Freeze Frame #50
Wereld aan het wankelen

Cléo de 5 à 7. Illustratie: Rolf Hermsen
Regisseur Shady El-Hamus (De libi, Forever Rich, Crypto Boy) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: een blik in de ziel in Cléo de 5 à 7.
De Nouvelle Vague is een schatkist vol creatieve en speelse hoogtepunten en films met een vorm van anarchisme – een door Hollywood-auteurs geïnspireerde brutaliteit die inging tegen de netheid die in die tijd de Franse cinema domineerde. In Parijs stond een groep filmmakers op die de regels herschreef, met als belangrijkste regel dat er géén regels waren.
Alleen daarom al is het de moeite waard om zo nu en dan een film uit deze stroming te (her)ontdekken. Als filmmaker herinneren deze films me eraan dat cinema niet te netjes hoeft te zijn – misschien zelfs niet te netjes mag zijn – en dat je jezelf moet blijven uitdagen om op zoek te gaan naar de originele en speelse ideeën die meestal wat dieper onder de oppervlakte verborgen liggen.
Een van de meest emotionele scènes uit de filmgeschiedenis komt wat mij betreft uit Cléo de 5 à 7 (1962) van Nouvelle Vague-filmmaker Agnès Varda. We volgen Cléo, een jonge zanger die twee uur lang, van vijf tot zeven, tussen hoop en vrees leeft in afwachting van een mogelijk fatale diagnose. De angst voor de dood zet alles in een ander daglicht. Haar wereld begint te schuiven en wij wankelen met haar mee. Cléo, gespeeld door Corinne Marchand, probeert de middag door te komen maar haar zorgen dringen steeds door het oppervlak.
Dat is ook voelbaar in een scène die een prachtig voorbeeld geeft van wat cinema kan zijn. Cléo en haar componist repeteren een nieuw nummer. In de oefenruimte is ze er met haar hoofd niet bij. Ze krijgt de tekst van het nummer in handen gedrukt en als de componist begint te spelen zingt ze in eerste instantie aarzelend mee. Ze zoekt naar de woorden, naar het ritme, haar lichaam tegen de piano gedrukt, alsof ze houvast zoekt.
Maar terwijl de camera langzaam naar haar toe beweegt, lijkt ze iets van stabiliteit te vinden. Ze gaat rechterop staan, haar stem wint aan kracht, en dan gebeurt er iets magisch: het licht verandert subtiel en Cléo richt haar blik plotseling recht in de lens. Niet langer leest ze van het papier, vol overgave zingt ze ‘Sans toi’, een lied waarin haar angst voor de dood opeens vrij spel krijgt. Ze zingt en zingt – totdat het nummer eindigt, haar blik breekt, en de camera onverwacht uitzoomt. De magie is in één klap weg en we zijn terug in de tl-verlichte repetitieruimte, terug in de realiteit. Even kregen we een blik in Cléo’s ziel, maar nu heeft ze de deuren weer gesloten.
Varda weet elementen als spel, cameravoering en muziek op een dusdanig poëtische manier samen te brengen dat het een unieke filmscène oplevert. Varda was een van de grote cineasten van haar tijd, zoveel is duidelijk, en dat in een periode waarin vrouwelijke regisseurs, nog meer dan nu, zwaar in de minderheid waren. Ze liet in haar werk niet alleen zien wat het betekent om vrouw te zijn, maar ook dat het mogelijk is om als vrouw films te maken. En nog steeds zijn die voorbeelden hard nodig. In 2024 had van de tweehonderdvijftig best bezochte films wereldwijd slechts zestien procent een vrouwelijke regisseur. Het geeft hoop dat de Nederlandse film, dankzij regisseurs als Halina Reijn, Ena Sendijarević, Victoria Warmerdam en Nina Gantz, de laatste jaren aan een internationale opmars bezig is. Zo doen zij wat Agnès Varda in haar tijd deed: vrouwen inspireren om films te maken.
Het Agnès Varda-retrospectief ‘I’m Curious. Period.’ is van 11 april t/m 28 mei te zien in Het Documentaire Paviljoen, Amsterdam.