Luc Dardenne over Le silence de Lorna

Laag voor laag weghalen

Luc Dardenne. Foto: Angelique van Woerkom

De Belgische broers Jean-Pierre en Luc Dardenne behoren bij de beroemdste filmauteurs van de afgelopen vijftien jaar. Hun sobere, messscherpe stijl lijkt over de hele wereld navolging te krijgen. Sommigen suggereren zelfs dat ze de godfathers zijn van een Nieuw Realisme in cinema. "Nee, pardon, ‘de ouders’", verbetert Luc Dardenne.

De broers zitten niet te wachten op volgelingen. Ze zouden zichzelf alleen maar opsluiten in hun eigen stijl, weet Luc Dardenne (54). Want volgelingen leiden tot dogma’s.

Dardenne is voor een dag in Vlissingen waar het festival Film by the Sea de beide broers – Luc verontschuldigt zich voor de afwezigheid van Jean Pierre (57) – een Lifetime Achievement Award uitreikt. Hoewel die ‘lifetime’ nou ook weer niet zo lang is. Althans, wat betreft hun fictiefilms en hun internationale bekendheid. Want niet iedereen weet dat Luc en Jean-Pierre al in 1978 begonnen met het regisseren van documentaires. Over demonstraties en protestbewegingen, over een protestkrant voor arbeiders van de Cockerill-fabriek in Seraing – waar de broers bijna al hun fictiefilms maakten – en over de vrije radiocultuur in Europa.

In 1996 zaten de broers plotseling in de officiële selectie van Cannes. Met La promesse, over het uitbuiten van illegale immigranten op een bouwplaats buiten Antwerpen. De hoofdrol was voor de toen vijftienjarige Jérémie Renier die moet kiezen tussen de immigranten en zijn vader, de eigenaar van het bouwbedrijf. Samen met een paar anderen maakt Renier deel uit van een groep acteurs waar de broers bij voorkeur mee werken. Hun gezichten zijn altijd teder en hard tegelijk.

La promesse viel meteen in de prijzen in Cannes. Met hun volgende film Rosetta wonnen ze drie jaar later een Gouden Palm. Le fils, weer drie jaar later, kreeg ‘slechts’ een nominatie maar won de prijs voor beste acteur. L’enfant won in 2005 opnieuw de Gouden Palm en Le silence de Lorna kreeg in mei de prijs voor beste scenario. C’est ça. Een bijna onwerkelijke staat van dienst na vijf speelfilms.

Snackbar
Het idee dat de Dardennes kiezen voor sociaal-realistische onderwerpen is niet helemaal terecht. Dat is misschien ingegeven door de onderwerpkeuze van hun documentaires en doordat hun verhalen zich afspelen in een grauwe, kale, armoedige setting. Toch gaan hun films meer over morele vragen dan over sociale kwesties.

Wanneer kan iemand nog ‘bevrijding’ vinden? Vergeven worden? Opnieuw beginnen? En hoe? Het leven kan misschien opnieuw beginnen. Is dat het thema dat in al hun films is terug te vinden? "Dat zou het kunnen zijn", glimlacht Luc Dardenne met de voor de broers kenmerkende terughoudendheid. Liever geen uitleg.

Het idee voor Le silence de Lorna, over de wereld van paspoorten en schijnhuwelijken, kwam van een sekswerker, vertelt Dardenne. "Ze vertelde ons dat ze de maffia had voorgesteld om haar broer, die junk was, te laten trouwen voor geld. De junk zou betaald worden en een of andere buitenlandse vrouw de Belgische nationaliteit krijgen. Maar dat is nooit doorgegaan. Wij hebben elementen uit dat verhaal gehaald en er het scenario op gebaseerd."

Zulke elementen vormen slechts het kader, vertelt hij. "Wij zijn vooral geïnteresseerd in de reis die iemand aflegt. Lorna moet met de junk Claudy trouwen om een paspoort te krijgen. Dan kan ze haar droom van een eigen snackbar realiseren. Maar in dat proces ontstaat een dilemma: kiest ze voor die droom of moet ze Claudy van de dood redden? Zo iemand is voor de maffia een gemakkelijke prooi. Ze is kwetsbaar en fragiel. Ook voor ons is dat interessant. Dat is het persoonlijke verhaal. In een groter verband laat de film zien hoe het er hier in Europa aan toe gaat."

Geheim
De camera is in Le silence de Lorna een stuk minder rusteloos dan in Rosetta en Le fils. "We wilden Lorna observeren in plaats van achtervolgen, zoals we in eerdere films deden. Een paar keer hebben we haar stiekem gefilmd terwijl ze door Luik loopt. Omdat we een vrouw met een geheim wilden laten zien. En hoe die vrouw zich beweegt tussen alle andere mensen op straat. Ik moet denken aan een van de laatste scènes in Heaven and Hell van Kurosawa, waarin een man en een kind op straat in een etalage kijken. De kijker voelt de spanning want die weet wat er tussen die twee is gebeurd. Maar de omstanders kennen dat geheim niet. Dat geeft een extra dimensie aan de scène."

