Rebecca Zlotowski over Les enfants des autres

'Ik ben de droevigste en blijste persoon die ik ken'

Rebecca Zlotowski

Met lichtheid, humor en enorme finesse behandelt Rebecca Zlotowski in Les enfants des autres dilemma’s waarmee elke volwassene te maken krijgt. Het elegante drama bevestigt dat ze momenteel een van de beste regisseurs in Frankrijk is. “Deze film spreekt tot ieders verbeelding.”

In haar vijfde speelfilm stipt scenarist en regisseur Rebecca Zlotowski een onderwerp aan dat zo universeel is dat het bijna te triviaal lijkt om er een film over te maken. Tegelijkertijd heb je een film als Les enfants des autres nog nooit eerder gezien, omdat we dat onderwerp veel te vaak voor lief nemen.

Rachel (Virginie Efira, zoals altijd weergaloos) is een Parisienne van tegen de veertig die in een liefdevolle relatie met Ali (Roschdy Zem) belandt en zich over zijn vierjarige dochter Leila (Callie Ferreira-Goncalves) ontfermt, haast alsof het haar eigen kind is. En dan begint het bij haar te knagen. Neemt ze genoegen met de rol van stiefmoeder? Wil ze dat even vreemde als natuurlijke biologische proces van een kind baren niet ook zelf ondergaan? Is er wel plek en ruimte in haar relatie met Ali voor nog een eigen kind? En boven alles: is er nog wel tijd om zwanger te worden?

Laat het maar aan Zlotowski over om hier een allesbehalve triviale film van te maken. Les enfants des autres geeft woorden en gedachten aan een overweging die elke volwassene een keer in het leven moet maken, ongeacht leeftijd en geslacht. Zlotowski putte weliswaar uit haar eigen twijfels en dilemma’s als stiefmoeder, maar maakt hier ook iets universeels dat haar eigen ervaringen overstijgt. Zoals bij eerdere, sterke films als Planetarium (2016) en An Easy Girl (2019) drijft Les enfants des autres niet alleen op waar de film over gaat, maar ook op hoe Zlotowski het in beeld brengt. Zlotowski is namelijk een meester van de filmretoriek – haar films gaan altijd dieper en verder dan ze aan het oppervlak doen vermoeden. Dit is geen single issue-film over dilemma’s rondom moederschap, maar een eloquente verkenning van complexe intermenselijke relaties, tegen de achtergrond van allerlei maatschappelijke conventies die vooral vrouwen in hardnekkige rolpatronen duwen.

Opvallend is de lichtheid waarmee Zlotowski dit onderwerp behandelt. Les enfants des autres staat zo in direct verband met de gelaagde zomerkomedies van Éric Rohmer, de screwball-komedies van Ernst Lubitsch en de virtuositeit van François Truffaut. Licht en oprecht, luchtig en diep; in Frankrijk filmen momenteel weinig andere makers op het niveau van Zlotowski – hooguit Mia Hansen-Løve en Philippe Garrel mogen zich naast haar scharen.

Les enfants des autres

Een jaar geleden ging Les enfants des autres in prèmiere op het filmfestival van Venetië. Daar sprak Zlotowski, die tijdens het draaien van de film onverwachts zwanger werd van haar eerste kind, over de persoonlijke insteek van haar vijfde speelfilm, haar voorkeur voor een luchtige filmstijl en een briljante cameo van documentairelegende Frederick Wiseman, die op 92-jarige leeftijd de gynaecoloog speelt van Virginie Efira’s personage.

Uw film is bijzonder ontroerend. En bovendien een verademing, want waarom zien we dit soort dilemma’s en overpeinzingen nooit op deze manier in beeld gebracht? “Voor mij is het geen mysterie dat dit soort verhalen nooit op deze manier verteld worden. Ik heb zo mijn vermoedens… Ik moet daaraan toevoegen: het duurde voor mij ook lang om gevoelens te ontleden die diep in mijzelf zitten, om een vrouwelijk onderwerp aan te snijden zonder te denken dat het te klein of te onbelangrijk is. Dat is het namelijk niet. Dit onderwerp gaat volwassenen van elk geslacht aan. Ouderschap is een van de sterkste banden die mensen met elkaar hebben. Ouder zijn, een ouder hebben, zelfs het ontbreken van een ouder spelen een enorme rol in hoe je jezelf en de wereld om je heen ziet. Daarom spreekt deze film tot ieders verbeelding.”

