Sergei Loznitsa over The Trial

‘Hightech propaganda 24 leugens per seconde’

Sergei Loznitsa

Waarom sluiten de archiefbeelden van een wreed showproces uit de Sovjet-Unie van 1936 zo naadloos aan op de hedendaagse speelfilms en documentaires van Sergei Loznitsa? “Het is een onderzoek naar het leven als theater.”

Volgens Sergei Loznitsa kan iedereen de archiefbeelden uit zijn documentaire The Trial (2018) vinden. “Het materiaal ligt in het Russische film- en fotoarchief in Krasnogorsk. Het enige wat je ervoor nodig hebt, is de wil en een beetje nieuwsgierigheid.”

Weinig regisseurs zijn zo nieuwsgierig naar dit soort materiaal als Oekraïner Loznitsa, die het in zijn films op verfijnde wijze restaureert, rangschikt en opnieuw presenteert. Zo maakt Loznitsa met State Funeral (2019), zijn nieuwste archiefdocumentaire die dit jaar op IDFA wordt vertoond, een vloeiende aaneenschakeling van propagandabeelden gemaakt tijdens de begrafenisceremonie van Jozef Stalin in 1953.

Op zichzelf zeggen die beelden al veel over de historische context waarin ze gemaakt zijn, maar binnen het oeuvre van Loznita komen ze ook echt tot leven. Zo ook The Trial, dat volledig bestaat uit archiefmateriaal van het proces tegen de Industriële Partij. In dit grensverleggende showproces uit 1930 werden economen en ingenieurs beschuldigd van het samenzweren tegen de Sovjet-Unie. ‘Een pervers toneelstuk’, noemde collega Jos van der Burg het vorig jaar toen de film op IDFA draaide. Het is ook fake news avant la lettre, opgenomen op voor die tijd geavanceerde geluidsfilm om als hightech propaganda benut te worden door de staat. “24 leugens per seconde”, zoals Loznitsa de scènes zelf omschrijft.

Theatertraditie
Deze archiefdocumentaires vormen samen met speelfilms (My Joy, 2010; A Gentle Creature, 2017; Donbass, 2018) en observerende documentaires (Maïdan, 2014; Austerlitz, 2016; Victory Day, 2018) de drie pijlers waarop Loznitsa’s essayistische vorm van cinema rust. Zijn filmwerk is een diepgaand onderzoek naar de manier waarop geschiedenis telkens geconstrueerd, herinnerd en opgevoerd wordt. Zo noemt hij The Trial zelf “de historische vastlegging van het specifieke moment waarop het concept van ‘rechtvaardigheid’ vernietigd wordt.” Speelfilm Donbass laat vervolgens zien hoe het is om in de rechteloze chaos te leven van het hedendaagse Oekraïens-Russische oorlogsgebied.

Op het filmfestival van Karlovy Vary, waar Loznitsa afgelopen zomer in de jury van de hoofdcompetitie zat, beschrijft de Oekraïense meester in een Tsjechische hotelbar zijn proces uit. “Ik ben geïnteresseerd in de manier waarop spel ons leven vormgeeft. Het is een onderzoek naar het leven als theater. Het is geen geheim dat politiek optreden op een podium gebeurt, dat het deel uitmaakt van een theatertraditie. In mijn films zoek ik de verschillen tussen de mensen die weten dat ze zo’n performance geven en de mensen die onbewust deel uitmaken van die performance. In The Trial zien we acteurs die spelen dat ze schuldig zijn. In Donbass is de scheidslijn tussen spel en realiteit vervaagd.”

