The Adventures of Tintin

Verbluffende animatie van onaantastbare stripheld

The Adventures of Tintin

Blockbusterkoningen Steven Spielberg en Peter Jackson staken de koppen bij elkaar voor de verfilming van Hergé’s Kuifje.

Steven Spielberg kocht de filmrechten van de Kuifje-verhalen al in 1983. De in datzelfde jaar overleden Hergé had eerder gezegd dat hij alleen Spielberg in staat achtte om zijn creatie recht te doen in de bioscoop. Ongetwijfeld had de regisseur destijds, met de toen beschikbare techniek, een spannende en spetterende Tintin kunnen afleveren. Spielberg is altijd een cineast geweest die de nieuwste technieken dienstbaar weet te maken aan de verhalen die hij op dat moment wil vertellen.

Toch is het achteraf een zegen dat hij met zijn film over de koene reporter gewacht heeft, totdat de motion capture techniek (mocap, zie onder) goed was uitontwikkeld. Bovendien kon Spielberg in de tussentijd nog even zijn beheersing van non-stop-actie aanscherpen in enkele afleveringen van Indiana Jones, terwijl hij er in Jurassic Park op los mocht experimenteren met computergegenereerde animatie. Ondertussen werkte dat andere blockbustergenie, Peter Jackson, samen met acteur Andy Serkis aan het overbruggen van de kloof tussen de artistieke inzet van de acteur en de technische vertaling daarvan door motion capture, bij de creatie van het monumentale karakter Gollem in Lord of the Rings. Het is een gouden greep gebleken dat Jackson en Spielberg hun krachten hebben gebundeld bij het maken van The Adventures of Tintin. Want ook al staat Peter Jackson ‘slechts’ vermeld als producent, de filmmakers laten er geen twijfel over bestaan dat deze Kuifje hun gezamenlijke kindje is. Dat de filmmakers voornamelijk communiceerden in lange videoconferenties tussen Spielbergs studio in Los Angeles en Jacksons fameuze WETA-studio in Wellington maakt het des te bewonderenswaardiger dat zij in hun film de klare lijn van Hergé wisten te vertalen naar een heldere en eenduidige visie, terwijl het pure filmmakersplezier in elk shot van het scherm spat.

Kermisritten
Net zoals Hergé in zijn strips cartooneske figuren laat handelen in fotorealistische decors, zo creëren Spielberg en Jackson dankzij de virtuoze inzet van mocap een verstripte versie van de werkelijkheid.

Vaak is niet te zien waar acteerwerk ophoudt en animatie begint. Ondersteund door een steeds aan de actie dienstbare 3D-fotografie levert dat een film op die er verbluffend uitziet. De detaillering is ongekend rijk: of het nou het hyperrealistisch klotsende oceaanwater is waar Kuifje en Kapitein Haddock op ronddobberen in een roeibootje, of de Europese rommelmarkt waar Kuifje het avontuur aftrapt door een oud scheepsmodel te kopen. In navolging van Hergé, die graag meerdere gebeurtenissen in één tekening stopte, lopen de handelingen op de voorgrond en de achtergrond regelmatig in elkaar over.

Ook als je deze film twee keer gaat kijken heb je nog niet alles gezien wat Jackson en Spielberg er in hebben gestopt. Vooral een krankzinnige achtervolging in een Arabische havenstad — geanimeerd alsof hij in een onafgebroken crane shot is gedraaid — bewijst dat Spielberg nog altijd op eenzame hoogte staat als het gaat om het uitdenken en ensceneren van wilde kermisritten. Al even virtuoos is de zeventiende-eeuwse zeeslag waarin een voorouder van Kapitein Haddock het opneemt tegen de zeeschuimer Scharlaken Rackham. Net als in de slag om Helm’s Deep in Jacksons The Two Towers wordt je als kijker ondergedompeld in het chaotische strijdgewoel, terwijl je toch steeds een glashelder overzicht krijgt van wie er met wie vecht, en waarom.

