Retrospectief Felix de Rooy
Magisch, episch, kritisch
De Curaçaose filmmaker Felix de Rooy creëerde een Caribisch georiënteerd filmoeuvre met aandacht voor Afro-spiritualiteit, het doorbreken van westerse stereotypen en de doorwerking van het koloniale verleden. Hoe kijkt een nieuwe generatie naar zijn werk, waaraan Stedelijk Museum Amsterdam en Eye Filmmuseum retrospectieven wijden?
Het is opvallend hoezeer de speelfilms en documentaires die Felix de Rooy (1952) de afgelopen veertig jaar maakte over de wereld van nu gaan. Queerness, de doorwerking van het slavernijverleden en ongelijke representatie van minderheden: alles komt ter sprake in zijn weelderige beeldschilderijen. Maar al lijken zijn films soms op bewegende kunstwerken, ze schuwen scherpe maatschappijkritiek niet.
Multitalent De Rooy werkte in allerlei disciplines – film, beeldende kunst, theater – en was curator van een aantal tentoonstellingen. Zijn filmcarrière kent grofweg drie fases. Experimenten in de jaren zeventig, met onder andere het homo-erotische Apo-Clypse (1979). Dan de drie grote speelfilms Desiree (1984), Almacita di desolato (1985) en Ava & Gabriel (1990) in de jaren tachtig, na een studie filmregie in New York (waar hij met Spike Lee in de klas zat). En later opdrachtfilms voor verschillende omroepen en musea.
Durf
In het Caribisch gebied wordt zijn werk op handen gedragen. De drie speelfilms die De Rooy samen met productiepartner Norman de Palm maakte, zijn er klassiekers. In Nederland bleven ze sinds hun oorspronkelijke release vrijwel ongezien. Maar niet door jonge makers met hun wortels in het Caribisch gebied, die elk op hun eigen manier doorwerken in de geest van De Rooy. Ze vinden inspiratie bij zijn artistieke lef, zijn Antilliaanse manier van vertellen en zijn liefde voor het Caribisch gebied.
Filmmaker en beeldend kunstenaar Kevin Osepa heeft het over “durf” wanneer hij over het werk van Felix de Rooy spreekt. Al op jonge leeftijd zag Osepa de speelfilms Almacita di desolato en Ava & Gabriel, de twee grote producties die De Rooy op Curaçao draaide. Films vol geesten, spiritualiteit en mythische wezens, maar ook met een maatschappijkritische dimensie.
“Naast de veerkracht van de Afro-Curaçaose bevolking gaan ze ook over de doorwerking van het slavernijverleden en de corrumperende macht van de katholieke kerk op het eiland”, zegt Osepa. De films maakten diepe indruk. “Ik was ongeveer zeven en zag ze op de Curaçaose televisie. De magie en het epische ervan vond ik heel bijzonder.”
Later zag Osepa de films nogmaals, bij De Rooy thuis. “Toen ik in Nederland ging studeren heb ik contact met Felix opgenomen, omdat ik de films nog eens wilde zien. Toen heeft hij me uitgenodigd en keken we samen twee van zijn speelfilms – met live director’s commentary. Hij zag bijvoorbeeld de de baby uit Almacita di desolato in al zijn werk reïncarneren en in verschillende vormen terugkeren. Een mooie poëtische lijn.”
Osepa’s korte films Watamula (2020) en La última ascensión (winnaar van het Gouden Kalf voor Korte Film 2022) tonen verwantschap met dat werk. “Noem het een voortzetting van de thematiek die hij heeft aangekaart. In Almacita di desolato bijvoorbeeld is spiritualiteit helemaal verweven met het dagelijkse bestaan. Dat is iets wat ik in mijn werk ook onderzoek.”
Ook in de zoektocht naar wat het betekent queer te zijn in de Antilliaanse gemeenschap, ziet hij overeenkomsten. “In Ava & Gabriel gaf Felix al dertig jaar geleden een homorelatie een prominente plek. Dat vind ik echt gedurfd voor een film die zo nadrukkelijk op het Curaçaose publiek is gericht.”
Tijd nemen
De Curaçaose documentairemaker Selwyn de Wind heeft de speelfilms niet allemaal gezien (“Ik was acht of negen toen ze uitkwamen en het zijn niet bepaald kinderfilms”), maar De Rooys documentaires kent hij goed. Al vroeg in zijn carrière legde De Rooy de Antilliaanse cultuur vast en dat is hij blijven doen. Hij portretteerde vooral verwante kunstenaars, zoals Armand Baag (Armand Baag, 2001), Ellen Spijkstra (Roest & koraal, 2013, coregie Kirk Claes) en Tony Monsanto (Mundu mistiko, 2017).
De Wind heeft veel respect voor dat werk. “Ik durf te zeggen dat elke filmmaker van mijn generatie in zijn schaduw werkt. Die onstilbare nieuwsgierigheid naar de cultuur van Curaçao en het Caribisch gebied is in ieder geval voor mij een grote inspiratiebron.” Net als De Rooys kijk op die cultuur, benadrukt De Wind. “De magie van de Cariben en zijn bevolking spat ervanaf. Zeker ook omdat hij films maakte die op de eerste plaats een Curaçaos publiek bedienen en daarna pas voor in Nederland bedoeld zijn.”
