Movies That Matter 2021

Hoop als pacifistisch wapen

Only the Devil Lives Without Hope

De negen films uit de Camera Justitia competitie van het Movies that Matter Festival en openingsfilm The Man Who Sold His Skin schreeuwen hoopvol om verandering. Tegelijk constateren deze verbeeldingen van trauma’s uit heden en verleden dat de strijd tegen oude machtsstructuren nog lang niet gestreden is.

De Syrische vluchteling Sam krijgt een Schengen-visum, maar het kost hem de huid van zijn rug. Dat is de deal die Sam (Yahya Mahayni, die wel wat weg heeft van een jonge Denis Lavant) sluit met de controversiële kunstenaar Jeffrey Godefroi (Koen de Bouw schmiert er heerlijk op los) in The Man Who Sold His Skin, dit jaar de openingsfilm van filmfestival Movies that Matter.

The Man Who Sold His Skin

Godefroi ziet in Sams rug een blanco canvas, en daarop tatoeëert hij een Schengen-visum. Zo ontvangt Sam dus twee visa – één op papier en één op zijn lijf. Maar van die laatste is hij niet zelf de eigenaar. De Syriër wordt tentoongesteld in een Brussels museum, waar hij dag in dag uit met ontbloot bovenlijf de bezoekers dient te overweldigen.

Voordat Sams lichaam wordt getransformeerd tot kunstwerk toont filmmaker Kaouther Ben Hania ons Sams rug zonder de tattoo. Zo benadrukt ze dat Sam ongeschonden de oorlog is doorgekomen, al is hij van binnen misschien wel gehavend. De toon is vervolgens gezet als Godefroi even later zegt: “Ik wil jouw rug hebben.” De vraag is of Godefroi Sam ook ruggensteun zal verlenen, of dat de kunstenaar alleen maar bezig is met zijn eigen reputatie. Hoe dan ook heeft Sam zijn ziel aan de spreekwoordelijke duivel verkocht. Een onomkeerbare daad, met desastreuze implicaties. Een geslaagde, en dus uiterst pijnlijke satire over de schijnbaar oneindige uitbuiting van het oosten door het westen.

Scars

Getekend voor het leven
Ook de negen films in de Camera Justitia-competitie op het festival signaleren dat hoop op verandering stagneert wanneer blijkt dat oude machtsstructuren nauwelijks aan kracht ingeboet hebben. Zoals in de documentaire Dying to Divorce, waarin Turkse vrouwen voor de camera vertellen hoe ze door hun echtgenoten werden mishandeld en verminkt. Tussendoor toont documentairemaker Chloe Fairweather beelden van een toespraak van de Turkse president Erdogan, die zijn mannelijke landgenoten maant de voeten van vrouwen te kussen.

Het zijn loze woorden, zeker als je weet dat Turkije onlangs uit het internationale verdrag van Istanboel stapte, waarmee huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen dient te worden aangepakt. Die wetenschap maakt de documentaire des te aangrijpender.

Ook de documentaire Scars van Agnieszka Zwiefka draait om vrouwen die fysiek en mentaal zijn getekend voor het leven. Een voormalig Tamil-strijder die haar arm verloor tijdens de Sri Lankaanse burgeroorlog (1983-2009) ontfermt zich nu over vrouwelijke lotgenoten. Gezamenlijk proberen ze door middel van dans en spel hun levens op te fleuren, terwijl ze als oud-militairen voortdurend in de gaten worden gehouden door informanten van de overheid die zich afvragen hoe het eigenlijk is gesteld met de ‘kwaadaardige’ politieke idealen van het gezelschap.

President

Ballingschap
Leven in relatieve onvrijheid is ook elders in de competitie een thema. Zoals in Only the Devil Lives Without Hope van Magnus Gertten. De Oezbeekse Dilya heeft haar broer al jaren niet gezien. Ooit werd hij – net als zovelen die zich keerden tegen het dictatoriale regime in het Aziatische land – veroordeeld voor ‘terroristische motieven’. Als Dilya vanuit ballingschap in Zweden probeert haar broer vrij te krijgen, neemt het verhaal een bizarre wending: de lange arm van Oezbekistan reikt tot Scandinavië, waar stropoppen van de dictatuur hun invloed laten gelden, met opzienbarende gevolgen.

President begint juist als een meer hoopvolle film, over de mogelijke beëindiging van een dictatuur. In de documentaire over de Zimbabwaanse presidentsverkiezingen van 2018 toont filmmaker Camilla Nielson hoe de veertig jaar oude politicus Nelson Chamisa zich manifesteert als de luis in de pels van de zittende macht. Hij neemt het op tegen de ZANU-PF partij, die tot 2017 werd bestierd door oud-dictator Robert Mugabe. Chamisa wil meer banen creëren en corruptie tegengaan, maar wie het nieuws de afgelopen jaren volgde weet dat zijn droom in duigen viel.

