Goodbye Stranger

De druk van het maakbare

Goodbye Stranger. Foto: Ton Peters

In zijn speelfilmdebuut Goodbye Stranger schetst Aaron Rookus de groeipijnen van een muziekliefhebbende millennial.

Goodbye Stranger is een film over jongvolwassenen die hun leven leiden zoals je een verbind-de-puntenplaatje tekent. IJverig lijnen trekkend van het ene punt naar het volgende, verwachtend dat daaruit de contouren van een volwaardig leven vanzelf opdoemen. Paul (Martijn Lakemeier), een wandelende muziekencyclopedie die werkt als playlist curator bij een hippe, grote muziekstreamingdienst, heeft gesolliciteerd op een baan bij het Londense kantoor. Het is de “logische volgende stap” in zijn carrière. Of het ook de stap is die hij wil zetten, komt hem in eerste instantie nauwelijks als een relevante vraag voor.

De film voltrekt zich in één zomers etmaal, waarin Paul moet afwachten of hij de baan heeft binnengesleept. Uiteraard is die imminente afslag in zijn leven aanleiding om op de fundamenten daarvan te reflecteren. Niet alleen dat werk, dat hem maar weinig voldoening geeft, maar ook de relatie met zijn vriendin Tessa (Claire Bender). Zijn vrienden, die eigenlijk vooral haar vrienden zijn. En die ene geliefde die hij liet gaan.

De film dreigt geregeld te verzanden in de eerstewereldproblemen van een stel geprivilegieerde millennials. Er wordt gediscussieerd over de immateriële waarde van fysieke muziekdragers. Hoe playlists het luisteren naar een compleet album hebben verdrongen en daarmee de aandacht die dat vraagt. Er worden cappuccino’s gedronken met ongetwijfeld havermelk, en smoothies rechtstreeks uit een blender. Alles gelardeerd met snel gemonteerde, zonnige shots van Amsterdamse grachten en parken die niet zouden misstaan in een toeristenspotje.

Gelukkig legt Aaron Rookus daar in zijn muzikale speelfilmdebuut wel een zelfbewuste laag overheen die dat ook weer onder de loep en op de hak neemt. Net zoals de film erkent dat Paul op momenten best een vervelend ventje kan zijn. Zoals wanneer hij tijdens een etentje uitvaart tegen zijn goedbedoelende, U2-liefhebbende ouders.

In dialogen waarin de subtekst net te vaak expliciet is (zoals geregeld het geval in Nederlandse films), schetst Goodbye Stranger de paradox waarin deze generatie gevangen zit. Opgegroeid met het idee dat het leven maakbaar is, maar dus ook met de druk van altijd moeten weten wat je wilt en dat te moeten waarmaken. Dus ja, een enigszins verwende generatie, maar dat betekent niet dat je de problemen van die generatie per definitie niet serieus hoeft te nemen. Goodbye Stranger doet een dappere poging dat schisma te schetsen en de groeipijnen daaronder met oprechte interesse te benaderen.