Voor zijn eigen documentaire Atardi – The Life of Curacao’s Musical Genius Rudy Plaate (2020), die twee jaar geleden op IDFA in première ging, liet De Wind zich ook inspireren door de werkwijze van De Rooy. “Bij Mundu mistiko heb ik veel in de montagekamer gezeten. Een eye-opener vond ik vooral hoeveel tijd Felix neemt om te zoeken naar het juiste gevoel. Daar ging hij ver in. Zelfs tijdens de montage was er ruimte om bepaalde scènes over te doen of om aan de hele film een nieuwe draai te geven. Die ruimte heb ik bij Atardi ook genomen.”
Een belangrijk aspect in het werk van De Rooy is het doorbreken van westerse stereotypen. Vooroordelen over het Caribisch gebied (‘een tropisch vakantieparadijs’) of zwarte karikaturen (personages die alleen als decor dienen) vind je er niet in terug. Soms gebeurt dat impliciet: in sprookjesfilm Almacita di desolato zit geen enkel wit personage. Maar ook expliciet: De Rooy was in 1989 verantwoordelijk voor de tentoonstelling ‘Wit over zwart’, over de geschiedenis van zwarte stereotypen in de westerse cultuur.
Schouders
Regisseur German Gruber jr. groeide op op Bonaire. In 2013 draaide hij op Curaçao de actiefilm Sensei redenshon, over een gepensioneerde straatvechter. Op het eerste gezicht geen film in het verlengde van het spirituele oeuvre van De Rooy. Maar Gruber jr. liet zich er zeker door inspireren. “Net als Felix wil ik werken vanuit een bepaalde Caribische trots. Curaçao is voor hem geen achtergronddecor, maar een bron van inspiratie. Dat was bij Sensei redenshon ook de leidraad: geen zon, zee en strand, zoals je in Nederlandse producties zag, maar het verhaal vertellen op een manier die aansluit bij wat er onder de lokale bevolking leeft.”
Voor Sensei redenshon castte hij ook verschillende acteurs die eerder in de films van De Rooy speelden. Rina Penso bijvoorbeeld, die door De Rooy eens omschreven werd als de Anna Magnani van het Caribisch gebied. Gruber jr.: “Een van de redenen waarom ik haar in de film wilde, was om een brug te slaan met de films van Felix. Zo van: kijk, dit is de traditie waarin ik werk, dit zijn de schouders waar ik op sta.”
Leuk was het respect dat Gruber jr. terugkreeg van zijn voorganger. “Felix zag onze film tijdens het festival World Cinema Amsterdam en stelde voor dat ik de verfilming van de Curaçaose roman De engelenbron van hem zou overnemen. Hij was er al een tijdje mee bezig, maar kreeg het creatief niet rond. ‘Ik zie jullie het wel doen’, vertelde hij na de vertoning. Inmiddels hebben we een scenariobijdrage van het Filmfonds, we hopen het script eind dit jaar af te hebben voor vervolgstappen.”
Alle drie zijn deze makers het erover eens dat De Rooys films meer moeten worden gezien. Osepa: “Jonge mensen op Curaçao kennen zijn werk niet.” Dat is jammer, vindt ook filmmaker en videokunstenaar Sharelly Emanuelson, die woont en werkt op Curaçao. “Ik kende Felix in eerste instantie als toeschouwer, nog voordat ik in Nederland ging studeren. Dan gonsde door de film- of theaterzaal dat hij erbij was. Een groot kunstenaar, wist ik. Maar zijn films of kunstwerken had ik niet gezien.”
Later kwam De Rooy ook kijken bij Emanuelsons afstudeerfilm Su solo i playanan (2012) toen die vertoond werd tijdens het festival Africa in the Picture. “Hij had allemaal opmerkingen over hoe het anders kon. In eerste instantie was ik er erg door geïntimideerd, maar later begon ik te begrijpen wat hij bedoelde. Zeker nadat ik tijdens het festival zijn film Ava & Gabriel zag. Echt overweldigend. Een film die de Curaçaose gemeenschap in al zijn complexiteit en tegenstrijdigheden laat zien.”
Zwarte madonna
Ava & Gabriel gaat over hoe een schilderij van een zwarte Madonna de sociale structuur van Willemstad ontwricht. “Wat ik bijzonder vind, is Felix’ grip op de Caribische maatschappij. Anders dan in Nederland nemen mensen hier veel identiteitsrollen tegelijk aan. Klasse, gender, familie – ze zijn heel nauw met elkaar verbonden in het dagelijks bestaan en Felix weet dat heel goed een plek te geven in zijn films. Daarom spreken ze jonge Caribische filmmakers nog altijd aan, denk ik. Op de HKU miste ik in ieder geval iemand als Felix, die veertig jaar eerder al bezig was met thema’s en problemen waar we nu nog steeds mee zitten.
Felix de Rooy – Apocalypse 21 april t/m 3 september 2023 | Stedelijk Museum, Amsterdam
Felix de Rooy – The Museum of My Mind 6 t/m 27 mei 2023 | Eye Filmmuseum, Amsterdam