Freeze Frame #29

Tussen laatste snik en doodskist

After the Wedding. Illustratie: Lae Schäfer

Regisseur Shady El-Hamus (De libi; Forever Rich) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: een beeldovergang in Susanne Biers After the Wedding.

De montage van een film moet onzichtbaar zijn. Op het moment dat je je er als kijker te veel bewust van wordt, voel je het construct en raak je uit het verhaal. Tegelijkertijd is geen enkel aspect van film zo bepalend voor de uiteindelijke ervaring. Als we een goeie film als een emotionele trip zien, dan is de montage het voertuig dat ons voortbeweegt.

In het montageproces wordt de waarde van de individuele filmische aspecten opnieuw bepaald en, in het beste geval, opgetild – van de acteurs worden de beste takes gekozen en samengebracht, de shots die op een draaidag geschoten zijn worden achter elkaar geplakt en krijgen zo pas echt hun waarde, en sommige scènes worden in zijn geheel weggegooid omdat ze de vertelling blijken te vertroebelen. Zo wordt uiteindelijk duidelijk wat er onderaan de streep overblijft. Een confronterend moment, want eerlijker dan dat wordt het niet – dit is wat er is, doe het er maar mee. Wat rest is het geschuif met de puzzelstukjes, en dan, vroeg of laat, begint er een film tot leven te komen.

Het materiaal gaat leven doordat het aan elkaar gesneden wordt en als er dan ook nog momenten ontstaan die je emotioneel weten te raken, wordt de kracht van montage duidelijk. Dat twee individuele beelden een unieke relatie aangaan op het moment dat ze achter elkaar worden geplakt, leerden we op de Filmacademie via het Koelesjov-effect – een simpel experiment uit 1910, waarin het beeld van een neutraal kijkende persoon gevolgd door een beeld van een kom soep eetlust bleek te communiceren. Dezelfde neutraal kijkende persoon gevolgd door een plaatje van een doodskist bleek rouw te communiceren en zo kan je eindeloze variaties bedenken. Wat duidelijk werd, is hoe associatief montage werkt en hoe je daar als filmmaker mee kan spelen.

In de Deense film After the Wedding (2006) van Susanne Bier zit een van de meest impactvolle beeldovergangen die ik ken. Centraal staat een man die weet dat hij stervende is. Met zijn vrouw heeft hij een jongvolwassen dochter die niet zijn biologische dochter is – zijn vrouw was zwanger van een eerdere geliefde toen ze elkaar leerden kennen. Voor de dochter hebben ze dit altijd verborgen weten te houden, maar nu de man weet dat hij er straks niet meer zal zijn maakt hij zich zorgen over hoe hij hen achterlaat. Hij traceert de ex-geliefde van de vrouw, met als doel om hen en hun biologische dochter te herenigen, zodat hij ze vredig kan achterlaten. Melodrama ten top, maar zeer emotioneel vanwege het goede spel en de knappe regie.

Tegen het einde van de film, als zijn plan zo goed als geslaagd is en iedereen weet hoe het zit, kan hij zich eindelijk overgeven aan het besef dat hem niets anders rest dan te sterven. In een zeer ontroerend gespeelde scène komt al het verdriet naar buiten in de vorm van een oncontroleerbare huilbui. Rauw verdriet zoals ik niet veel vaker in een film zag. Hij jammert, stamelt, schreeuwt dat hij niet dood wil, dat hij bang is, doodsbang. Zijn vrouw probeert sterk te zijn door hem te troosten. Ze houdt de trillende volwassen man in haar armen en weet hem uiteindelijk rustig te krijgen. Snikkend ligt hij op haar schoot, terwijl hij zijn ademhaling langzaam weer onder controle krijgt.

En dan, na een laatste snik, een laatste uitademing, springt het beeld naar een wijd shot van een begraafplaats. Een stoet mensen in het zwart. Een doodskist in hun midden. In de overgang van twee beelden is een heel verhaal verteld.

Geschreven door Shady El-Hamus