt op een religieus idee van verlossing? Nemes: "Dat ligt ingewikkeld als je een film maakt over de kampen. Maar voor mij gaat religie inderdaad over wat je binnenste zelf je vertelt te doen. Hoe het idee van God en het idee van de mensheid met elkaar verweven zijn. Al is Saul geen religieus mens. Hij vergist zich ook in de traditie. Hij zoekt naar een rabbijn om de jongen te begraven terwijl dat geen vereiste is voor een Joodse begrafenis."
Erdely: "Tegenover het sprankje hoop dat je in de slotscène zou kunnen waarnemen – waarover we trouwens maandenlang gevochten hebben totdat we besloten er niet meer aan te komen – zit wel weer een scène waarin je een jongetje buiten het kamp, dat in de buurt woont, ziet wegrennen voor wat hij de nazi’s ziet doen. We wilden ook iets van de blindheid van Europa laten zien. Dat mensen hun ogen hebben gesloten. Die neiging hebben ze trouwens nog steeds."

U hebt met Béla Tarr gewerkt, maar u koos voor een andere stijl. Nemes: "Béla is op allerlei manieren belangrijk voor me geweest maar voor deze film heb ik vooral naar Kubrick en Elem Klimovs Come and See gekeken, over de vernietiging van dorpen en mensen in Wit-Rusland. Een heel andere film, maar Klimov gebruikte eenzelfde onrust en vertwijfeling in de vorm, in de manier waarop de camera de protagonist volgt. De film is een reis door de hel, door een ruimte van onzekerheid, waarin je een jongen volgt die probeert te overleven. Dit zijn filmmakers geïnteresseerd in ruimte, die het filmmaken organisch benaderen. Die precies weten wanneer ze een scène moeten stoppen, hoe ze je moeten meevoeren naar een andere realiteit. Zo wilden wij het ook."

Kubrick zei ooit dat we niet zullen kunnen kijken naar een film die overtuigend laat zien wat er in Auschwitz is gebeurd. Was u daar niet bang voor? Nemes: "We hebben nooit de bedoeling gehad de kijker een sprookje te laten zien. We wisten dat de film veel zou vragen. Maar het moest gebeuren."

Hoe ontwikkelde de vorm zich in relatie tot de inhoud? Was het vanaf het begin duidelijk dat de kijker zich met Saul in die beperkte ruimte zou bevinden? Nemes: "Ja. Omdat we wisten dat een rechttoe rechtaan beeld van de verschrikkingen niet mogelijk is. Omdat je de werkelijkheid niet kunt laten zien, maar ook omdat zo’n beeld minder kracht, minder gewicht heeft. We wilden dat mensen hun eigen voorstelling zouden maken. Al die fragmenten van beelden creëren samen met de geluiden een indruk die meer oneindig is, zogezegd. In kracht en betekenis. Een direct beeld zou eindig zijn, plat. Het beeld geeft je nu alleen fragmenten en het geluid herinnert je er constant aan wat er buiten je blikveld gebeurt. Ik denk dat dit een eerlijke manier is om Sauls wereld te laten zien, deze tocht door de hel. De kijker wordt een soort metgezel."
Erdely: "In goede films kun je de vorm niet los zien van de inhoud. Vanaf het begin was duidelijk dat we een radicale vorm moesten hebben. László’s eerste korte film With a Little Patience was trouwens al op dit idee gebaseerd."

Welk idee was dat? Erdely: "Hoe en wanneer je de kijker informatie geeft. Dat is een kwestie van hoeveelheid en van timing. Het is een extreem krachtig middel, waar veel filmmakers geen gebruik van maken. Die zijn alleen passief bezig de actie te laten zien. Ze registreren alleen maar wat er gebeurt. Onze vorm is gebaseerd op het fundamentele idee van de film, dat Saul in een extreem onzekere wereld leeft."

Samen met de inhoud klinkt dat op papier als een film die nooit gemaakt zou kunnen worden. Hoe is het u toch gelukt? Nemes: "Als filmmaker moet je risico’s nemen. Ik denk dat de Europese film kapot gaat aan de esthetiek die het van televisie en internet overneemt. De manier waarop filmmakers verhalen vertellen en laten zien. Alles begint op elkaar te lijken, er worden te weinig risico’s genomen. Er wordt te veel getoond, te veel uitgelegd. Met als uiteindelijk gevolg dat je geen emotionele reactie van de kijker meer krijgt. Wat wij doen lijkt radicaal maar het zou normaal moeten zijn. Je moet nadenken over de vorm, over hoe je je verhaal moet vertellen. Bij wat wij wilden vertellen, paste deze vorm: beperkte ruimte, gefragmenteerde beleving, geen backstory. Want deze mannen hadden geen backstory. En er bestond nauwelijks een beeld van wat er met hen gebeurd is. Daarom moest deze film gemaakt worden."