Berlinale-blog 8: Een gesprek over DAU

Kan dit nog wel?

DAU Natasha

Een jaar na de première van DAU in Parijs doet het filmproject van Ilja Khrzhanovsky opnieuw stof opwaaien in Berlijn omdat met de acteurs en actrices – veelal amateurs – niet zachtzinnig zou zijn omgesprongen. Twee Filmkrant-journalisten wisselen gedachten en bedenkingen uit over hun ervaringen met dit immense, zestien films tellende werk, met in het achterhoofd de vraag: hoeveel is dit soort kunst ons waard?

Hugo Emmerzael: “Twee films uit het DAU-project zijn in de zeventigste editie van de Berlinale opgenomen. DAU. Natasha heeft het zelfs tot de competitie geschopt en dingt dus mee naar de Gouden Beer; het zes uur durende DAU. Degeneratsia kreeg een plek in Berlinale Special. Voor de meeste filmfestivalgangers, inclusief ik, is dit de eerste echte kennismaking met het beruchte werk van Ilya Khrzhanovsky. Sacha, jij volgt alles rondom DAU al langer en bent zelfs in Parijs geweest voor de lancering van het project. “Een geniaal kunstwerk of de waanzin van een megalomaan tiran?”, schreef je toen. Wil jij in het kort vertellen waar dit allemaal over gaat?”

Sacha Gertsik: “Ooit vatte Khrzhanovsky het idee op om een film te maken over het leven van de Nobelprijswinnende fysicus Lev Landau, bijnaam Dau. In het productieproces raakte hij er van overtuigd dat het nodig zou zijn om Landau’s leefomstandigheden tot in detail te herscheppen om überhaupt over zijn leven te kunnen vertellen. Zo ontstond een project van ongekende proporties: een filmset ter grote van een Sovjet-onderzoeksinstituut verrees nabij het Oekraïense Charkov en werd bevolkt met honderden non-acteurs. Sommigen leefden jaren op de set, ook als er geen opnames plaatsvonden.
“Het scenario was nooit leidend, er was het echte leven van deze echte mensen, vastgelegd door de legendarische cameraman Jürgen Jürges. Andere beroemdheden namen ook deel aan het project: de hoofdrol van Landau wordt gespeeld door dirigent Teodor Currentzis. Marina Abramovic, operaregisseur Peter Sellars en Nobelprijswinnaar David Gross werkten ook mee. Het project was meer dan tien jaar in een air van geheimhouding gehuld. Sporadisch gaf Khrzhanovsky een interview, maar behalve het beroemde GQ-artikel ‘The Movie Set That Ate Itself‘ was er amper informatie over hoe het eraan toe ging binnen de muren van wat al snel tot Het Instituut werd gedoopt. Tot vorig jaar. Na een misgelopen poging in Berlijn werd de installatie DAU in Parijs gepresenteerd. In mijn verslag beschrijf ik dat ik de vertoning toen een verontrustende en uiteindelijk onverwacht lege ervaring vond. Jij hebt nu beide DAU-films op de Berlinale gezien. Wat vind jij er tot nu toe van?”