Bij al dit visuele geweld wordt de show regelmatig gestolen door Kuifjes dappere hondje Bobby, vanuit wiens perspectief meerdere scènes zijn geschoten. Naar verluidt blaften de honden van Jackson en Spielberg ook hun blafje mee tijdens een van de intercontinentale videoconferenties. Hun lobbywerk heeft er voor gezorgd dat de sneeuwwitte foxterriër komischer en acrobatischer mag uitpakken dan in de boeken. Opmerkelijk is ook dat Bobby — net als Haddock — zijn alcoholistische aanleg mocht behouden in een toch nadrukkelijk op families georiënteerde Hollywoodproductie. In het verleden werden in de VS juist alle expliciete verwijzingen naar Haddocks drankgebruik gecensureerd.

Heilig
Voor veel stripliefhebbers is Kuifje heilig, en ook al zijn Jackson en Spielberg zelf verklaarde fans van de padvinderige goeddoener: hun visie roept hoe dan kritiek op. Het meest voorspelbaar zijn de klachten uit francofiele hoek, waar het verplaatsen van de Brusselse icoon Tintin naar een Engelstalige setting al bij voorbaat onbespreekbaar was. Spielberg en co hebben dit probleem elegant opgelost door Jamie Bells zeer voorkomende Kuifje een neutraal, beschaafd Brits te laten spreken, terwijl Andie Serkis de beroemde scheldpartijen van Haddock uit zijn mond laat rollen met een vet Schots accent dat moeiteloos aansluit bij de talloze flessen Loch Lomond die de alcoholistische kapitein naar binnen werkt.

In tegenstelling tot Suske & Wiske, die met hun grappen, dialogen en folkloristische avonturen kniediep in het Vlaams staan, is Kuifje een echte kosmopoliet, die de hele wereld rondreist om het onrecht te bestrijden. Belangrijker dan zijn woonplaats — die herkenbaar Europees is gebleven — is het geschetste tijdsbeeld. Daar hebben de filmmakers gelukkig niet aan getornd. Hergé’s tekeningen weerspiegelen de jaren dertig en veertig, met de bijbehorende fascinatie voor technologische verworvenheden als (water)vliegtuigen en auto’s. Tegen de achtergrond van grote politieke onrust was het ook een periode waarin vrijbuiters dankzij moderne transportmiddelen de hele planeet konden bereizen. Niet voor niets situeerden Spielberg en George Lucas de verhalen rond de avontuurlijke archeoloog Indiana Jones in hetzelfde tijdperk.

A-politiek
Anders dan Indiana Jones, die zijn afkeer van de nazi’s niet onder of stoelen of banken hoefde te steken, staat reporter Kuifje in The Adventures of Tintin opmerkelijk a-politiek in het leven. De drie albums waarop het voortdenderende scenario zich baseert – Het geheim van de Eenhoorn, De schat van Scharlaken Rackham en De krab met de gulden scharen – zijn allemaal getekend in Hergé’s meest omstreden periode: de oorlogsjaren waarin hij werkzaam was voor het door de Duitse bezetters bestierde dagblad Le Soir. Terwijl de strippionier in zijn vooroorlogse werken De blauwe lotus en De scepter van Ottokar blijk gaf van een bovengemiddelde politieke betrokkenheid tonen de verhalen over Haddocks jacht op een oude familieschat ons Kuifje van zijn meest escapistische kant. De morele positie die Hergé daarmee innam zal altijd wel discussie blijven opleveren.

Juist door dat escapisme vormen deze verhalen echter de perfecte basis voor het gelikte avontuur dat Jackson en Spielberg voor ogen heeft gestaan. Als deze Tintin een hit wordt – en wie durft daaraan nog te twijfelen? – dan springt Peter Jackson straks op de regisseursstoel voor aflevering twee. Misschien mag Kuifje zich dan van een iets stekeligere kant laten zien.