Digitale verjonging

De broncode van eeuwige jeugd

De jongere versies van Robert De Niro, Al Pacino en Joe Pesci in The Irishman bewijzen dat leeftijd een rekbaar begrip is geworden in de filmindustrie. VFX-supervisor Pablo Helman staat stil bij de moeilijkheden, mogelijkheden en culturele implicaties van digitale verjonging in film. “We kunnen inmiddels veel met de computer, maar slecht acteerwerk kunnen we niet repareren.”

In The Irishman speelt Robert De Niro een rol die meer dan vijftig levensjaren bestrijkt. Zijn personage Frank Sheeran is een Tweede Wereldoorlog-veteraan die als handlanger van maffiabaas Russell Bufalino (Joe Pesci) betrokken raakt bij de vakbonden van Jimmy Hoffa (Al Pacino). Martin Scorsese’s epos is een melancholische misdaadbiografie die aan de hand van dit hoofdpersonage de kronkelachtige geschiedenis van de maffia en de vakbonden uitpluist.

Uitzonderlijk is dat acteergrootheden De Niro, Pacino en Pesci, alle drie ver in de zeventig, hun personages ook in hun jongere jaren zelf vertolken, met hulp van geavanceerde digitale effecten. VFX-supervisor Pablo Helman van Industrial Light & Magic had de leiding over dit peperdure project. “Dit is geen standaard effectenfilm”, verheldert hij telefonisch uit Los Angeles. “We moesten koste wat het kost het uitzonderlijke spel van deze steracteurs intact houden.”

Hypothetische vraag
Stel je voor dat The Godfather 2 (Francis Ford Coppola, 1974) met hedendaagse technologie gemaakt was. Zou Marlon Brando’s personage Don Corleone in de scènes over zijn jeugd dan nog door een jonge Robert De Niro gespeeld worden? Of zou Brando met behulp van computertechnologie een meer dan vijftig jaar jongere versie van zichzelf spelen?

Anno 2019 is dit geen hypothetische vraag meer. Door computereffecten kunnen acteurs en actrices inmiddels elke vorm en leeftijd aannemen. Ouderdom en jeugd zijn daarmee praktisch inwisselbaar geworden. Overleden filmtalent kan zelfs tot leven worden gewekt om vanuit het hiernamaals een (bij)rol te spelen. Disney plaatste de afgelopen jaren digitale versies van Carrie Fisher (1956-2016) en Peter Cushing (1913-1994) in delen van Star Wars om de continuïteit in de franchise te waarborgen.

Nog bizarder is het omstreden nieuws dat James Dean (1931-1955) binnenkort zijn ‘langverwachte’ terugkeer op het grote doek maakt in Vietnamoorlogsdrama Finding Jack. Volgens de producenten is hij “de meest geknipte acteur voor de rol.” En dat terwijl James Dean de Vietnamoorlog nooit heeft kunnen meemaken.

Portretrecht
Het geheim van de eeuwige jeugd zit niet meer in de alchemie van een levenselixer, in de verhullende effecten van make-up of in het maakbare lichaam van de plastische chirurgie. Het schuilt in grafische kaarten, supercomputers en deep learning artificial intelligence. Dankzij die digitale technologie hebben acteurs, actrices en andere supersterren – denk ook aan popartiesten die op hologramtournee gaan – het eeuwige leven. Dat doet (nu nog) wenkbrauwen fronsen. Want wie maakt er na jouw overlijden het besluit in welke film je gaat spelen of hoe jouw hologramconcert eruit gaat zien? Concreet: wie heeft het recht om jouw evenbeeld in een film te stoppen?

In 2014 maakte Ari Folman daar al het fascinerende The Congress over, dat draait om de uitgerangeerde actrice Robin Wright (gespeeld door Robin Wright) die van haar filmstudio een laatste klus aangeboden krijgt: een full-body scan die ook al haar emoties registreert. Ze hoeft nooit meer te acteren, maar draagt haar portretrecht over aan de studio die haar voor elke film kan inzetten. “Geen sciencefiction”, probeert ze nog, maar jaren later ziet ze zichzelf terug in de hoofdrol van een generieke scifi-actiefilm.

Uncanny Valley
Hoe acteert een acteur die niet eens voor de camera hoeft te verschijnen? Voor de beste acteerprestaties heb je normaal gesproken een dialoog tussen acteur en regisseur nodig. Vanuit het graf valt er maar weinig tegen te spreken, en vanuit de regiestoel dan weinig te regisseren. Digital only-acteerwerk wordt nu samengesteld door VFX-supervisors die een leger animatoren inzetten om gezichtsuitdrukkingen te manipuleren.

Dat handwerk ten spijt belanden dit soort personages regelmatig in de uncanny valley. Het ziet er levensecht uit, maar bewust of onderbewust registreert de kijker dat er toch iets niet goed zit. “Het is een beetje als een recept willen koken met de verkeerde ingrediënten”, zegt Helmans. “Het draait om de keuzes die je maakt: waarom wil je acteurs verjongen of tot leven wekken en hoe ga je dat doen? Bij ons staat het acteerwerk altijd centraal. We kunnen inmiddels veel met de computer, maar slecht acteerwerk kunnen we niet repareren.”

