Silence

Reliprop van Martin Scorsese

Alsof je in een heel goed geschreven rooms-katholiek kerkblaadje zit te lezen: Martin Scorsese preekt in Silence vooral voor eigen parochie.

Het is nogal een overgang na het luidruchtige hedonisme van The Wolf of Wall Street. Wie bij Scorsese denkt aan Taxi Driver, Mean Streets of Goodfellas komt met Silence ook bedrogen uit. Geen hoofdrollen voor Robert De Niro of Leonardo DiCaprio; Silence gaat over twee jezuïeten, gespeeld door Andrew Garfield en Adam Driver, die in de zeventiende eeuw het woord van Christus komen brengen in Japan.

Scorsese’s films gaan natuurlijk vaker over zonde, schuld en boete. Het is ook niet de eerste keer dat hij eenn expliciet religieus verhaal vertelt. Hij deed het ook in Kundun (1997), over de veertiende Dalai Lama, en natuurlijk in het buitengewoon indrukwekkende The Last Temptation of Christ (1988). Scorsese groeide op in een rooms-katholiek milieu en wordt, getuige zijn nieuwste film, alleen maar geloviger.

Silence is gebaseerd op de Japanse roman Chinmoku, in 1966 gepubliceerd door Shusaku Endo. Scorsese en scenarist Jay Cocks werkten meer dan vijftien jaar aan de verfilming. Het verhaal gaat over de Kakure Kirishtian, de ‘verborgen christenen’ van Japan. Christenen werden er in de zeventiende eeuw vervolgd en waren gedwongen hun geloof in het grootste geheim te belijden in schuilkerkjes zonder echte priesters. In de woorden van Silence: “De zwarte aarde van Japan is doordrenkt van het bloed van zo veel christenen.”

Startpunt is de verdwijning van priester Christovao Ferreira (Liam Neeson). Het gerucht gaat dat hij het katholieke geloof de rug heeft toegekeerd en zelfs getrouwd is met een Japanse vrouw. Twee jonge Portugese jezuïeten, Sebastian Rodrigues (Garfield) en Francisco Garupe (Driver), reizen in 1639 naar Japan om hem te zoeken en de Kakure Kirishtian te steunen.

Scorsese vertelt het verhaal met al het vakmanschap dat hem ter beschikking staat: cameraman Rodrigo Prieto (Los abrazos rotos, The Wolf of Wall Street), production designer Dante Ferretti (Ginger e Fred, Hugo), editor Thelma Schoonmaker (Raging Bull). In de cast vinden we ook grote Japanse namen als Tadanobu Asano en acteur en collega-regisseur Shin’ya Tsukamoto.

Mysterieuze waarheid
De landing van de twee priesters bij een kustdorpje en de eerste kennismaking met de Japanse christenen is heel fraai. De nachtelijke fakkelscènes, in schilderachtig clair-obscur, roepen herinneringen op aan Caravaggio en Rembrandt. We mogen ons dan in zeventiende-eeuws Japan bevinden, de Bijbelse analogieën zijn overal. De arme, gelovige kudde, de vervolging door de Romeinen/samoerai — zelfs een Japanse Judas ontbreekt niet. Kichijiro (Yôsuke Kubozuka) is een dubbel­zinnig personage, en daardoor het meest geslaagde. Scorsese is in het eerste half uur ook op zijn best. Met een vleugje humor, bijvoorbeeld bij de eerste biecht van een onverstaanbaar Japans mensje of een kort theologisch ‘debat’ over het paradijs, blaast hij leven in zijn personages.

Daarna begint jammer genoeg de vrome katholiek het te winnen van de cineast en verteller in Scorsese. Zoals alle propaganda, werkt Silence vooral met herhaling en het demoniseren van de tegenstander. Inquisiteur Inoue (Issey Ogata) en zijn samoerai dwingen de dorpelingen hun geloof te verwerpen en laten hen de beeltenis van Christus vertrappen. Niet één keer, niet twee keer, maar telkens wéér. Silence begint gaandeweg ook steeds meer te lijken op Mel Gibsons The Passion of the Christ (2004) of Shogun’s Joy of Torture (Teruo Ishii, 1968). Niet één, niet twee, maar keer op keer zien we mensen een gruwelijke martelaarsdood sterven.

Wat Scorsese daarmee lijkt te willen zeggen, zit al in de titel vervat en wordt later nog eens uitgelegd: “It is in the silence that Your voice is heard.” Voor de een is dat een absurde bewering; voor de ander een mysterieuze waarheid. Voor de jonge jezuïeten en de gelovige bioscoopbezoeker is Gods zwijgen bij al het geweld jegens Zijn Japanse volgelingen natuurlijk een aangrijpend drama. Voor de niet-gelovige levert het een veel te lange, veel te repetitieve en, eerlijk gezegd, veel te saaie film op die zich bovendien (drie keer kraait de haan!) tegen het einde te buiten gaat aan pure kitsch.

Sadistisch glimlachje
Ergerlijk zijn ook de stereotypen. De wrede inquisiteur wordt gespeeld met een accent en een sadistisch glimlachje dat de vooroordelen over Japanners nieuw leven in lijkt te willen blazen. De gelovige kudde komt er nog tamelijk sympathiek van af, maar verder zijn de hoofdrollen voorbehouden aan witte mannen die vooral lijden voor hun geloof. Tegenover zijn kerk plaatst Scorsese louter barbarij, niet boeddhisme of shintoïsme.

“Wij geloven: wij brengen de waarheid en de waarheid is universeel.” Scorsese heeft meermaals bewezen dat een goede film ieders waarheid universele geldigheid kan verlenen. Daarom was The Last Temptation of Christ zo goed. Willem Dafoe speelde Jezus, maar zijn lijdensweg van twijfel, eenzaamheid en angst is voor ieder mens herkenbaar. In Silence voert Scorsese alleen de gelovigen mee en hij doet het met de geoefendheid en kortzichtigheid van een zeloot.