Freeze Frame #33
Er is maar een minuscuul vonkje nodig
Regisseur Shady El-Hamus (De libi, Forever Rich) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: partycrashen in La haine.
De tragische dood van de Franse tiener Nahel bewees deze zomer nog maar eens de eindeloze actualiteit van La haine. De film uit 1995 blijkt al bijna twintig jaar een referentiepunt waaraan heel precies af te meten is hoe weinig progressie er is geboekt in het verbeteren van het toekomstperspectief van jongeren uit buitenwijken. Door heel Europa groeien kinderen op in de periferie van grote steden, zonder dat er veel moeite gedaan lijkt te worden hen structureel onderdeel te maken van de samenleving. Met veel frustratie tot gevolg.
In La haine volgen we 24 uur lang drie van die gefrustreerde jongens uit een banlieue net buiten Parijs. Het is de ochtend nadat een buurtgenoot van hen is omgekomen door politiegeweld en zodoende is de sfeer uiterst ontvlambaar. De vrienden eisen gerechtigheid, zoeken de confrontatie en begeven zich de hele dag op het randje van een geweldsuitbarsting. Het gaat telkens allemaal net goed, totdat het hopeloos misgaat.
Het interessante is dat je een boze, agressieve film zou verwachten; maar voor een groot deel is La haine droogkomisch van toon en zeer humaan van aard. Je houdt vanaf minuut één van deze jongens en de sympathie voor hen is zo sterk dat de momenten waarop ze zich onnozel gedragen of zich tegen de autoriteiten keren met veel vergevingsgezindheid beleefd worden. Ze zijn simpelweg zoekende naar hun plek in een chaotische wereld die er niet voor hen lijkt te zijn, en naar een sprankje hoop op een betere toekomst.
In de tweede helft van de film zit een scène waarin de jongens door het centrum van Parijs dwalen en per toeval langs een chique borrel in een galerie komen. Vol bravoure stappen ze binnen om een glas gratis champagne te drinken. Wat we vervolgens zien is hoe twee werelden, vol vooroordelen van beide kanten, genadeloos op elkaar botsen. Aan de ene kant de high society-types die midden in de wereld staan, zonder dat ze zich lijken te beseffen hoe fortuinlijk die positie is. Aan de andere kant onze drie hoofdpersonages, de outsiders, die hun jarenlang opgebouwde onvrede afreageren op deze beter bedeelden – die via schuine blikken direct het gevoel geven dat ze op hen neerkijken.
Hoe het in de scène uit de hand loopt is zo pijnlijk realistisch – er blijkt maar een minuscuul vonkje nodig om de boel tot ontploffen te brengen. Eén denigrerende opmerking, één verkeerde blik, en opeens zijn onze jongens aan het tieren en schelden. Gedrag dat je afkeurt, maar dat je ook beter bent gaan begrijpen door de tijd die je met ze hebt doorgebracht.
Dat is de empathische kracht die een film kan hebben. Door het harnas dat deze jongeren dragen zichtbaar te maken voor de kijker, creëert regisseur Mathieu Kassovitz ruimte voor compassie en inlevingsvermogen. Wat de film doet inzien is dat als je opgroeit met het besef dat je op afstand staat, en misschien altijd op afstand zal blijven, je logischerwijs vol zit met gevoelens van uitsluiting, minderwaardigheid en onzekerheid. Deze ‘zwakheden’ worden vaak al op jonge leeftijd gemaskeerd door de illusie van onaantastbaarheid en een fuck you-mentaliteit – met als gevaar dat een nieuwe generatie zich in een spiraal van negativiteit verliest en zich keert tegen een wereld waardoor ze eigenlijk gezien en gehoord willen worden.
Tijdens de rellen van afgelopen zomer in Frankrijk ging het vaak over de film Athena uit 2022. Ook in die film is de dood van een jongen uit een banlieue reden voor grootschalige rellen, maar waar Athena toch vooral een visueel spektakel is, blijft het inhoudelijk veel meer aan de oppervlakte. La haine brengt je daarentegen zeer dicht bij de hoofdpersonages en legt op een prachtige manier de maatschappelijke breuklijnen bloot waarlangs het telkens weer fout gaat; en fout zal blijven gaan, als er niet drastisch iets verandert in de manier waarop westerse samenlevingen georganiseerd zijn. Pijnlijk, dat in de twintig jaar sinds de release de maatschappelijke gaten niet gedicht, maar juist steeds verder opengescheurd lijken te zijn.