Freeze Frame #34
Een doodsimpele scène
Regisseur Shady El-Hamus (De libi, Forever Rich) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: de droomscène in No Country for Old Men.
Bij de release van mijn debuutfilm zei ik in een interview met dit blad dat ik me met mijn werk in “het midden” wilde begeven. Ik bedoelde het middengebied dat in mijn ogen ergens tussen de artistieke en de publieksfilm zweeft, het gebied dat wordt bewoond door filmmakers die niet schuwen een meeslepend verhaal te vertellen of genre-elementen in te zetten, zonder vervolgens te vervallen in bordkartonnen personages die volledig in dienst staan van een formuleachtige vertelling.
Nu, vier jaar later, rond de release van mijn derde speelfilm Crypto Boy, begeef ik me nog steeds maar al te graag in dit ‘midden’ waar ik nog lang niet uitgeleerd ben. Gestaag beweeg ik me met elke nieuwe film een stukje voort – beetje naar links, rechts, voor of achter – en met elke meter die ik afleg, besef ik hoe groot en inspirerend de mogelijkheden zijn.
Ik laat me inspireren door films die erin slagen om zowel kwalitatief uitdagend te zijn als een groot publiek te bereiken. Recente Europese voorbeelden zijn Close of Druk, in Amerika lukte het films als Moonlight of Whiplash en in Zuid-Korea laten ze, onder andere met Parasite, al jaren zien dat ze deze combinatie tussen diepgang en entertainment goed onder de knie hebben.
Voor al die schrijvers en regisseurs van bovengenoemde films geldt dat ze heel goed weten hoe het publiek te bespelen zonder dat je dat als kijker doorhebt. In plaats van dat ze zichzelf wegcijferen, gebruiken ze hun creativiteit om de kijker volledig het verhaal in te zuigen. Het doet je je afvragen waarom het woord publieksfilm eigenlijk zo’n negatieve connotatie heeft gekregen – dat klinkt toch snel als een product dat een beetje voor iedereen en daarmee eigenlijk voor niemand is. Publieksfilms kunnen toch ook de handtekening van een maker dragen, diep emotioneren en een onvergetelijke indruk achterlaten? Publieksfilms hoeven toch geen Big Macs te zijn die je hap-slik achteroverdrukt, om vervolgens snel weer te vergeten?
No Country for Old Men van de Coen Brothers – twee makers die met hun hele oeuvre mijn punt bevestigen – is nog zo’n voorbeeld. No Country for Old Men, een boekverfilming, is zonder twijfel een thriller, maar tegelijkertijd is het zoveel meer. In de eerste laag heb je de ogenschijnlijk simpele plot: een man loopt in het zuidwesten van Amerika per toeval tegen een slagveld aan, een drugsdeal gone wrong. Iedereen is dood en een grote koffer met geld ligt voor het oprapen. Hij grist de koffer mee en zo beginnen zijn problemen. Wat volgt is een koortsachtig kat-en-muisspel tussen de man met het geld en zijn koelbloedige achtervolger.
Klinkt als een vrij klassiek verhaal, niet eens bijster origineel misschien, alleen hebben we het hier over de Coen Brothers, twee meestercineasten die niet alleen deze plotlaag bloedstollend spannend weten te vertellen, maar ook nog eens de gevoeligheid hebben om de diepere thema’s over te brengen.
Het verhaal over het gestolen geld wordt namelijk bekeken door de ogen van een sheriff op leeftijd die de wereld om hem heen al jaren drastisch ziet veranderen. Direct in de openingsvoice-over reflecteert hij op de veranderende tijd die in zijn ogen steeds harder en meedogenlozer wordt, een wereld waarin hij zich steeds minder thuis voelt. Dit perspectief creëert een film die in eerste instantie als thriller weet te entertainen, maar tegelijk diep ontroert door iets wezenlijks te vertellen over de abstractie van ouder worden en het verlies van grip op het leven.
De film eindigt met een doodsimpele scène – de sheriff vertelt zijn vrouw aan het ontbijt over een droom die hij had. Een abstracte droom, waarin hij zijn overleden vader zag die hem voorging, vooruit richting het einde, en hem beloofde alvast een vuur te zullen maken om daar op hem te wachten. Een droom over doodgaan natuurlijk, over gedwongen afscheid moeten nemen van het leven en over de laatste fase waarin het kan voelen alsof er niet veel meer te doen is dan de tijd uit te zitten. Deze diepgang en subtiliteit verwacht je niet in een thriller en juist dat maakt de film bijzonder. Er worden twee kwaliteiten samengebracht en dat geheel blijkt meer dan de som der delen.