Boeken: Chantal Akerman – Ma mère rit
Lachen in de onmogelijkheid
Op 5 oktober 2015 overleed Chantal Akerman op 65-jarige leeftijd. Op haar 25ste debuteerde ze met een meesterwerk.
Op 5 oktober 2015 overleed de cineaste Chantal Akerman op 65-jarige leeftijd. Een eigenzinnige autodidact die op haar vijfentwintigste bekend werd door Jeanne Dielman, 23 Quai de Commerce, 1080 Bruxelles (1975), een meesterwerk dat de filmgeschiedenis blijvend zou beïnvloeden. Meer dan veertig lange en korte films, fictie, non-fictie en video-installaties maakte ze over uiteenlopende onderwerpen, onmiskenbaar verbonden door haar intuïtieve observerende auteurschap, gekleurd door haar joodse familiegeschiedenis en de relatie tot haar moeder.
Jeanne Dielman, met Delphine Seyrig in de hoofdrol, was gebaseerd op Akermans nauwkeurige waarneming van de handelingen en gebaren van haar moeder bij alledaags huishoudelijk werk. In de film maakt ze voelbaar dat onder de rituele handelingen van het schillen van de aardappelen, het zetten van koffie, het ontvangen van mannen, het aan- en uitklikken van het licht, het eten met haar zoon, een wereld van het onzegbare schuilt.
In de jaren zeventig werd Jeanne Dielman gezien als een eerbetoon aan het onzichtbare leven van talloze huisvrouwen en een boegbeeld voor feministische bewustwording. Ook Akermans sobere stijl van vaste camerastandpunten, symmetrische kaders en lange shots werden gezien als een ondermijning van de klassieke Hollywoodstijl die in diezelfde tijd ook onder emancipatorisch vuur lag. Akerman zelf had soms gemengde gevoelens bij die categorisering en bracht haar stijl eerder in verband met het Tweede Gebod uit de bijbel, namelijk het verbod op afbeelding en ‘idolatrie’ zoals het spektakel van het sterrensysteem. Mensen zijn niet vrij als ze idolen hebben, stelde Akerman herhaaldelijk. Haar pure stijl was een ethische leidraad in al haar films.
Dood hart
Het onzegbare in Jeanne Dielman had ook te maken met de onuitwisbare maar onbespreekbare herinneringen aan de oorlog. Akermans moeder overleefde het concentratiekamp. De huishoudelijke bezigheden weerhielden haar ervan om de onmetelijke pijn van het verleden tot zich door te laten dringen. “Mijn moeder kwam uit de oorlog met een dood hart”, zei Akerman. “Ik sprak voor haar, ik sprak tegen haar, maar misschien ook helemaal niet.”
In 2013 schreef Akerman het autobiografische boek Ma mère rit (Mijn moeder lacht), dat in een door Akerman zelf voorgelezen versie onderdeel was van de solo-tentoonstelling Maniac Shadows in The Kitchen in New York. Hierin vertelt ze dat haar moeder vroeger niet alleen altijd bezig was met huishoudelijke klusjes maar ook veel lachte. Ze was altijd aan het lachen om niets te hoeven zeggen: “Mijn moeder lachte in de onmogelijkheid.”
In Akermans laatste film, de documentaire No Home Movie (2015), filmt ze haar moeder in haar appartement in Brussel gedurende de laatste maanden van haar leven. Het lachen is vervangen door praten over koetjes en kalfjes, de aardappelen en het vlees op het bord, het verleden wordt indirect aangeroerd maar is overal aanwezig. Chantal Akerman en haar zus Sylviane vragen hun doodzieke moeder om een verhaaltje, als meisjes van zestig. Er komt geen verhaaltje. De laatste beelden van No Home Movie laten slechts een leeg huis zien. Het huis waar zoveel verhalen in zijn opgesloten. Maar net als Jeanne Dielman raakt ook deze film diepe onzegbare observaties, het trauma dat steeds groter wordt en stilzwijgend wordt doorgegeven.
Maniakale schaduw
In Akermans debuut, de korte film Saute ma ville (1968) speelt ze zelf een meisje dat wild en klunzig in haar keukentje spaghetti in een pan gooit, de deuren afplakt, de keukenvloer dweilt met de inhoud van de kastjes op de grond, haar schoenen én haar benen poetst met zwarte schoensmeer; ze giechelt op de bijna surrealistische asynchrone geluidsband. En plotseling ziet ze zichzelf verdubbeld in een spiegel. Akermans alter-ego, haar ‘maniakale schaduw’ zit in haarzelf verborgen.
Het is een confronterend moment in de film, en achteraf bezien wellicht al de eerste tekenen van haar bipolaire aandoening die zich later zou manifesteren. Ook het leven en het trauma van de moeder zit gevangen in dat spiegelbeeld. De onlosmakelijke (en verstikkende) moeder-dochter relatie die is omschreven door de filosofe Luce Irigaray als ‘de een die niet beweegt zonder de ander.’ Akermans films zijn existentiële zoektochten naar het erkennen en loskomen van een transgenerationeel trauma. “Laat me niet los, nog niet. Ik ben er niet klaar voor en misschien zal ik het nooit zijn”, zegt Akerman in Mijn moeder lacht. Saute ma ville eindigt met een explosie, het beeld wordt zwart. Akerman verliet het leven een jaar na de dood van haar moeder.
Ma mère rit, Chantal Akerman | Parijs, Mercure de France, 2013 | 208 pagina’s | €22,80 | No Home Movie zal te zien zijn op IDFA