Atardi
Vat vol tegenstrijdigheden

Atardi
De Curaçaose documentaire Atardi brengt het bewogen leven van eilandzanger Rudy Plaate in beeld. Een rusteloze man van het volk, zo betogen vele talking heads in de film, met een groot talent voor melodie en tekst.
“U bent Rudy Plaate! De zanger!” De parkeerbediende gelooft zijn ogen niet wanneer de dan bijna tachtigjarige volkszanger met zijn zus langsrijdt. Voor wie het tot dan toe nog niet door had, maakt dit moment in de documentaire Atardi het in één klap duidelijk: Rudy Plaate is de grootste zanger van Curaçao. Sinds de jaren vijftig schrijft, componeert en vertolkt hij liederen waarin hij het eilandleven bejubelt én becommentarieert. Het zijn uptempo klassiekers die op elk feest gedraaid worden, maar ook melancholische ballades zoals titelnummer ‘Atardi’, waarin hij de schoonheid van de tropische namiddag bezingt.
Goed dus dat de Curaçaose filmmaker Selwyn de Wind het op zich nam het levensverhaal van de ‘tennissende, zingende groenteboer’ vast te leggen. Vijf jaar lang volgde hij de zanger en ondertussen verzamelde hij een immens archief aan foto- en videomateriaal en anekdotes van familieleden, kennissen en bevriende muzikanten. Het leverde een teder en bewonderenswaardig portret op. Soms raast het in een wel erg stevig tempo door het muzikantenleven van Plaate heen, maar de film eindigt met een wonderschoon slotakkoord waarin De Wind de muzikant in alle stilte het laatste woord geeft.
Het grote probleem dat De Wind tijdens het maken ondervond was de beginnende dementie van de muzikant. Samen met zijn zus bezoekt Plaate een huis waar hij ooit woonde, maar dat hij de buurtkinderen elke zondagmiddag televisie bij hem liet kijken kan hij zich niet meer herinneren. Atardi bestaat daardoor voor een groot deel uit andermans verhalen, waaruit soms tegenstrijdige beelden naar voren komen: een rusteloze rokkenjager, die zijn hele leven zijn vrouw trouw bleef. Een charmeur van de schone schijn, die met zijn muziek juist diep in het hart kon raken. Een gehaaide entrepreneur die als eerste de waarde van radiojingles en reclamespotjes inzag, maar tevens als groenteboer en zakenman niet met de tijd mee ging. Misschien wel de grootste verdienste van de film is dat het de kijker in verbazing achterlaat over hoe dit vat vol tegenstrijdigheden tot zulke ongelofelijk poëtische vondsten in staat was.
Plaate componeerde meer dan vierhonderd nummers, die hij begin jaren vijftig begon te schrijven voor lokale tipico’s (bandjes uit de buurt). Het maakte hem in een klap de meest populaire liedschrijver en later ook gewilde zanger van Curaçao. Hij schreef zijn teksten, voornamelijk in het Papiaments, aan de lopende band (al kon hij er dus niet van leven) en reageerde vaak met humor op gebeurtenissen die op dat moment speelden: de rage rond minirokjes, de bekeurgrage politie, het exorbitante salaris van de minister-president – stuk voor stuk werden ze door Plaate knipogend op de hak genomen. Atardi staat vooral stil bij zijn protestnummer ‘Santa Maria’, dat hij schreef naar aanleiding van de kaping van een cruiseschip in 1961 door rebellerende Portugese legerleider Henrique Galvaõ. Zijn openlijke kritiek op het dictatoriale regime van Portugal leverde hem de toorn op van de autoritaire president Salazar, aldus de film.
Dat neemt niet weg dat Atardi als verhaal soms wat ambitieus is – zeker voor de kijker die niet bekend is met Plaate’s muziek. De Wind wil veel: zijn eigen connectie met Plaate’s muziek onderzoeken, de dementerende zanger portretteren, de geschiedenis van de Curaçaose muziek uit de doeken doen, hiaten in het collectieve geheugen aanvullen. Daarbij kon hij ook nog kiezen uit meer dan vierhonderd nummers, waarvan er velen in hoog tempo voorbij komen. Een feest der herkenning voor de ingewijde, maar voor een nieuwkomer is het vooral tot het einde wachten wanneer, uiteraard met het nummer ‘Atardi’, eindelijk in alle rust kunnen luisteren naar wat Plaate zo goed maakte.
Dat einde is dan wel weer ontroerend: na de aftiteling toont De Wind nog een keer verschillende beelden uit de film (de zanger in zijn energieke jonge jaren, later melancholiek op het strand) met op de achtergrond de zachte melodie van de titelsong. En dan stilte: we zien Rudy Plaate alleen in zijn woning. We hebben net zijn bewogen leven gezien, zijn soms duivelse charmes ontdekt, zijn tomeloze levensvreugde mogen beleven. Maar Plaate heeft er door zijn dementie nauwelijks nog weet van. Toch bedankt hij met een snik De Wind voor het vastleggen van zijn verhaal. “Voor de toekomst. Ik waardeer het enorm.” Dan is de toon van Atardi precies juist.
Atardi is vanaf 18 februari te zien op Pepr.