Historisch gruwelen
Die grenzen zoekt Loznitsa ook op in observerende documentaires als Austerlitz en Victory Day. Daarin worden niet zozeer mensen, maar vooral de historische plaatsen waar mensen zich begeven in beeld gebracht. Austerlitz is gedraaid in de voormalige concentratiekampen Dachau en Sachsenhausen, waar jaarlijks hordes toeristen komen. Loznitsa filmt ze als podia: de mensenmassa is als publiek even getuige van waar dit historische gruwelterrein ooit voor stond. Victory Day speelt zich af in het Berlijnse Treptower Park, bij een groots monument voor tijdens de Tweede Wereldoorlog gevallen sovjetsoldaten. Ook hier filmt Loznitsa hoe mensen de geschiedenis observeren, tijdens een herdenking op 9 mei, de dag dat de Sovjet-Unie Nazi-Duitsland versloeg.

“Ze voeren een historische plek op”, zegt Loznitsa over het concept achter deze kale, maar fascinerende documentaires. “De historische gebeurtenissen die zich daar hebben afgespeeld veranderen het publiek dat het terrein gadeslaat. Mensen worden er passief van. Ze zijn slechts ontvangers van informatie, observanten die niet weten wat ze moeten doen. Zo worden ze een object van de geschiedenis. Terwijl voorganger Maïdan, over de onafhankelijkheidsstrijd in Oekraïne, een film is over subjecten van de geschiedenis: daarin zie je een poging om geschiedenis te scheppen. Austerlitz en Victory Day gaan over pogingen om de geschiedenis ergens van te beseffen.”

Komedie
Wat al die verschillende soorten films delen, zijn Loznita’s bijtende observaties over misstanden in de Sovjet-Unie en de hedendaagse postsovjetwereld. Zijn films gaan over het verval, het trauma en de desoriëntatie die een eeuw aan extreem communistisch sovjetbewind en extreem kapitalistische Poetin-heerschappij hebben opgeleverd. “Communisme, kapitalisme, al die ideeën kunnen de wereld niet omschrijven zoals die echt is”, vindt Loznitsa. “Hun functie blijft om onderscheid te maken tussen groepen, klassen of identiteiten. Vervolgens richten we onze samenlevingen in aan de hand van deze bedrieglijke concepten.”

De maatschappijkritiek van Loznitsa onderscheidt zich ook door een ongewoon gebruik van humor. Je kan veel zeggen over het gewapende grensconflict in Donbass, maar uiteindelijk is die film ook een komedie over misstanden. De kafkaëske, bureaucratische hel van A Gentle Creature is niet alleen deprimerend, maar ook een absurde puzzel.

Zelfs het gruwelijke onrecht van The Trial kan je zien als een grote juridische grap. De dramatische ironie van de pompeuze optochten voor Stalins overlijden in State Funeral zal de meesten al helemaal niet ontgaan: vier jaar na zijn dood pleitte opvolger Nikita Chroesjtsjov voor het eind van de persoonsverheerlijking rond Stalin. In het Mausoleum op het Moskouse Rode Plein, waar het lijk van Stalin in State Funeral heen wordt gebracht, ligt nu alleen Lenin nog.

Loznitsa filmt komedies en ziet de humor in van zijn archiefmateriaal, maar doet dat altijd omdat hij de ernst van die beelden inziet. “Het is de kracht van overdrijving. Dat zorgt voor effectieve beelden, maar ook voor groteske, absurde taferelen. Neem de begrafenisceremonie van Stalin: het is een idioot gezicht, maar tegelijkertijd een doeltreffende visuele metafoor voor persoonsverheerlijking van een dictator. En het zegt nog zoveel meer: het gaat over hoe een land en een volk constructies zijn, hoe al die systemen door mensen vormgegeven zijn. De ultieme grap voor mij is: ik hoef niets te doen om dit materiaal aan te dikken. Het zit er allemaal al in. Ik laat gewoon zien wat er toen gefilmd is. Het gevaar is natuurlijk dat we ons realiteitsbesef gaan baseren op de beelden die we met elkaar produceren en consumeren. Het is immers zo makkelijk om met beelden te manipuleren. Ik, als regisseur, kan dat weten.”