25 jaar Cinekid MediaLab
Ga zelf aan de slag!

‘Highsight’ op Cinekid Medialab 2015. Foto: Corinne de Korver
Vijfentwintig jaar geleden besloot Cinekid kinderen niet alleen te prikkelen met films, maar ook met digitale media. In Cinekid MediaLab kunnen kinderen met kunst, media en technologie creatief aan de slag en zicht krijgen op maatschappelijke vraagstukken. Een terug- en vooruitblik met enkele curatoren.
In 1998 schreef de Programmakrant van het festival: ‘Apenstaarten opgelet! Cinekid gaat vanaf dit jaar inloggen op het Internet onder de naam Cinekids & Bits.’ Om vervolgens aan te kondigen dat je op het festival onder meer kon praten en fotograferen met een computergestuurde octopus.
In het begin werd er door sommige volwassenen wat vreemd naar gekeken. Games en ander digitaal werk, dat was toch heel iets anders dan film? Kinderen zagen het probleem niet. Cinekid sloot met film, tv en wat heel lang nog ‘nieuwe media’ heette perfect aan bij het brede spectrum van hun mediabeleving – toen nog geen smartphones en sociale media, wel games en cd-roms. Laat je meeslepen door een prachtige film, verwonder je over een spannende installatie en knutsel in een workshop je eigen digitale fantasiewereld.
Voorzet met Kids & Bits
Het Cinekid MediaLab (aanvankelijk Cinekids & Bits), inmiddels een vertrouwd onderdeel van het festival, viert dit jaar het vijfentwintigjarig bestaan. Reden om enkele van de acht curatoren die zich er in de loop der tijd over ontfermden te spreken. In een online sessie ontmoet ik Martine Brinkhuis (curator van 2000-2004), Paulien Dresscher (edities 2011-2016) en Leonieke Verhoog, dit jaar voor het eerst Hoofd Cinekid MediaLab. Tussendoor mail ik met Ward Janssen, die na Dresscher vier edities op touw zette.
Als ik Brinkhuis vraag naar een activiteit of installatie die haar speciaal is bijgebleven, noemt ze zonder aarzelen Het fluisterbed van Jaap de Jonge. Die installatie maakte deel uit van het programma Kids & Bits, dat in februari 1998, nog zonder betrokkenheid van Cinekid, in De Balie plaatsvond. “Een soort grote, aaibare poezenmand voor kinderen. Met spannende, knipperende knopjes. Als je daarop drukte hoorde je een stem (een acteur achter de schermen) die je allerlei vragen kon stellen.”
Het maakte op jonge kinderen een geweldige indruk, herinnert ze zich. “Sommigen kwamen telkens terug omdat ze nog iets wilden vragen. Daarnaast, dat was ook nieuw, kon je zelf stopmotion-filmpjes maken met de computer. Grappig genoeg nog steeds een succesonderdeel van het Cinekid MediaLab.”
Brinkhuis maakte zelf deel uit van het team dat Kids & Bits bij De Balie op poten zette. “Dat vloeide voort uit de discussies die we daar hadden over media-educatie en het gebruik van nieuwe digitale media in het onderwijs. Iets waar veel mensen, vooral ouders, nogal huiverig voor waren.”
Meer dan betoveren
Datzelfde jaar kwam er een vervolg toen Cinekid, samen met de VPRO, het Cinekid Festival uitbreidde met Cinekids & Bits, ook in De Balie. De pas aangetreden directeur Sannette Naeyé was daar een groot supporter van. “Verbeelding en kinderen van alles zelf laten doen, waren belangrijk.”

