Redactioneel – september 2023

Schrijven over wat echt is gebeurd

Oppenheimer

Inderdaad, het nieuwe Filmkrant-beeldmerk dat we nog maar kort geleden presenteerden, is weer een beetje veranderd. Een internationaal mediabedrijf liet ons per juridische afdeling weten dat men gelijkenissen signaleerde met het logo van een van hun betaalzenders.

Het was niet onze bedoeling om na veertig jaar onafhankelijke filmjournalistiek mee te liften op het succes van die betaalzender, dus gingen onze vormgevers aan de slag.

Een andere, op het eerste (en tweede) gezicht ongerelateerde zaak diende zich eind augustus aan, toen verschillende van onze redacteuren de persvoorstelling van Dumb Money bezochten en een nogal vergaand embargo moesten ondertekenen om de film te zien. De film zou z’n internationale première krijgen op het filmfestival van Toronto en dan wil men de boel nog wel eens wat strenger bewaken.

Los daarvan zat er iets interessants aan de eisen van het publiciteitsbedrijf achter de film. Dumb Money gaat over niks minder dan een kleine revolutie: de zogenoemde Gamestop ‘short squeeze’ van januari 2021. Tegenover machtige beursbedrijven met miljarden dollars die speculeerden (dus: winst wilden maken) op een koersval van Gamestop, stonden duizenden kleine beleggers op die vonden dat het bedrijf wel waarde had. Ze vochten en wonnen.

Twee dingen zijn hier relevant. Ten eerste de cruciale vraag of een entertainmentbedrijf mag eisen dat je niets weggeeft over de plot van een film die over reële gebeurtenissen gaat en is gebaseerd op een boek dat al in 2021 werd gepubliceerd. Natuurlijk: er is deels gefictionaliseerd, dat is eigen aan film, niet iets uit de realiteit. Maar het lijkt ons dat mediabedrijven zich in behoorlijk grijs gebied begeven als ze grenzen willen stellen aan het schrijven over dingen die echt hebben plaatsgevonden. Dat doet men hier door te eisen dat we niets over de film naar buiten brengen. Er stond zelfs geen einddatum in het embargo.

Op dit moment roept niemand deze bedrijven ter verantwoording, dus het is wat embargo’s betreft een soort Amerikaanse frontier: men claimt stukken land, die we later nog maar moeten zien terug te krijgen.

Een tijdje terug ontvingen we een uitgebreide brief van iemand die begon met zeggen dat ze het blad nooit las, maar vervolgde dat het haar was opgevallen dat het activisme dat ze soms op onze pagina’s meende te bespeuren, klonk als taal uit de jaren tachtig.

Ik beschouw dat als een compliment: de reductie van film tot een verzameling plotpunten – het tweede interessante ding in dat embargo – en de reductie van cinema tot een arena waarin intellectueel eigendom bevochten wordt, zorgt voor een verarming van de cultuur. Met die verschraling hoeven we geen genoegen te nemen. Als het enorme succes van Barbie en Oppenheimer iets duidelijk heeft gemaakt, is het dat mensen snakken naar originele verhalen. Daar hoort een kunstkritiek bij die alle vrijheid heeft om over die cultuur te schrijven. En niet door entertaimentbedrijven gedicteerd krijgt wat wel en niet mag.