David Hinton over Made in England
'Ik hoor niemand liever over cinema praten dan Scorsese'
Met Martin Scorsese als gids door leven en werk van de Britse filmgiganten Michael Powell en Emeric Pressburger stroomt Made in England over van de aanstekelijke liefde die alle betrokkenen in dit filmische eerbetoon staken.
Ooit waren ze een instituut van de Britse cinema; daarna raakten ze enigszins in de vergetelheid. Het ongebruikelijke filmduo Michael Powell en Emeric Pressburger maakte al bij leven veel verschuivingen mee in de kritische waardering van hun werk. Klassiekers als The Life and Death of Colonel Blimp (1943), Black Narcissus (1947) en The Red Shoes (1948) kent iedereen – of zou iedereen moeten kennen – maar in het snel verhippende Engeland van na de Tweede Wereldoorlog zonk hun artistieke reputatie.
Het was niemand minder dan Martin Scorsese die Michael Powell laat in diens leven opzocht en bevriend met hem raakte. Voor Scorsese werd het een missie om zijn liefde voor het werk van de Britse regisseur met de wereld te delen.
Ruim drie decennia nadat Powell en Pressburger overleden, krijgt Scorsese in Made in England: The Films of Powell and Pressburger van David Hinton ruim baan om een nieuwe generatie filmliefhebbers wegwijs te maken in het wonderbaarlijke werk van deze grootheden. De documentaire is niets minder dan een liefdesbrief aan deze makers en hun schitterende films, want ook regisseur Hinton had een diepe persoonlijke connectie met dit passieproject. “Ik heb levendige herinneringen aan de eerste keer dat ik A Matter of Life and Death (1946) zag, op een kleine televisie”, vertelt hij. “Veel films die destijds op tv voorbijkwamen ben ik allang vergeten, maar het begin van deze film is op mijn netvlies gebrand. Het paste uiteindelijk niet in de documentaire, maar de opening van die film – het begint in het heelal, daalt langzaam neer richting aarde en eindigt in de cockpit van een fikkende bommenwerper – is een van de sterkste openingsscènes ooit.”
Scorsese had een persoonlijke band met Michael Powell. Wat was uw eigen band met hem? “Ik ontmoette hem in 1986, om een televisiefilm over hem te maken. Rond die tijd kwam het eerste deel van zijn autobiografie A Life in Movies uit. Het was een uitzending van ongeveer een uur, waarin we op een speelse manier door zijn carrière liepen. Scènes daaruit zitten ook in Made in England. Het was een ontzettend aangename tijd en hij was blij met het eindresultaat, dus we werden vrienden en dat bleven we tot het einde van zijn leven.”
Ik kan me voorstellen dat het zowel voor u als voor Scorsese een emotioneel proces was om aan deze film te werken. “We hebben emmers vol liefde in deze film gegoten. Dat geldt niet alleen voor ons twee; Scorsese’s editor Thelma Schoonmaker was getrouwd met Michael Powell. Ze staat in de aftiteling als uitvoerend producent, maar heeft eigenlijk veel meer voor deze film gedaan. Scorsese en zij hebben veel sequenties samen gemonteerd. Zij zaten in New York, ik in London, en we wisselden steeds ons materiaal uit. Het was een echte samenwerking, die uit liefde ontstond. We missen Michael elke dag. En deze film is een manier om wat we voor hem voelen te delen met de wereld.”
Het is ook een manier om het levenswerk van Powell en Pressburger de waardering te geven die het verdient. In het televisie-interview dat u in de film laat zien, grapt Michael Powell dat Britten hun grootheden altijd te weinig of te laat waarderen – een scherp commentaar op hun merkwaardige positie in de filmindustrie aan het einde van hun carrière. Hoe belangrijk was het voor u om hun artistieke nalatenschap nieuw elan te geven? “Die uitspraak van Michael was doelbewust speels en provocatief. Ik hou daarvan. En het zegt ook veel dat Emeric Pressburger zich geneert, wanneer Michael zich zo gedraagt. Dat toont iets over hun afwijkende persoonlijkheden en de relatie die zij onderling hebben. Tegelijkertijd is het waar dat ze vergeten en afgestoten werden in de jaren zestig. Ze raakten uit de mode toen de Britse cinema dankzij regisseurs als Lindsay Anderson en Tony Richardson een nieuwe weg insloeg. Dat was oprecht een opwindende tijd, maar in één klap waren deze geniale regisseurs ook de dinosauriërs van de Britse cinema geworden.
“Bovendien moesten ze werken in een hele andere filmindustrie. Het is veelzeggend dat ze hun grootste meesterwerken tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog maakten. In veel opzichten werkten ze niet in een commerciële filmindustrie, maar in een filmklimaat met een sterke nationalistische inborst. Met de commercialisering van film in de jaren zestig konden ze veel minder goed omgaan. De latere artistieke herwaardering van hun films – en het feit dat ze beiden nog leefden toen die begon aan het eind van de jaren tachtig – is dus fantastisch.”
Veel makers die ik vandaag de dag spreek verwijzen naar Powell en Pressburger als inspiratiebron. “Dat geldt voor mij ook! Daarom was het zo belangrijk dat Scorsese contact legde met Michael en zoveel heeft gedaan om hun reputatie te herstellen en hun magische films met de wereld te delen. En dat deed hij al toen Michael nog leefde.”
Het voelt ergens ook alsof deze film een opvolger is van Scorsese’s eigen films A Personal Journey with Martin Scorsese Through American Movies [1995] en My Voyage to Italy [1999]. Had deze film zonder hem kunnen bestaan? “Nee, zonder Scorsese was er geen film. Het is een magische combinatie. Ik hoor niemand liever over cinema praten dan Martin Scorsese. Hij is de interessantste levende regisseur, die niet alleen monumentale cinema maakt, maar ook prachtig over film kan praten. Hij had een diepe band met Michael en een enorme waardering voor de films van Powell en Pressburger. Die chemie is de film.”
Hoe zag die samenwerking eruit? Hoe structureert u een documentaire rondom Scorsese’s ideeën, herinneringen en observaties? “Dat was een proces van jaren. Toen we aan de film begonnen, werkte hij aan Killers of the Flower Moon [2023], wat zacht gezegd geen kleine film is. Ik sta versteld dat hij op zijn leeftijd de energie heeft om zo’n meesterlijke film te maken en tegelijkertijd met mij aan een documentaire te werken. Scorsese heeft zijn eigen archivist, met wie ik de archieven in dook om alles te vinden wat Scorsese ooit heeft gezegd en geschreven over Powell en Pressburger. Dat was een hoop. Daaruit destilleerde ik de opzet van een structuur, het skelet van een script. En daarna hebben we het regel voor regel samen doorgelopen. Het was een hechte samenwerking, van script tot montage.”
De montage is ook echt briljant. Ik zie zelden een film over film die zo leuk is om naar te kijken. “Dat compliment is voor Thelma, die zoveel aan deze film heeft gemonteerd. Door hoe zij het materiaal presenteert, leerde ik ook echt nieuwe dingen over de films van Powell en Pressburger, en over de invloed die zij hadden op het werk van Scorsese. Om maar één voorbeeld te geven: de overeenkomsten tussen Boris Lermontov in The Red Shoes en Travis Bickle in Taxi Driver [1976]. De manier waarop die connecties visueel gelegd worden is zo verhelderend.”
Made in England: The Films of Powell and Pressburger is vanaf 5 september 2024 te zien in de bioscoop