De mise-en-scène in de Dardenne-films lijkt terloops en alledaags maar is dat zeer zeker niet. "Als het scenario klaar is gaan we met z’n tweeën de stad in en gaan we scènes op straat naspelen. Om te kijken wat het beste beeld oplevert. De een filmt, de ander speelt. Zo vinden we de beste locaties voor het verhaal. Anderhalve maand voor het draaien laten we de acteurs komen en dan gaan we repeteren. En elke dag laten we hen kleding passen. Tot we precies hebben wat we willen. Vreselijk vinden ze dat."

Die spelers hebben vaak uitgestreken gezichten, met een bressoniaanse afwezigheid van emoties, alsof ze alleen nog kunnen registreren wat er gebeurt maar te zeer zijn afgestompt om er iets mee te kunnen. "Haha, als Bresson onze films zag, zou hij ons gaan beschuldigen van theater. Hahaha. Nee, serieus. Dat is een van de dingen die ik van Bresson heb onthouden: ‘Hoe leger het gezicht, hoe meer je daar zelf op kunt projecteren.’ De acteur moet vooral niet zelf zijn stempel gaan zetten op het personage. Al die grote pretenties halen we er bij nieuwe acteurs eerst laag voor laag af."

Nepkind
Zekerheden weghalen. Zo zou je hun films kunnen bekijken. Maar het is ook wat de broers met de acteurs doen. "Als ze na het lezen van het scenario over de personages beginnen te praten, proberen wij hen zoveel mogelijk te destabiliseren. Ze mogen zich niet opsluiten in hun idee van het personage. Jérémie vroeg zich bij de opnamen af of het wel geloofwaardig was dat hij toch weer om de drugs vraagt. Want hij houdt toch van Lorna? ‘Hoezo’, zeiden we. ‘Hoezo ga je niet om die drugs vragen. Je hebt je inderdaad vastgeklampt aan haar zoals je je vastklampte aan de drugs. Zij was als de drugs voor jou. Maar van haar houden? Nee, dat niet.’ We proberen zoveel mogelijk te vertellen over het gedrag dat we zoeken, niet over de psychologie erachter."

Als het dan toch over psychologie gaat: de Dardenne-personages maken bijna altijd een soort reiniging mee, waarin ze de echte betekenis van hun ervaringen zien. Waardoor ze weer opnieuw kunnen beginnen. "Ik denk dat wij er van houden onze personages te redden. Voor Lorna hadden we twee eindes bedacht. In eentje werd ze vermoord door de maffia. Maar na een tijdje zagen we dat dat niet kon. Ze had al zoveel geleden. Lorna is heel dicht bij ons komen te staan. Bovendien hadden we haar al een nepkind in handen gegeven en haar over dat kind laten dromen. En haar dan doden, nee, dat konden we niet maken."

Cocon
Sommige critici zien de broers als de godfathers van een Nieuw Realisme in de cinema, waar je met een beetje welwillendheid overal ter wereld de sporen van terugziet. Lange, geduldige takes, weinig dialoog, intiem gebruik van de camera, rauw-realistische belichting, subtiel in zichzelf gekeerd acteren en niet een moraal maar de willekeur als de anonieme kracht achter de gebeurtenissen.

"Haha, ik weet niet of wij ‘de godfathers’ zijn. Eerder ‘le parents‘. Haha. Nee, de reden dat je dat realisme overal ter wereld ziet opkomen, heeft niets met ons te maken. Mensen willen de realiteit weer ‘in’, dat is het punt. Denk maar aan reality-televisie. Daar doen ze het anders dan wij. Maar tegelijk doen ze hetzelfde: de werkelijkheid in beeld brengen via sterke, gevoelige, sentimentele momenten, een zo krachtig gecomprimeerde realiteit dat hij échter dan echt is. De reden dat we daar zo’n behoefte aan hebben is dat we ons lange tijd hebben afgekeerd van die realiteit. We hebben ons steeds verder in onze kleine cocon teruggetrokken. Daarbij zijn onze levens door een bestaan online nogal abstract geworden. Om dat tegen te gaan zijn we in film en televisie op zoek gegaan naar het rauwe contact, de rauwe aanraking."


De Lifetime Achievement Award van Film by the Sea is eerder uitgereikt aan Ettore Scola (2003), Saul Zaentz en Milos Forman (2004), Istvan Szabo (2005), Jonathan Demme (2006) en Volker Schlöndorff (2007).