Zoveel blijkt wel uit de openingsscène van X-Men: The Last Stand (Brett Ratner, 2006), een vroeg (en weinig geslaagd) filmvoorbeeld van digitale verjonging. Patrick Stewart en Ian McKellen worstelen zichtbaar met het vertolken van de jongere versies van hun personages Professor X en Magneto. Om Martin Scorsese ervan te overtuigen dat The Irishman op deze manier gemaakt kon worden, speelde De Niro in 2015 een iconische scène na uit Scorsese’s Goodfellas (1990). Helmans team wist het voor elkaar te krijgen hem op geloofwaardige wijze vijfentwintig jaar jonger te maken. “Dat voelt inmiddels als eeuwen geleden”, lacht Helman. “Toen moesten we alles nog doen met speciale belichting en met stipjes op de gezichten van de acteurs.”

Gestipte tennisbal
Voor de opnames van The Irishman eiste Scorsese dat er geen stipjes, geen camera’s aan helmen en geen lege greenscreen-studio’s aan te pas zouden komen. Het zijn de standaardtechnieken van de blockbuster om de fantasierijke werelden, monsters en helden uit de computer te toveren. Zo staan acteurs soms zeer intense scènes te spelen, in hun eentje tegenover wat gestipte tennisballen. “Scorsese stond erop dat zijn acteurs wél de vrijheid kregen om normaal te acteren. De technologie ontwikkelde zich gelukkig razendsnel. Scènes die we in het eerste jaar van de productie hebben gefilmd, zijn tegen het einde zelfs opnieuw gedraaid. De technologie was zo snel veranderd dat we het zelf niet bij konden benen.”

Dat Scorsese überhaupt koss voor digitale verjonging had volgens Helman twee belangrijke redenen: “Het verhaal van The Irishman springt tussen personages en tijdsvakken. Het zou te veel afleiden om dan steeds te moeten schakelen naar andere acteurs die lijken op jongere versies van De Niro, Pacino en Pesci. We hebben even overwogen om alleen de lichamen van jongere acteurs te gebruiken en daar de hoofden van de steracteurs op te animeren, maar dat leverde een nieuw probleem op: Scorsese filmt soms takes van dertig minuten waarin veel geïmproviseerd wordt. Dat is onmogelijk om te plannen en uit te stippelen.”

Helman ontwikkelde een speciale driekoppige cameraopstelling, met twee extra infraroodcamera’s aan weerszijden. Cameraman Rodrigo Prieto, die ook The Wolf of Wall Street (2013) en Silence (2016) voor Scorsese schoot, noemde ze “de getuigecamera’s”, omdat ze dingen zien die het blote oog onmogelijk kan registreren. De dramatische belichting die voor filmopnames wordt ingezet, zorgt voor schaduwen en contrasten in de gezichten van de acteurs die storend zijn voor de verjongingssoftware. Door de gezichten van alle kanten in infrarood te belichten ontstond, alleen zichtbaar voor die twee extra camera’s, een gelijkmatig belichte versie van hetzelfde beeld. Helman: “Het enige wat we met de computer hoefden te doen was de gezichten vervolgens op een geloofwaardige manier verjongen.”

Digitale plastische chirurg
Sinds de jaren negentig werkt Helman met Hollywood-regisseurs als Ron Howard, Kathryn Bigelow, Roland Emmerich en Steven Spielberg. Hij hield zich voornamelijk bezig met explosies, vuurgevechten met ruimteschepen, aliens en dinosauriërs. Veel van zijn werk beperkte zich ook nog eens tot de achtergrond van het beeld. Had hij ooit verwacht dat hij op de piek van zijn carrière als een soort digitale plastische chirurg rimpels van De Niro zou wegpoetsen? “Context is bij Marty het sleutelwoord. Voor Silence werkte ik vooral aan omgevingseffecten: het animeren van golven en het tot leven wekken maken van de natuur. Hij vroeg altijd: ‘Wat voegt dit toe aan de film?’ Diezelfde vraag hebben we ons ook gesteld voor The Irishman. Daarom verbaast dit werk me niets. Net als het production-design gaat het allemaal om context: ik doe dit werk omdat het verhaal het nodig heeft.”

Scorsese is lang niet de enige die digitale verjonging inzet, en we gaan er in de komende jaren nog veel meer van zien. De populaire superheldenfilms van Marvel, waarin allerlei tijdlijnen en verhalen met elkaar worden verweven, zijn al grootafnemers. In Ang Lee’s Gemini Man, waarin een door Will Smith gespeelde huurmoordenaar wordt opgejaagd door zijn dertig jaar jongere kloon, voegt de digitale verjonging ook echt iets toe aan het verhaal.

Gemini Man zet de angst voor ouder en overbodig worden centraal. Maar bij veel van de films met digitale verjonging die eraan komen, zal het vooral gaan om het in stand houden van Hollywoods onrealistische schoonheidsideaal. Op dit moment is plastische chirurgie nog een tikje goedkoper, maar door algoritmes aangestuurde software kan nu al volautomatisch rimpels verwijderen. Stiekem is dit al de industriestandaard.

Helman ziet dat als een onvermijdelijk bijproduct van de technologische vooruitgang. “Ik wil me daar nu niet te veel mee bezighouden. Het werk dat ik doe komt voort uit het verhaal dat verteld moet worden. We maakten de hoofdpersonages in The Irishman jonger omdat het verhaal het nodig had, niet om ze mooier te maken. Ik heb het geluk dat ik met grote regisseurs als Steven Spielberg en Martin Scorsese kan werken. Met hen letten we niet op schoonheid, maar op de essentie van goed acteerwerk: we focussen ons op gedrag en communicatie. Wat ik doe is bedoeld om dat nog beter in beeld te brengen.”