Niet alleen kijkers die de afloop van de campagne al kennen, zullen merken dat de vrij lange film – campagnevoeren verwordt tot een monotone aangelegenheid – op een gegeven moment zijn doel voorbijschiet.

Josep

Onwerkelijke verhalen
Niettemin valt op dat de vijf documentaires in de selectie stuk voor stuk draaien om onwerkelijke verhalen die vertelt moeten worden. Dat geldt ook voor Colombia in My Arms, misschien wel de sterkste documentaire uit het rijtje. Filmmakers Jenni Kivisto en Jussi Rastas tonen de ideologische tegenstellingen tussen FARC-guerrilla’s, die in hun tentjes diep in de jungle de verwrongen werken van Che Guevara koesteren, en hun rechtsconservatieve aartsvijanden in de bewoonde wereld (waar stierenvechten wordt opgevoerd als een treffende metafoor voor machtswellust). Close-ups van een geweer, een sigaar, miertjes die bladeren heen en weer transporteren en een hondje in een schijnwerper vertellen een akelig verhaal.

De vier fictiefilms doen overigens niet onder voor de documentaires en zijn minstens net zo bevlogen en geëngageerd. Zoals het magisch-realistische Night of the Kings waarin filmmaker Philippe Lacôte de nacht toont voorafgaande aan een machtswisseling in een Ivoriaanse staatsgevangenis in de wildernis. Vanuit het perspectief van een verhalenverteller, die gedecideerd oreert over strijders uit de Afrikaanse geschiedenis, zien we hoe de nieuwe macht al snel niet te onderscheiden is van de oude macht – macht is macht. Het overmatig gebruik van computereffecten had trouwens achterwege kunnen worden gelaten in deze prachtige, sfeervolle film.

Ook de aangrijpende animatiefilm Josep, over de Catalaanse illustrator Josep Bartolí, draait om gevangenschap. De film speelt zich af in 1939, wanneer honderdduizenden Catalanen hun door generaal Franco bezette thuisland ontvluchten. Bartolí komt terecht in een concentratiekamp in Frankrijk, waar hij de misère gebruikt als inspiratie voor zijn tekeningen. Hij raakt bevriend met een Franse cipier die dit bijzonder verhaal in het heden vanuit zijn sterfbed weer doorgeeft aan zijn kleinzoon. Josep en Night of the Kings zijn zo mooie voorbeelden van de krachtig van oral history.

Quo vadis, Aida?

Prangende vraag
De nos frères blessés en Qua vadis, Aida? spelen zich beide af in onleefbare, gesegregeerde en verwoeste samenlevingen die schreeuwen om verandering, maar vastzitten in een stilstaand moeras. De nos frères blessés is een hommage aan de Algerijnse communist Fernand Iveton (een mooie rol van Vincent Lacoste). Die werd in 1957 onthoofd door de Franse bezetter vanwege vermeend terrorisme tijdens de Algerijnse Onafhankelijkheidsstrijd en was de enige pied noir (Europeaan geboren in Algerije) die in de periode 1954-1963 werd geëxecuteerd. In het bij vlagen dromerige drama wordt Iveton gedwongen te kiezen tussen de liefde voor zijn land en de liefde voor zijn echtgenote Hélène (Vicky Krieps, in topvorm). Zo laveert de film voortdurend met veel souplesse tussen romantische en politieke tragiek.

De sterkste film uit de competitie is het voor een Oscar genomineerde Quo vadis, Aida? over de genocide in Srebrenica. Een film waarop in sommige kringen al jaren werd gehoopt. Filmmaker Jasmila Zbanic toont de gruwelen in juli 1995 vanuit het perspectief van tolk Aida (Jasna Duricic, overdonderend). In een van de meest hartverscheurende scènes, een bitterzoete flashback, danst Aida met vrienden en familie in een nachtclub tijdens een avondje uit, toen het nog kon; velen van hen zouden later worden vermoord. Het is een wrang moment in een onthutsende film, zeker voor wie ook de onfortuinlijke beelden kent van Dutchbat-militairen die na terugkeer uit Srebrenica feestvieren en de polonaise lopen.

Tegen het einde van de film zien we dat Aida, jaren later, wordt gedwongen om haar buurt, haar leefwereld, te delen met mensen die in de jaren negentig haar naasten vermoorden. Daders en slachtoffers leven naast elkaar alsof er niets is gebeurd. Quo vadis, Aida? toont het onrecht, de misdaden die nooit zijn bestraft, maar bovenal Aida’s veerkracht en vastberadenheid. Samen met de andere films in de Camera Justitia competitie stelt het een prangende vraag: hoe zetten we hoop op verandering op de juiste manier in, als een pacifistisch wapen tegen oude machtsstructuren?


Movies that Matter, 16 t/m 25 april, moviesthatmatter.nlThe Man Who Sold His SkinNight of the KingsDe nos frères blessés en Quo vadis, Aida? zijn later dit jaar ook in de bioscoop te zien.