Jia Zhangke over Mountains May Depart
'Dit is een waarschuwing'

Jia Zhang-ke
Door geldzucht en nieuwe technologieën zijn emotionele relaties in China dramatisch veranderd, vertelt Jia Zhang-ke.
Het is niet toevallig dat je het woord ‘sloop’ (demolition) zo vaak tegenkomt in China, zei Walter Salles toen hij in oktober de films van Jia Zhang-ke (1970) inleidde tijdens een gesprek op het filmfestival van Londen.
Salles was er samen met Jia te gast om te praten over zijn documentaire Jia Zhangke, A Guy from Fenyang en probeerde uit te leggen wat hem zo aantrok in de films van zijn Chinese vriend. Hij was gefascineerd geraakt door Jia’s films omdat hij zich er als Braziliaan onmiddellijk in herkende, ook al waren het films over een land aan de andere kant van de wereld.
Jia’s cinema is geen cinema of demolition, probeerde Salles te zeggen, ook al zat er in Jia’s meest recente film A Touch of Sin (2013) behoorlijk wat agressie. Het is ook geen cinema van transformatie, al is het lastig om een andere filmmaker te bedenken die de veranderingen in zijn land zo nauwgezet heeft vastgelegd, bestudeerd en bevraagd als Jia. Hij is in feite een zielsverwant van de Taiwanese filmmaker Hou Hsiao-hsien. Allebei markeren ze punten in de tijd, momenten van sociale, technologische, economische en mentale transformatie, vangen ze reflecties van collectieve herinneringen uit de orkaan van verandering die voorbijtrekt. Het zijn spoorzoekers die nog net een glimp van hoe het was weten te vinden.
Maar sloop draagt behalve de suggestie van iets nieuws natuurlijk ook die andere betekenis in zich: dingen die voor altijd verdwijnen, waarna het nooit meer hetzelfde zal zijn. Jia’s films laten altijd ook de schaduwzijde zien van de bejubelde vooruitgang. Soms leverde hem dat kritiek van de Chinese staat op, maar in Beijing is men ondertussen wijzer geworden. Daar snappen ze ook dat Jia een internationaal fenomeen is en dat die kritiek in feite een compliment aan de openheid van het regime is. Net als de performances en installaties van Ai Weiwei.
Door Jia’s films alleen maar te typeren als kritiek doe je ze trouwens tekort. Ze mixen de grote, zwiepende bewegingen van het heden met kleine persoonlijke herinneringen. Macro en micro. Want alleen over grootheden praten is saai. Daar hadden we de twintigste eeuw voor. Bovendien, wat is radicale kritiek? In A Touch of Sin leek het hele land bevangen door het agressievirus. Maar Mountains May Depart vertelt van die twee films het meest vernietigende verhaal. Het is een waarschuwing, zei Jia Zhang-ke vorig jaar tijdens het filmfestival van Cannes op een dakterras tegen verzamelde journalisten. Maar de eerste vraag ging natuurlijk over dat liedje van The Pet Shop Boys waarmee de film opent. ‘Go West’.
“Het was niet alleen een heel populair nummer in China toen het uitkwam, het is voor mij ook een belangrijke herinnering aan mijn studietijd”, zegt Jia. “We hadden veel discoclubs in die tijd en wanneer dit nummer werd gedraaid vloog iedereen de dansvloer op en dansten we hand in hand in één vloeiende beweging. Een fijne herinnering. Toen ik me realiseerde dat de film in 1999 moest beginnen, schoot dit nummer me te binnen. Het typeert die tijd, het staat voor de enorme economische en technologische veranderingen die China doormaakte. Mobiele telefoons en internet zorgden voor een totale transformatie van het landschap van persoonlijke relaties. Wat relaties betreft was er een tijd voor en na de komst van internet, voor en na de komst van mobiele telefoons. Privéauto’s verschenen in de straten, snelwegen werden aangelegd, hogesnelheidstreinen gingen rijden. De snelheid van alles ging omhoog. Ook die van relaties, kun je zeggen. Het was trouwens niet de tekst van ‘Go West’ die mensen aantrok, want de meesten Chinezen spraken geen Engels. Het ging om het ritme, de beat. Op de een of andere manier deed het mensen denken aan vrijheid en een beter leven. Verandering hing in de lucht. Het betekende dus niet: naar het Westen gaan. Het betekende: érgens heen gaan.”
“Nieuwe technologieën en kapitalisme hebben het waardensysteem totaal veranderd. Men is zich helemaal op geld gaan richten. Dat had ingrijpende gevolgen voor ons emotionele leven en voor onze romantische verhoudingen. In de film kiest de moeder ervoor haar zoon Dollar op te laten voeden door de vader van wie ze gescheiden is, omdat hij meer geld heeft. Een man die ze in eerste instantie trouwens al vanwege zijn geld had gekozen. De zoon groeit op zonder moeder, met een vader die vooral in werk geïnteresseerd is en blijkt iemand met behoorlijk wat problemen te worden. Via deze drie mensen wilde ik laten zien hoe de banden tussen mensen zijn veranderd. Niet alleen tussen geliefden dus. Ook tussen ouders, vrienden, generaties.”
“Om dat goed te laten zien, had ik een brede blik nodig. Daarom speelt de film in drie tijden: 1999, als alles nog zoet en onschuldig is; 2014, als die onschuld veranderd is in bitterheid en mensen de kille realiteit van hun relaties beseffen; en 2025, de toekomst. Alles bij elkaar een vage echo van de evolutie van mijn eigen emotionele banden.”
“De film zit vol materiaal dat ik sinds 2000 met mijn eerste mini-DV-camera heb gemaakt. In die tijd had ik nog geen verhaal. We namen die camera gewoon overal mee naartoe en maakten eindeloos opnamen. Dat materiaal is een soort levend archief geworden, een geheugen vol individuele en collectieve herinneringen. Toen ik het script ging schrijven was me meteen duidelijk dat ik dat materiaal wilde gebruiken. Het is zelfs een inspiratie geweest voor de film.”
“In 2025 woont de zoon in Australië en spreekt hij nauwelijks nog Chinees. Dat is inderdaad opvallend als je ziet hoe trots Chinezen op hun taal en cultuur zijn. Daarom heb ik het verhaal naar de toekomst verplaatst. Niet als een voorspelling, maar als een waarschuwing. Ik zie een trend, niet alleen in China maar wereldwijd, waarin mensen steeds minder bedreven raken in lezen en schrijven. Steeds minder geïnteresseerd raken in literatuur. Mensen passen zich aan een globale cultuur aan en vergeten wat ze eigen maakt. Ze vergeten hun moedertaal. Hoe moeten ze dan met oudere generaties praten? Hoe kunnen ze hun moeder dan verstaan? Hoe verhouden ze zich dan tot de mensen die de belangrijkste individuen in hun leven zouden moeten zijn? Ik ben er best pessimistisch over. Hopelijk zullen we andere keuzes maken.”