Caught by the Tides
Als water door je vingers

Caught by the Tides
Caught by the Tides eist een volledige overgave aan zijn ritmische montages. Laat je meevoeren in Jia Zhang-ke’s tweeëntwintigjarige reis door een China dat constant in beweging is.
Eenvoudig gezegd toont een film wat een personage doet en hoe de wereld daarop reageert. De film als een opeenvolging van gebeurtenissen, waarover we lezen in beschrijvingen en recensies, en waar we het over hebben tijdens nagesprekken.
Maar de plot van Caught by the Tides (Feng liu yi dai) samenvatten is de film tekortdoen. Niet alleen omdat het verhaal – als we het al een verhaal kunnen noemen – verwarrend en moeilijk te volgen is, maar omdat, in tegenstelling tot zoveel andere films, de plot hier niet het centrale element is.
Toch is er iets van oorzaak en gevolg te ontcijferen in Jia Zhang-ke’s impressionistische film over zijn thuisland China. Zanger en model Qiaoqiao (Tao Zhao) wordt gedumpt door haar manager en minnaar, die vertrekt om zijn geluk elders te beproeven. Haar sms’jes aan hem blijven onbeantwoord en hoewel ze niet weet waar hij is, gaat ze naar hem op zoek. Die zoektocht, een epische reis door China die jaren in beslag neemt, is een venster naar iets anders. Iets associatiefs, iets dat meer te maken heeft met ritme, sfeer en textuur dan met verhaal. Iets waarbij mislukking geweven is in de structuur van de film zelf.
Jia Zhang-ke legt China vast in beelden die hij gedurende een periode van tweeëntwintig jaar schoot terwijl hij aan andere films werkte. En terwijl Qiaoqiao door het land reist op zoek naar haar verloren geliefde, leggen we met haar een reis af door de tijd. We zien China veranderen. In het begin zien we volksdans en traditioneel gezang. Later, tijdens de covid-pandemie, robots en beveiligingscamera’s.
Kijkend naar een vrouw die zwijgzaam door China trekt, raak je verstrikt in de beelden zoals je meegesleurd kunt worden door de getijstroom. En zoals de zee stukjes land afbreekt en ergens anders weer aanlegt, zo creëert de film een indringend knip-en-plakwerk van China.
Je voelt het gemis van voorbije tijden en verloren plekken. De gemeenschappen die ontheemd zijn geraakt door de aanleg van de Drieklovendam in de Yangtze, de langste rivier van China. Het dunne laagje vernis van optimisme tijdens de Olympische Spelen in Beijing.
Er is een terugkerend motief van niet-synchroon lopende dialogen. Dit in een film waarin sowieso al weinig gesproken wordt. Qiaoqiao kijkt zwijgend naar de mensen die ze ontmoet. Geluid is er trouwens wel, en veel ook, in de soundtrack die aan de montages is toegevoegd – voornamelijk westerse muziek. Het roept allemaal een droefheid op, een pessimisme, en misschien ook wel het besef van een onoverkomelijk falen in onze pogingen verbinding te maken. Maar ook: de noodzaak om het toch te proberen.
Caught by the Tides is een triest en verwarrend geheel. Je hebt het gevoel dat er iets door je vingers glipt als je naar de film kijkt. Misschien is dat het wel: een onvermogen om alles wat je te zien krijgt volledig te snappen, om alles in je op te nemen. Het gevoel dat er iets aan je ontsnapt terwijl de taak van een kijker juist is om te begrijpen, te bevatten.
Precies dit idee, dat er constant iets is wat je niet kunt vastgrijpen, wat net buiten bereik blijft, is de diepere laag van betekenis waar de film met zijn montages aan bouwt. Want de verbijstering en het tekortschieten weerspiegelen het verlies dat hoort bij de grote veranderingen die China de afgelopen decennia heeft doorgemaakt: de verwondering over alle innovaties die het land heeft gekend en het verdriet om alle offers die daarvoor gebracht werden.