Dresscher sluit hierbij aan en ziet twee kanten aan al die installaties en workshops. “Aan de ene kant kan het kinderen betoveren: ‘Wow, wat fantastisch!’ Aan de andere kant wil je ze voorhouden: ‘Kijk! Je mag het verbouwen, je mag het opnieuw in elkaar zetten, je kan er helemaal zelf iets mee doen.’”
Ze noemt twee sprekende voorbeelden. “Highsight van twee Amerikaanse kunstenaars was een van die wow!-dingen. Via een virtual-reality-camera dook je vanaf vijftien meter hoogte door een enorme getande bek naar beneden. Kinderen zagen dat in een VR-bril, terwijl ze, gewoon op de grond, op z’n kop in een harnasje hingen. Hierdoor kreeg je echt het gevoel dat je door een enorme reus werd uitgespuugd. Dat was technisch ingewikkeld, maar had tegelijkertijd een hoog houtje-touwtje-gehalte. Illusie en verbeelding, naast duidelijk zichtbaar knutselwerk.”
Iets heel anders was de ontwerpworkshop What If, ontwikkeld door Siuli Ko, voormalig producent van het MediaLab. “Bedrieglijk eenvoudig, maar een groot succes. Een kaartenbak met allerlei vragen en opdrachten. Hoe zou je dit of dat doen als er geen internet was? Kinderen gingen er met al hun fantasie, pen en papier mee aan de slag. Heel mooi, omdat het veel te maken had met mediakritisch zijn, nadenken over het effect van dingen. Daar kwam geen ingewikkelde apparatuur bij kijken. Alleen verbeeldingskracht.”
Speelse mediawijsheid
Ondertussen is het Cinekid MediaLab dan al aanzienlijk gegroeid en (in 2007) verhuisd naar het terrein van de Westergasfabriek. “Toen ik daar in 2011 begon ben ik me gaan verdiepen in wat die nieuwe media eigenlijk betekenen”, vervolgt Dresscher. “Technieken veranderen snel en de angst was dat kinderen alles, zoals de mobiele telefoon, voor zoete koek zouden slikken. De boodschap van het MediaLab moet zijn: het is van jou, je kan zelf bedenken wat je ermee doet.
“Technisch waren er twee grote ontwikkelingen. De Kinect, een camera die jouw lichaamscontouren koppelt aan een computercreatie, zodat je iemand anders, of bijvoorbeeld een harig monster, kan worden. Plus de eerste VR-brillen die binnen bereik kwamen van de gemiddelde kunstenaar.
“Bij de keuze van het aanbod van het Cinekid MediaLab, het prikkelen van de nieuwsgierigheid en creativiteit van kinderen, waren er voor mij drie uitgangspunten. In de eerste plaats het bevragen van de laatste technische ontwikkelingen en hun invloed op de wereld. Ten tweede: interactiviteit. Kunnen kinderen er zelf iets mee, draagt het bij aan mediawijsheid? En ten derde: speelsheid. Het mag niet schools worden, ze moeten er met hart en ziel in kunnen stappen.”
Verdieping en poëzie
Dat het Cinekid MediaLab een kritische kijk op media moet bevorderen, wordt vooral benadrukt door Ward Janssen, die in 2017 Dresscher opvolgde. Over zijn insteek noteert hij: “Het MediaLab moest eigenzinniger worden: ‘weird media’ als voorbeelden uit mediakunst om te laten zien dat er meer is dan Silicon Valley. Iets minder tech love, iets meer kritische verdieping en poëzie. Mediakunst kan je laten ontdekken hoe mediatechnologie de wereld verandert, ook voor kinderen. Het MediaLab als een plek waar het Cinekid-publiek ziet dat er meer is dan je laten betoveren door nieuwe technologieën als entertainment. Met het technologie-experiment als poëtische barometer van onze mediamaatschappij.”
Hij noemt daarbij enkele voorbeelden die gemaakt werden in opdracht van het Cinekid MediaLab. Zoals de video-installatie TouchMETell van Melanie Bonajo. Met opnames van kinderen, door Bonajo geïnterviewd over intimiteit en het stellen van grenzen in de digitale wereld en het echte leven.
Anouk Kruithof maakte de acht-kanaals video-installatie Universal Tongue, waarin in vijf uur honderden dansstijlen in een montage van duizenden internetvideo’s voorbijkomen. Zo is te zien hoe mensen op sociale media dansen en hoe dat voortkomt uit verschillende culturen waarin dans een deel van het leven is, los van TikTok-hypes.
Kunstenaars happen toe
Uit bovenstaande blijkt al dat Cinekid MediaLab niet alleen bestaande installaties of kunstwerken verzamelt, maar de ontwikkeling ervan ook actief stimuleert. “Ik hield altijd mijn favoriete kunstenaars in de gaten”, licht Dresscher toe. “Zodra iemand met relevant onderzoek bezig was kon ik vragen: ‘Zou je met deze technologie iets voor de doelgroep van het MediaLab willen doen?’ Meestal zijn ze niet gewend iets voor jonge kinderen te maken. Toch hapten ze vaak gelijk toe.”

Het blijft ook niet bij de exposities in het MediaLab. In opdracht van Cinekid MediaLab ontwikkelde werken reizen vaak de wereld over. Zo werd de VR-installatie The Imaginary Friend van Steye Hallema, te zien tijdens het komende Cinekid Festival, ook geselecteerd voor de Venice Immersive, het digitalemediaprogramma van het filmfestival van Venetië. Leonieke Verhoog: “Daar dus voor volwassenen.”
“Het MediaLab heeft in de loop der jaren een hoge status gekregen onder kunstenaars en filmmakers”, stelt Dresscher.
Aan de slag met AI
Dan natuurlijk aan Verhoog de vraag: wat voor nieuws kunnen we in het aankomende Cinekid MediaLab verwachten? “Voor het festival zelf gaan we meer doen aan kruisbestuiving met het film- en het professionals-programma. Het thema van 2023, ‘Is dit echt?’, wordt voor het hele festival gebruikt.
“De uitwerking van het thema in het Cinekid MediaLab is heel breed; van fake news tot de invloed van AI op de wereld. Zoals in de kunstinstallatie Criaturas A.I.sticas van studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). Daarin maken kinderen met behulp van AI nieuwe fantasiedieren.
“Ook blijft het Cinekid MediaLab vooroplopen in de mix van storytelling en technologische ontwikkeling. We zijn heel trots op The Imaginary Friend. In deze VR-installatie leer je meer over rouw en verlies en verander je zelf in de denkbeeldige vriend van de achtjarige Daniel, die worstelt met het overlijden van zijn moeder.”
Heel nieuwsgierig zijn we ook naar het nieuwe werk van de spraakmakende Vlaamse kunstenaar Dries Depoorter, ook een graag geziene gast bij IDFA’s DocLab. Voor Cinekid maakt hij een fake news-quiz, waarbij kinderen moeten bepalen wat echt is: een bizar nieuwsbericht (dat echt is) of een door AI gegenereerd bericht. Plus workshops over het maken van fake news en deep fake-video’s.
Ten slotte licht Verhoog nog de samenwerking uit met Interactive Media Design-studenten van de KABK en ook met het XR Lab van het Mediacollege. “We willen blijven inzetten op talentontwikkeling en een podium blijven voor jonge makers.”
De 37e editie van Cinekid Festival opent zondag 15 oktober 2023 in Amsterdam met de wereldpremière van Jippie No More!, een nieuwe Nederlandse familiefilm van Margien Rogaar. Op de hoofdlocatie Pathé Amsterdam Noord aan het Buikslotermeerplein is ook het grootste Cinekid MediaLab te vinden. Open voor publiek van zaterdag 21 t/m vrijdag 27 oktober. Daarnaast zijn acht theaters in het land satellietlocatie met een eigen MediaLab.