The Spielberg Face

Manjongens en jongensmannen

Kinderen en jongensmannen zijn de hoofdpersonen in de werelden van Steven Spielberg.

Op een avond hoort de tienjarige Elliot gerommel in de tuin. Het geluid lijkt uit de schuur te komen dus rolt hij een bal door de openstaande deur naar binnen. Even is het stil. Dan komt de bal het schuurtje uit rollen, zijn richting op. De camera registreert Elliots verbazing in close-up, mond open, ogen starend naar het onbegrijpelijke duister.

Hij rent het huis in en vertelt zijn moeder, broer en vrienden wat er gebeurd is. Maar zij vinden niks in de tuin en houden het op een fantasierijk kinderverhaal. Nieuwsgierig gaat Elliot diezelfde nacht toch weer naar buiten. En dan gebeurt het: in het licht van de zaklamp vangt hij een vreemd wezen dat al even verbaasd zijn richting op kijkt. In een snelle montage zien we afwisselend het gezicht van Elliot en het buitenaardse wezen, waarmee hun verwarde emoties op de toeschouwer worden overgedragen.

The Spielberg Face
In E.T. the Extra-Terrestrial (1982) komen zulke close-ups vaker voor. Sterker nog: ze zijn een belangrijk stijlkenmerk van Spielbergs oeuvre. Dit specifieke shot – het verbaasde gezicht, iets omhoog gericht, kijkend naar iets wat de toeschouwer nog niet ziet – is door de Amerikaanse criticus Kevin B. Lee in zijn gelijknamige video-essay ‘The Spielberg Face’ genoemd.

De eerste kennismaking met het buitenaardse wezen wordt weergegeven in de blik van Elliot. De camera staat op ooghoogte van de jongen waardoor de kijker het kinderlijke perspectief van het personage overneemt. In Close Encounters of the Third Kind (1977) verschijnt The Spielberg Face meerdere keren. Ook hier vooral door een ontmoeting met buitenaards leven, maar nu door honderden mensen tegelijk. Zowel kinderen als volwassenen staren naar het verbijsterende schouwspel: de eerste muzikale communicatie met buitenaards leven.

Het lijkt erop dat Spielberg het idee voor deze verbeelding van kinderlijke verwondering heeft gekregen in de scène waarin het jongetje Barry ontvoerd wordt door aliens. Het shot van Barry door het raam starend naar de lichtflitsen buiten laat Spielberg meerdere keren terugkomen. Maat houden kon Spielberg in z’n enthousiasme nog niet. Close Encounters lijkt wel een vitrine voor de mogelijkheden van The Spielberg Face. Zelfs de alien krijgt er aan het slot één mee.

The Man-Boy
Die Spielberg Face heeft alles te maken met een ander terugkerend fenomeen: de manjongen of jongensman. In de animatiefilm The Adventures of Tintin (2011) komen ze allemaal langs. Kuifje lijkt de puberteit te hebben overgeslagen, anders dan kapitein Haddock die nooit verantwoordelijk en volwassen zal worden, en allebei mogen met een Spielberg Face staren naar wonderlijke taferelen buiten beeld. Voor wie zich ooit afvroeg waarom Spielberg van alle mogelijke verhalen zo nodig Kuifje moest verfilmen, is dit misschien de reden: Kuifje past naadloos in de serie kinderen/volwassen kinderen/kinderlijke volwassenen uit zijn eerdere films.

Harrison Ford, waarmee Spielberg vier Indiana Jones-films maakte (de vijfde is in aantocht), is waarschijnlijk de belangrijkste belichaming van de jongensman: koppig, avontuurlijk, onverantwoordelijk, optimistisch en voor altijd verwonderd over de wereld. Spielbergs filmografie is een parade van zulke personages: Leonardo DiCaprio’s Frank Abagnale Jr. in Catch Me if You Can, Robin Williams’ Peter Pan in Hook (1991), Jeff Goldblums Ian Malcolm uit de Jurassic Park-franchise, Christian Bale’s Jim in Empire of the Sun: jongens en mannen die hun verwondering op de kijker overbrengen, maar die vaak ook eenlingen zijn tegenover de wereld, het noodlot, het onrecht, of wat zich allemaal verder nog aandient.

De kunstmatige jongensman
In Spielbergs A.I. Artificial Intelligence (2001) is de androïde David een prototype van een ideale elfjarige jongen. Hij beschikt over menselijke eigenschappen en is bijna niet te onderscheiden van een echt mens.

David probeert de liefde van zijn pleegmoeder te winnen door zich steeds meer met de rol van een levend mens te identificeren, ook al zal hij altijd kind blijven. Het is alsof Spielberg met zijn eigen leidmotief speelt door een personage te nemen dat wel wíl maar niet kán opgroeien. A.I. Artificial Intelligence is vaak beschouwd als het lelijke eendje in Spielbergs filmografie, maar is integendeel juist een intelligent commentaar op zijn eigen gebruikelijke gewoontes.

Tom Hanks
Naast Harrison Ford is Tom Hanks de andere jongensman waar Spielberg altijd op kan vertrouwen. Een man van wie je aan de deur alles zou kopen. Maar hij is niet alleen betrouwbaar, hij raakt ook makkelijk verwonderd. Bij Hanks geen spoor van cynisme. Allemaal kwaliteiten die voor Spielberg van belang zijn, want als een personage verwonderd kan raken, zal de kijker dat ook sneller zijn.

Via de verwondering van zijn jongensachtige personages wordt ook Spielbergs eigen behoefte aan dromen zichtbaar. Ergens aan het eind van The Adventures of Tintin zegt kapitein Haddock tegen Kuifje dat hij dacht dat Kuifje een optimist was. “Ik ben een realist”, zegt Kuifje. “Aah”, reageert Haddock, “dat is gewoon een andere naam voor een lafaard.”

Zakelijk gezien is Spielberg een realist. Maar hij zal ook altijd een optimist blijven. Een dromer. Met Tom Hanks en die andere jongensmannen en Spielberg Faces als dromenvangers.