Freeze Frame #46

Grootsheid in een plens water

Alice Doesn’t Live Here Anymore. Illustratie: Rolf Hermsen

Regisseur Shady El-Hamus (De libi, Forever Rich, Crypto Boy) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: oprechte intimiteit in Alice Doesn’t Live Here Anymore.

Er zijn talloze voorbeelden van filmmakers die, na het maken van een aantal films, bewust of noodgedwongen breken met hun eerdere werk en zo nieuwe kanten van zichzelf laten zien. Waar het überhaupt een uitdaging is om je films als regisseur gerealiseerd te krijgen, is het minstens zo’n uitdaging om vervolgens te voorkomen dat je vast komt te zitten in een hokje.

Neem Francis Ford Coppola, die al een leven lang films maakt en zowel grote pieken als diepe dalen kende, maar met zijn films altijd een nieuw pad durft te verkennen. Of de Coen Brothers, die met hun eerste twee films succes hadden maar zich een paar jaar later, na hun geflopte, peperdure vijde film, The Hudsucker Proxy, helemaal opnieuw moesten beginnen met een klein budget – wat leidde tot Fargo, de film waarmee ze zichzelf opnieuw op de kaart zetten. Gus Van Sant hanteert op zijn beurt de interessante strategie: “One for them, one for me”, waarbij hij met commerciële studiofilms zoals Good Will Hunting en Finding Forrester zijn kleinere, meer artistieke projecten zoals Elephant en Last Days financierde.

Onder al deze helden is er één die veruit de meeste films maakte: Martin Scorsese. Van hem kun je zeggen dat hij pas echt “Martin Scorsese” werd na Mean Streets. Die film, zijn vierde, na enkele opdrachtfilms voor grote studio’s, vormt qua motieven en stijlen de blauwdruk voor zijn latere werk: schreeuwerige masculiene personages, de Italiaans-Amerikaanse onderwereld en natuurlijk New York. Het zijn de elementen die hem beroemd maakten en toch was – en is – Scorsese veel meer dan dat. Inmiddels maakte hij meer dan vijfentwintig films en een van mijn favoriete is het relatief onbekende Alice Doesn’t Live Here Anymore uit 1974.

Het verhaal gaat dat acteur Ellen Burstyn na haar succes in The Exorcist van Warner Brothers carte blanche kreeg. Ze wilde een feministische film maken, verteld vanuit het perspectief van een vrouw, en schakelde via Coppola de jonge Scorsese in om te regisseren. Het resultaat is een charmante, gevoelige film over een moeder die na de dood van haar man samen met haar zoon een nieuw leven probeert op te bouwen. Een film waarin Scorsese vooral zijn zachtheid en humor etaleert en daarmee laat zien niet alleen een ‘maffia-regisseur’ te zijn. Hoewel de film op het eerste gezicht dus totaal anders is dan klassiekers als Goodfellas of Raging Bull, zijn er toch ook duidelijke overeenkomsten: de dynamische cameravoering, het slimme gebruik van muziek en montage, en vooral het vertrouwen en de vrijheid die hij zijn acteurs geeft.

Een van de mooiste scènes speelt zich af in een motelkamer. Moeder en zoon zijn op roadtrip door Amerika, op zoek naar een nieuw begin. Terwijl zij solliciteert en probeert zich staande te houden in een door mannen gedomineerde wereld, zit hij de hele dag verveeld op haar te wachten. Wanneer ze op een dag een baan vindt en opgetogen thuiskomt, deelt haar zoon haar blijdschap niet. Hij zit in een hoek van de kamer te mokken, boos en verveeld. In een poging hem op te vrolijken, spettert ze vervolgens water op hem en wat begint als een speelse provocatie, mondt uit in een groots en hilarisch watergevecht. Met bekers, glazen en uiteindelijk zelfs de douchekop rennen ze lachend achter elkaar aan en zo voel je hoeveel deze twee mensen van elkaar houden.

De scène is zo levendig en oprecht dat je bijna vergeet dat je naar een film kijkt. Die mate van authenticiteit bereiken is een ware kunst. Het vraagt van de regisseur dat hij een omgeving creëert waarin de acteurs zich volledig vrij voelen en de aanwezigheid van camera’s en crew vergeten. Met deze scène bewijst Scorsese dat hij niet alleen een meester is in het regisseren van groots en meeslepend drama, maar ook juist van intieme, menselijke interactie. Het is precies deze combinatie die hem onderscheidt als een van de grootste regisseurs aller tijden.

Geschreven door Shady El-Hamus