HE: “DAU. Natasha introduceerde mij in dit universum. Binnen het enorme verhaal van DAU is Natasha, door Khrzhanovsky geregisseerd samen met Jekaterina Oertel, een verrassend kleine film. Het gaat over de gelijknamige kantinejuffrouw die op Het Instituut de wetenschappers en soldaten van lunch voorziet. Dat blijkt zwaar werk. In lange shots, die in hun directheid doen denken aan fly on the wall-documentairecinema of aan de Dogme-beweging uit Denemarken, zien we haar worsteling. Wanneer de kantine in de avond de deuren sluit, zien we ook hoe Natasja (Natalia Berezjnaja) privé is. Ze is een depressieve en kwetsbare alcoholist die keihard kan uithalen naar haar assistent Olja.
“De heftige woordenwisselingen tussen de collega’s is een voorbode van wat komen gaat. Tijdens een rijkelijk beschonken nacht belandt Natasja met een Franse wetenschapper in bed. De seksscène is lang en ongemakkelijk, al leveren de culturele verschillen en taalbarrières met vlagen absurde en hilarische momenten op. Niet lang na deze romantische escapade wordt Natasha op het matje geroepen bij de KGB. Een helse ondervraging volgt, waarin we oog in oog komen te staan met de ware aard van het Instituut, en misschien ook wel van het hele DAU-project.
“De sinistere KGB-agent Azhippo (gespeeld door Vladimir Azhippo, in het echte leven een voormalig KGB-officier) dwingt een lege cognacfles in de vagina van Natasja. Daarna tekent ze alle documenten die hij van haar verlangt. Ook deze gruwelijke confrontatie met een verpersoonlijking van het kwaad wordt onverbloemd in beeld gebracht. Het is een schrijnende scène om naar te kijken, omdat je je blijft afvragen hoe deze situatie voor hoofdrolspeler Berezjnaja moet zijn geweest. Waar ligt de grens tussen een traumatiserende ervaring naspelen en die traumatiserende ervaring echt moeten ondergaan? Waar ligt de grens tussen wat echt is en wat kunst? In het aangrijpende, af en toe wanstaltige, maar uiteindelijk ook fascinerende DAU. Natasha worden die vragen ogenschijnlijk gesteld over de rug van Berezjnaja. Toegegeven: het levert onvergetelijke cinema op, maar betaalt de actrice daar niet de prijs voor?”

SG: “DAU is inderdaad een project op het snijvlak van fictie en realiteit. In het interview dat ik tijdens de Berlinale met Khrzhanovsky had, was hij net zoals in alle eerdere interviews vaag over deze opzet: ‘Als je kijkt naar de omstandigheden is het hele project fictie. Wat betreft de emoties, die zijn realiteit. En soms weer fictie qua emoties en realiteit qua omstandigheden. Het een genereert het ander.’ Hij beschrijft hoe het ging voor de mensen die aan het project meededen, terwijl hij mijn knie aanraakt waar mijn broek gescheurd is: ‘Stel je voor, je hebt je helemaal verkleed, je gescheurde jeans uitgedaan, je ondergoed verwisseld. Je bent gekleed in kleding van een andere tijd en bevindt je in een hele grote ruimte waar ook veel andere mensen zijn. Deze omstandigheden zijn groter dan jij, dus worden ze een waarheid. Jij bent het die verkleed is, maar ook weer niet; je hebt als het ware geen sociale verantwoordelijkheid. Wat we daar ook doen, het blijft daar. Dat is de structuur van het spel.’
“Op mijn vraag of die wel erg dunne scheiding tussen realiteit en fictie geen kwetsbare situatie voor de veelal non-acteurs die aan het project meewerkten oplevert, raakt hij geïrriteerd: ‘Je kunt ook zelf even nadenken: filmopnames zijn een technisch proces – er staat een camera, je hoort het celluloid zoemen, er hangt een microfoon boven je hoofd, je neus wordt tussen takes bijgepoederd… Maar daarom heb ik er ook zo lang over gezwegen – dat mensen denken dat dit een vastgelegde realiteit en geen fictie is, dat ervaar ik als groot compliment.’”