En wat is dat vermoeden dat u heeft over waarom deze film niet eerder gemaakt is? “De industrie was niet divers genoeg om zo’n onderwerp op deze manier aan te snijden. Je kon producenten, investeerders en artistiek directeuren van filmfestivals nog niet verleiden om hun vertrouwen – en zo’n acht miljoen euro – te stoppen in een verhaal als dit. Die tijd is nu gelukkig wel aangebroken. En dat heeft niet alleen met politiek bewustzijn te maken, maar ook met een zekere economische noodzaak om verhalen aan te bieden die voor iedereen herkenbaar zijn. Als burgers zijn we de hele tijd met dit soort zaken bezig. In die zin is cinema een beetje te laat, want waar was de representatie?”

In stijl en toon is Les enfants des autres bijzonder fluïde. Waar zocht u naar in de relatie tussen vorm en inhoud van deze film? “Ik bedacht me dat een zeker classicisme de film zou sieren, dat enige bescheidenheid in vorm de inhoud zou versterken. Ik was ervan overtuigd dat de acteurs de voorgrond moesten innemen, dat hun gevoelens en emoties leidend moesten zijn. Die gevoelens drijven op hun beurt de prominente muziek en de stijl. Voor inspiratie keek ik naar klassieke cinema uit de late jaren zeventig. Denk Robert Bentons Kramer vs. Kramer [1979] en An Unmarried Woman [1978] van Paul Mazursky. Het is ook een beetje de Franse cinefiel in mij, die neigt naar de melodische films van Truffaut. Ik kan het niet helpen om op het woord melodisch uit te komen, want de muzikaliteit van de film is verbonden met de vertelling. De film speelt zich af gedurende een jaar en is via Vivaldi verbonden aan de vier seizoenen. Muziek zit overal in de film. Alleen al het feit dat Rachel en Ali elkaar ontmoeten bij gitaarles zegt genoeg.”

U noemt het muzikaal, maar het is ook lyrisch. Er is iets ritmisch opwekkends en vreugdevols aan uw film, en dat terwijl het onderwerp behoorlijk zwaar kan zijn. Hoe zag u die balans? “Laat ik het zo stellen: ik ben de droevigste en blijste persoon die ik ken. Snapt u wat ik bedoel? Voor mij gaat deze film over existentiële vraagstukken: welke vorm van overdracht kun je verwachten als je kinderloos blijft? Wie gaat je begraven als het allemaal voorbij is? Dat wilde ik in een beleefde vorm vertellen. Misschien is dat wel waar de lichtheid van de film hem in zit. Mede daarom zit Frederick Wiseman in deze film als die joviale gynaecoloog. Ik wilde dit verhaal niet met kwaadheid, maar met humor behandelen, en met lichtheid en oprecht inzicht. Wiseman is ook echt een wijs man, hij belichaamt dat.”

Wat is uw connectie met Wiseman? “Het is een grappig verhaal. We ontmoetten elkaar hier in Venetië, in een lift van een hotel. Hij complimenteerde mijn schoenen, hakken met glitters, en ik de zijne, robuuste herenschoenen. ‘Dit zijn de schoenen van een regisseur’, zei hij over de zijne. ‘Dit ook’, zei ik vervolgens over de mijne. Sindsdien zijn we vrienden.”

Deze film is net als uw vorige, An Easy Girl, bedrieglijk simpel, want eigenlijk behandelt u zeer complexe processen en mechanismes. Het verhaal van deze film lijkt dichter bij u te staan. Hoe was het om een film zo dicht op uzelf te betrekken? “Het is waar dat deze film sterkere biografische elementen heeft dan eerdere films. Ik was zelf een docent; ik ben voorbij de veertig, de kwestie van moederschap gaat me aan; ik ben een stiefmoeder; Rachels vader in de film wordt gespeeld door mijn eigen vader; het graf dat ze bezoeken is het graf van mijn moeder. Maar vergis je niet: niet alles komt voort uit een autobiografische noodzaak, maar eerder uit een praktische. Ik had bijvoorbeeld de rechten nodig voor het filmen van een graf – alles kost immers geld – en ik had letterlijk die rechten van mijn moeders graf. De filmrealiteit is dus net zo belangrijk als mijn eigen burgerlijke realiteit. Voor mij is het vooral belangrijk dat ik geen therapeutisch object ging maken van Virginie Efira’s personage. Dat is alleen voor mij interessant. Ik wilde een sterk filmpersonage van haar maken, zodat het voor iedereen interessant is.”