European Discovery – Prix FIPRESCI 2023

Dwarsdoorsnede van nieuwe Europese film

La palisiada

Op 9 december krijgt de Europese cinema met de European Film Awards in Berlijn weer haar eigen Oscar-achtige feestje. Eén van de interessantere categorieën bij het prijzengala is de ‘European Discovery – Prix FIPRESCI’, een selectie van filmdebuten die een sterk overzicht geeft van hoe de jonge Europese cinema ervoor staat.

Een mislukte zelfmoordpoging; een door de staat uitgevoerde doodstraf; een examenreis naar Malia met desastreuze gevolgen; een onbegrepen kindje met genderdysforie; een geadopteerde Zuid-Koreaanse jongen op het Deense platteland; en een man die steeds door wildvreemden mensen wordt belaagd. Er zijn op het eerste gezicht weinig gemene delers in de zes films in de selectie van de categorie ‘European Discovery – Prix FIPRESCI 2023’, waarvan er één bij de European Film Awards in Berlijn tot winnaar wordt uitgeroepen.

Het enige dat de films, geselecteerd door filmjournalisten van de filmkritiekfederatie FIPRESCI, echt met elkaar gemeen hebben, is dat het debuutfilms zijn van in Europa werkende regisseurs. Maar alleen dat rechtvaardigt het al om deze films met elkaar in contact te brengen, om een beeld te krijgen van hoe de jonge, opkomende Europese cinema ervoor staat. Zien we vernieuwingsdrang, experimenteerdrift en esthetische urgentie in het werk van deze aanstormende Europese makers, of betreedt een nieuwe generatie juist reeds gebaande paden?

Thematisch is er in ieder geval weinig nieuws onder de zon. Toen collega Sacha Gertsik vorig jaar schreef over de films in deze categorie, merkte ze op dat falend ouderschap en intergenerationeel trauma een overkoepelend onderwerp was. Diezelfde thematiek zien we dit jaar terug in The Quiet Migration (Malene Choi, Denemarken), Safe Place (Juraj Lerotić, Kroatië) en het in januari 2024 in de Nederlandse filmtheaters verwachte 20.000 especies de abejas (Estibaliz Urresola Solaguren, Spanje).

Cannes-hit How to Have Sex van de Britse debutant Molly Manning Walker (eveneens op de releaselijst voor begin volgend jaar) neemt een klein stapje afstand, doordat Walker de tieners in haar film los van hun ouders definieert, als zoekende, onzekere en kwetsbare individuen die vallen en opstaan. Het Oekraïense La palisiada van Philip Sotnychenko speelt ook met generationele patronen, maar doet dat vooral door op enigszins verbijsterende manieren de huidige staat van Oekraïne te verbinden aan de stuurloosheid van het land na de val van de Sovjet-Unie. Ook Stéphan Castangs Franse genrefilm Vincent doit mourir (januari 2024 in Nederlandse filmtheaters) doet meer zijn eigen ding, door een absurdistisch verhaal op te voeren over een vervloekte man die na te lang oogcontact een doodswens oproept in een ander, waardoor hij een soort paria wordt in een steeds gewelddadigere maatschappij.

Het is vooral in vorm en toon dat deze films zich van elkaar onderscheiden, wat onderstreept dat het institutionele idee van wat kwaliteitsarthouse is, aan verandering onderhevig lijkt te zijn. Het sociaalrealisme van 20.000 especies de abejas stapt in de voetsporen van Ken Loach en de gebroeders Dardenne, en schaart zich daarmee naast jonge makers als Carla Simón (Alcarràs, 2022) en Lukas Dhont (Close, 2022), die de conventies van de statige cinema van hun voorgangers combineren met hun interesse in verhalen over jonge mensen die hun eigen identiteit proberen te vinden. Het is een arthouse-fähige vorm van identiteitspolitiek, die in de afgelopen jaren enorm in trek is geraakt binnen de programmering van filmfestivals en filmtheaters. Dit soort films zijn vaak sociaal geëngageerd en emotioneel intens, maar enigszins naïef in hun blik op de wereld en hun maatschappijkritiek. 20.000 especies de abejas is hierop geen uitzondering.

The Quiet Migration

Het wordt al interessanter met The Quiet Migration, een film die vooral uitblinkt in het registreren van observaties over het alledaagse leven op het Deense platteland: hoe mensen met het stalvee omgaan, hun brommers koesteren, hun maaltijden nuttigen en hun feestjes vieren. Het biedt een gedegen en scherpe inkijk in een ruraal leven dat in het huidige economische klimaat onder druk staat. Binnen die context weet Choi een interessant beeld te scheppen van Carl (Cornelius Won Riedel-Clausen), die als adolescent het spoor even bijster is en worstelt met zijn achtergrond als geadopteerde jongen uit Zuid-Korea. Hij is een deel van deze omgeving, maar mede door zijn uiterlijk en afkomst ook een buitenstaander. In een interessante scène trekt hij zich terug van een groot feestje, waar de wijn onder de ouderen rijkelijk vloeit. Een meisje van de bediening komt naast hem zitten. Ook zij is een zogenaamde buitenstaander hier. Ze legt haar hoofd op zijn schouder, waarna de camera langzaamaan om zijn as draait, alsof de wereld van Carl even op zijn kop staat. Dat Choi het keiharde realisme van eerdere scènes op deze manier durft te doorbreken, maakt dit specifieke moment nog veel sterker.