HE: “Als je alleen de films ziet, is het eigenlijk onmogelijk om die scheidslijn tussen fictie en realiteit te trekken. Ik moet zeggen: dat boeit mij enorm. In DAU. Degeneratsia, een ontzagwekkend stuk cinema van ruim zes uur over het begin van het einde van Het Instituut, vraag ik me steeds af wat de aard is van waar ik eigenlijk naar kijk. De film is zo gefascineerd door het kwaad en de sinistere krachten die de geschiedenis voortstuwen dat het me zelfs een beetje angst inboezemt. Hoeveel van die macabere elementen uit de film zijn bijvoorbeeld een weerspiegeling van wat het echte leven op die set is geweest? We moeten het potentiële despotisme van Khrzhanovsky natuurlijk niet zomaar belonen. Tegelijkertijd ben ik nog te gefascineerd door de inhoud van de films om er alleen een moreel oordeel over te kunnen vellen.
“Met name DAU. Degeneratsia is een grandioze film die bovendien werkt als toepasselijk slotstuk: in de loop van de zes uur speeltijd zien we hoe de morele rot binnen Het Instituut de overhand neemt en leidt tot de onvermijdelijke vernietiging van alles en iedereen die er iets mee te maken heeft gehad. Is de film op deze manier niet ook kritisch op zijn eigen maakproces? Het is overigens interessant dat de Berlinale heeft gekozen voor deze DAU-chronologie, want DAU. Natasha en DAU. Degeneratsia leren ons weinig over de opkomst Landau en waar hij nou voor staat. Weet jij meer over de oorsprong van het verhaal?”

SG: “Khrzhanovsky wel. Ik citeer: ‘Ik was geïnteresseerd in een verhaal over een man die alles al heeft. Landau was geniaal, succesvol, hij had geld – in de Sovjettijd waren onderzoekers van dit kaliber net oligarchen. Wat gebeurt er als geluk dus niet iets is waar je naar hoeft te streven, maar juist het startpunt is? Daar was ik in geïnteresseerd.’ In wat ik in Parijs vorig jaar zag, is er weinig van dit uitgangspunt overgebleven. Ik zie een project over machtsmisbruik en manipulatie. Iedereen lijdt er op een eigen manier, maar het vele seksuele geweld tegen vrouwen valt mij het meeste op.
“En dan hebben we het alleen nog maar over wat er op het scherm te zien is. Gedurende de tien jaar dat DAU in productie was, deden verhalen de ronde over de manier waarop er met de medewerkers van het project werd omgegaan door Khrzhanovsky en zijn team. Deze week verzamelde Viktoria Morasch voor de Duitse publicatie TAZ een aantal van de aantijgingen tegen de regisseur. Het is een sentiment dat amper terug te vinden is in de voornamelijk positieve recensies die zich daags na de première van DAU. Natasha opstapelen. En ook Khrzhanovsky is ervan overtuigd dat zijn werk de tand des tijds zal doorstaan: ‘Dit kunstproject heeft wat mij betreft een therapeutische functie. Vooral als je je er in onderdompelt en het de tijd geeft. Maar dan moet eerst even al die controverse overwaaien. Geef het een jaar of tien.’”

HE: “Ik wil de pijn die voor deze films geleden is niet bagatelliseren. Tegelijkertijd kan ik mijn waardering voor deze werken niet ontkennen. Dat levert interessante vragen – en worstelingen – op over de rol van filmkritiek en over hoe we de wisselwerking tussen kunst en realiteit moeten beoordelen. Wij zijn niet de enige die met DAU worstelen. In meerdere opzichten voelt het project als een soort lakmoesproef voor hoe je de waarde en het belang van kunst ziet.”

