The Trial

De show van het show­proces

The Trial

The Trial is een vernuftig stukje ‘fake nieuws’ over fake nieuws. Eerder een found footage-speelfilm dan een montagedocumentaire van historisch filmmateriaal. Maar dat waren Stalins showprocessen die de film onttakelt ook. Een leugenspektakel.

Ruim duizend mensen pasten er destijds in de gigantische Moskouse ‘Zuilenzaal’, waar onder Stalin in de jaren dertig showprocessen werden gehouden tegen ‘vijanden’ van de nieuwe Sovjet-Unie. En het zou reusachtig zijn als er nu duizend mensen in Nederland de gang naar het filmtheater maken voor The Trial van de Oekraïense regisseur Sergei Loznitsa (Maidan, 2014; Austerlitz, 2016; Donbass, 2018). Dat draait om het showproces tegen acht professoren en ingenieurs die werden beschuldigd van contrarevolutionaire activiteiten en industriële sabotage, zogenaamd ondersteund door de Franse regering en in ballingschap levende ‘Witten’ (grootgrondbezitters en adel).

Niet dat de found footage-montagefilm geen groter publiek verdient, maar het is allemaal een kwestie van schaal en verhouding. Duizend mensen die zich verzamelden om een in scène gezette (en destijds als een speelfilm vastgelegde) rechtszaak bij te wonen, dat was een massa. Of duizend mensen die een ruim twee uur durende ‘reconstructie’ van de veertig minuten lange propagandafilm die er van dat ‘spektakel’ werd gemaakt. Het is niet eens een reconstructie, want Loznitsa voegde aan die veertig minuten nog ander historisch materiaal toe, en tussentitels (die onder andere uitleggen dat de aangeklaagde ‘Industriële Partij’ nooit heeft bestaan). Het is een antipropagandafilm gemaakt met dezelfde middelen. Als er duizend mensen zijn die al die finesses kunnen duiden en deconstrueren is dat ook een massa.

Loznitsa is zich er overigens van bewust dat The Trial (de verwijzing naar Franz Kafka’s beroemde roman over de vervreemding van een technocratische rechtssysteem die na zijn dood in 1925 werd gepubliceerd is er niet voor niets) een ingewikkelde film is. Hij vertelde in een interview met Senses of Cinema dat je zijn film nog het beste kunt vergelijken met Chinese karakters. Je kunt een tekst begrijpen als je er een paar duizend kent, maar om de complexiteit van een gedachte te vatten moet je er misschien wel 80.000 kennen.

Dat is de kracht en zwakte van The Trial. De film werkt op een heel direct niveau, als studie in retoriek, als analyse van hoe de ‘show’ van een showproces op vele fronten werkt (als live evenement, voor die duizend ‘getuigen’ in het publiek, maar ook als film). Maar het is ook een vernuftig stukje ‘fake nieuws’ over fake nieuws. Het is eerder een speelfilm dan een documentaire, want er is in de film zelf weinig gelegenheid voor de toeschouwer om te toetsen wat hij ziet, behalve aan de hand van zijn eigen historische kennis. En dan krijgt de film zijn weerslag: eerst wil je geloven wat je ziet, dan ga je je vragen stellen, dan ontdek je dat die vragen niet binnen de film te beantwoorden zijn, en dan begrijp je hoe het is om gevangen te zitten in een systeem.

De film doet nog iets anders: natuurlijk verraden de filmbeelden zichzelf door de historische afstand die we hebben gekregen. Loznitsa noemt het met een verwijzing naar Godard “de leugen 25 frames per seconden”. Het is nu aan het oog van de geschiedenis om zijn oordeel uit te spreken.