Safe Place, eerder dit jaar in Nederland te zien als onderdeel van Eye’s Previously Unreleased-programma, is binnen deze EFA-selectie één van de beste titels. Al is het maar omdat het is debutant Lerotić het best lukt om de emotionele intensiteit van een intiem verhaal te verbinden aan institutionele kritiek die vooral wordt uitgedrukt in de manieren waarop Lerotić zijn omgeving in beeld brengt. Zijn sterke kadrering vertelt het verhaal van een jongen die uit het leven wil stappen, en vervolgens vastzit in een bestraffend systeem van medische zorg die eerder lijkt op mentale disciplinering. Lerotić weet een diepere kern van opgroeien in zijn land te illustreren via beeldvoering, spel en mise-en-scène, en maakt zo een debuutfilm die de kaders van zijn eigen materiaal overstijgt. Er zijn niet veel regisseurs die dat weten te bereiken in het prille begin van hun carrière.

Kwaliteit daargelaten, lijkt het onvermijdelijk dat de prijs geownnen wordt door Molly Manning Walkers How to Have Sex, een ongelofelijk effectieve verbeelding van hoe grensoverschrijdend gedrag en verkrachting in iemands leven kunnen sluipen. Wat de energieke film over feestende tieners op vakantie vooral goed laat zien is hoe moeilijk het is om over dit soort traumatische en gewelddadige gebeurtenissen te praten, omdat er te vaak wordt aangenomen dat dronken seks tussen tieners wederzijds gewenst is. Walker vangt iets wat al langer in de zeitgeist zweeft en vindt er simpele beelden en woorden voor, waardoor haar film ook echt beklijft. How to Have Sex is geen meesterwerk, maar wel een unieke film die tieners uiterst serieus neemt en iets in beeld brengt wat te vaak genegeerd wordt.

Vincent doit mourir

Als originaliteit de belangrijkste overweging is voor de jury, dan zal er het langst getwijfeld worden tussen het Franse Vincent doit mourir en het Oekraïense La palisiada. Castangs film spreekt het meest tot de verbeelding als een hybride film die genre-elementen aan hun haren de filmtheaters in wil slepen. Vincent doit mourir is een even geestige als gewelddadige film over een man die zonder aanwijsbare reden door anderen dodelijk wordt aangevallen. Het had zo een Jim Carrey-film kunnen zijn, waarin het universum een of andere kosmische grap met het hoofdpersonage uithaalt, ware het niet dat het bij Castang ontbreekt aan de humor en finesse om de punchline van zijn synopsis tot een volwaardige film te ontwikkelen. Vincent doit mourir overstijgt nooit zijn sterke beginscènes en boet al snel in aan momentum. Zo komt Castangs film al gauw in teleurstellend generiek terrein terecht.

Bij La palisiada is het tegenovergestelde aan de hand. Deze ‘post-soviet film noir‘ van de Oekraïense regisseur Philip Sotnychenko, op de afgelopen editie van IFFR geselectered voor de Tiger Competitie, lijkt zo losjes in elkaar te zitten dat je naarstig op zoek bent naar de scènes waarin de film weer eens momentum pakt. Maar juist in die schemer van narratieve ambivalentie gebeuren de interessantere dingen, mede omdat de film commentaar levert op de zwartgeblakerde hoofdstukken uit de geschiedenis van Oekraïne. Geweld en moord zijn hier de rode draad, die de gruwelen van het hedendaagse Oekraïne verbindt aan het moment dat het land in 1996 definitief brak met het gevallen Sovjet-systeem.

Sotnychenko houdt het expres vaag en obscuur. Met ouderwetse camera’s reconstrueert hij niet alleen de verhalen, maar ook de korrelige esthetiek uit die tijd. Zo probeert hij de psychologische benadering van het verleden naar het heden te vertalen. Het gebrek aan narratieve houvast maakt gestaag plaats voor een onheilspellende aanloop naar een gruwelijke laatste scène, een soort filmische doodmars die het meest schrikwekkende moment van al deze films bij elkaar inluidt.

Opvallend is dat Sotnychenko de enige regisseur in deze selectie is die zijn publiek durft te frustreren, die disruptie in de narratieve cohesie van een film naar zijn eigen hand kan zetten en formele experimenten opzoekt. Ongeacht hoe de prijzen vallen, is dit de regisseur die in de toekomst nog het meest kan verassen met vreemd, nieuw werk.


De uitreiking van de European Film Awards vindt op zaterdag 9 december 2023 plaats in Berlijn. Filmkrant doet daags erna verslag.