SG: “Om terug te komen op wat je al opmerkte: wie betaalt er de prijs voor deze kunst? Volgens Khrzhanovsky is er niets aan de hand. ‘Het gaat fantastisch met Natasha. Ze kreeg in Parijs nog de complimenten van Monica Belucci over haar spel.’ Lachend zet hij een Oekraïens accent op: ‘Wie is die vrouw, Ilya?, zei ze toen!’.
“Ik geloof dat Berezjnaja inmiddels blij op deze premières verschijnt. Maar hoeveel andere mensen heeft dit project zo behandeld? Hoeveel mensen, die geen professionals zijn en die de gevolgen waarschijnlijk niet konden overzien, zullen spijt hebben van wat er is vastgelegd? En waren ze wel zo vrij om te gaan en staan? Verschillende medewerkers hebben anoniem gesproken over het gevoel onderdeel van een sekte te zijn, met Khrzhanovsky als charismatische en meedogenloze leider. Zeg dan nog maar eens nee wanneer de camera draait. Natuurlijk is DAU op het eerste gezicht een ontzagwekkend project dat daardoor bijna automatisch als indrukwekkend wordt ervaren. Maar hoe meer ik erover lees en hoor, hoe minder ik me geroepen voel om nog een van de films te gaan kijken. Het wringt te veel, moreel gezien.
“Khrzhanovsky ziet dit vanzelfsprekend anders: ‘Nu de ethiek is veranderd, kun je niets meer zeggen. Je kunt tijdens een casting geen vraag stellen over seks, je kunt niet open zijn. Deze ethiek begon te veranderen en te verdwijnen tegelijk met het verdwijnen van de 35mm-film waarop ik dit project draaide. In die zin is dit project voorlopig zeer onethisch. Maar voor mij is het een ethisch verantwoord project.’
“Ik betwijfel dat. Daadwerkelijk indrukwekkende kunst wordt niet over de ruggen van mensen gemaakt. Met DAU zijn er te veel aanwijzingen dat dat wel is gebeurd. De tijd zal leren of we het hele verhaal achter DAU ooit zullen weten. Ondertussen heb ik als kijker en criticus de verantwoordelijkheid om me niet blind te staren op de megalomanie of indrukwekkendheid van een kunstwerk, en de makers daarvan onder de loep te blijven nemen. De creatief directeur van de Berlinale, Carlo Chatrian, denkt daar anders over en zegt in een statement aan het Duitse dagblad TAZ dat hij zich niet bewust is van beschuldigingen aan Khrzhanovsky’s adres. ‘We hebben de productie hierop aangesproken. In hun beleving is er niets van deze aard gebeurd.’ Zeker in het tijdperk van #metoo en daags na de veroordeling van Weinstein is zo’n houding niet meer van deze tijd.”

HE: “Berlinale-programmeur Barbara Wurm liet overigens na de première van DAU. Degeneratsia haar eigen teleurstelling blijken over het volgens haar eendimensionale kritische debat rondom DAU. Zij hoopt dat de media ook op artistiek, cultureel, historisch en filosofische gebied met de film in dialoog wil gaan, in plaats van alleen maar op ethisch en moreel gebied. Dat roept natuurlijk ook weer vragen op: kunnen Berlinale en het team van Khrzhanovsky bepalen hoe we met dit werk moeten omgaan?
“Overigens zijn wij niet de enige die ons dit afvragen. Zojuist werd op de Russische feministische site kkbbd.com een open brief gepubliceerd aan het adres van Chatrian en uitvoerend directeur Mariette Rissenbeek, waarin vijf Russische journalisten die aanwezig zijn op de Berlinale hun vraagtekens zetten bij de selectie van DAU. Natasha ‘in een tijd die gekenmerkt wordt door de strijd tegen de cultuur van geweld en misbruik in de filmindustrie’.”

SG: “Onder andere geïnspireerd door Claire Dederer’s fenomenale essay ‘What Do We Do with the Art of Monstrous Men‘ sluit ik me graag aan bij het manifest dat Girish Shambu vorig jaar in Film Quarterly schreef, waarin hij pleit voor een nieuwe vorm van cinefilie. Eentje die niet automatisch gefocust is op de witte mannelijke auteur, maar die ook niet bang is om geliefde cinema in het licht van nieuwe informatie opnieuw te evalueren. Een activistische cinefilie dus. ‘De nieuwe cinefiel voelt geen verlangen zich te blijven onderwerpen aan de cinema van mannelijke pathologie.’
“Ik zal de volgens Khrzhanovsky zestien (!) DAU-films daarom niet kijken. Liever besteed ik mijn tijd aan bijvoorbeeld het werk van Kitty Green, van wie The Assistant tijdens deze Berlinale uitkwam. In deze film zien we een dag uit het leven van de assistent van een mediamagnaat. Met haar ervaren we de cultuur die een Harvey Weinstein mogelijk maakt. Hoewel de opzet van deze film bedrieglijk simpel is, doet dat niets af aan de grote impact ervan op een kijker. Dat is nou echt een film waar we collectief door gefascineerd zouden moeten zijn.”