Kick-off Vive le cinéma!

Niet van dat gesomber

Lemohang Jeremiah Mosese, Bodies of Negroes. I Will Sculpture God, Grim and Benevolent (Foto: Studio Hans Wilschut)

Wie een expositie Vive le cinéma! noemt, maakt een statement. Hoe levend is de filmcultuur (nog)? Filmmakers uit de hele wereld geven daar antwoord op in een nieuwe tentoonstelling van Eye en IFFR, met ruimtelijk werk van Jia Zhang-ke, Lucrecia Martel, Nanouk Leopold en Daan Emmen, Lemohang Jeremiah Mosese en Carlos Reygadas. De expositie is pas te bezoeken wanneer Eye weer open mag, maar vanavond vindt wel alvast de online kick-off plaats.

Geen gebrek aan pessimistische geluiden over de cinema. Godard verklaarde de filmauteur al een jaar of tien geleden dood en volgens David Lynch zit er ook in filmtheaters geen leven meer. Voor interessante verhalen moet je volgens hem alleen nog bij streamingplatforms zijn. Misschien geen toeval dat Godard en Lynch oude mannen zijn. Zij lijken in de valkuil te vallen, waarin meer oude filmmakers liggen: omdat de cinema zoals zij die kenden verandert of niet meer bestaat, verklaren zij de hele cinema maar dood.

Het staat buiten kijf dat de afgelopen tien jaar door de concurrentie van streamingplatforms het belang van bioscopen en filmtheaters is afgenomen. Dat is een open deur, waarvan nog onbekend is hoe ver hij uiteindelijk zal open zwaaien. Maar dat wil niet zeggen dat de cinema, in bredere zin de filmcultuur, dood is. De filmcultuur dood verklaren doet denken aan de opvatting die al een halve eeuw te horen is dat de roman dood is. Veel van de mensen die dat beweerden zijn inmiddels dood, maar de roman is nog springlevend.

Toverlantaarns
De expositie Vive le cinéma! is alleen al door de titel een statement tegen dat soort gesomber over de filmcultuur. De tentoonstelling is een samenwerking van Eye Filmmuseum en het IFFR, die er hun beider jubileum mee vieren. Ter gelegenheid van 75 jaar Eye en 50 jaar IFFR vonden de twee instellingen elkaar in hun optimisme over de cinema, waarbij ze dat begrip breed interpreteren. De filmcultuur was immers altijd al meer dan alleen de projectie van bewegende beelden. In de vroege jaren werd er geëxperimenteerd met panorama’s, toverlantaarns, live-orkesten en theatrale omlijstingen. Het maakte film tot een ruimtelijke beleving.

Vive le cinéma! wil recht doen aan de traditie van film als ruimtelijke evenement, maar ook aan de kracht en diversiteit van de wereldcinema. Lucrecia Martel, Nanouk Leopold en Daan Emmen, Lemohang Jeremiah Mosese, Carlos Reygadas en Jia Zhang-ke maakten speciaal voor Vive le cinéma! elk een cinematografische installatie. Als filmmakers en kunstenaars onderzoeken ze hun filmtaal en de mogelijkheden van film buiten de gebaande paden. Hoe dat er concreet uitziet, is nog niet te zeggen, want de expositie is door de pandemie nog niet te zien. Wel is er als voorproefje alvast de kick-off. Daarin zijn vijf korte video-essays te zien over het werk van de exposerende filmmakers. Critici Dana Linssen en Jan Pieter Ekker, tevens producenten van de video-essays en makers van één van de essays, voeren na afloop online-gesprekjes met de makers en Eye-directeur Sandra den Hamer en haar IFFR-collega Vanja Kaludjercic.

Zoals te verwachten verschillen de vijf video-essays, die elk ongeveer tien minuten duren, sterk in inhoud en stijl. De rode draad is de poging om het filmwerk van de deelnemende filmmakers thematisch uit te leggen. Waar gaan hun films over? Wat willen ze ermee zeggen? De vijf essays kort op een rijtje:

1. Our Focus van filmcriticus Kevin B. Lee oogt door de combinatie van citaten van Jia Zhang-ke en fragmenten uit zijn films als een beginselverklaring van de Chinese filmmaker zelf. Zhang-ke vraag zich af of er onder het geweld van de stortvloed aan beelden nog mensen zijn die “zich kunnen vinden in de onthaaste blik van wat de camera laat zien”. Het doel van zijn films is “het werkelijk willen begrijpen van anderen”. Filmmakers moeten trouw zijn aan de feiten én aan zichzelf, stelt Zhang-ke: “Die houding maakt ons vrij en eerlijk en geeft ons zelfvertrouwen.”

2. In The Stuff of Legends: Myth Making in the Ballads of Lemohang Jeremiah Mosese duidt de Amerikaanse filmcriticus en -wetenschapper Cydnii Wilde Harris de films van de in Lesotho geboren Lemohang Jeremiah Mosese als een combinatie van traditie en actuele zeggingskracht. Mosese gebruikt legendes en mythen om iets over onze levens nu te zeggen. Zijn films stellen vragen die van alle tijden zijn: Wat is de zin van mijn leven? Waar hoor ik bij?

3. In Reygadascope, or The Intelligence of These Machines. On the Works of Carlos Reygadas ziet de Argentijnse filmcriticus Lucia Salas in het werk van Carlos Reygadas de onbegrensde mogelijkheden van film. Reygadas trekt zich niets aan van conventies en regels, maar benadert cinema als “iets devoots”. Hij gelooft in cinema als een “heilige aanwezigheid” waarin alles mogelijk is. Zijn werk is een ode aan een cinema die alles vermag. Reygadas staat in de traditie van de door Salas aangehaalde filmtheoreticus en avant-gardefilmmaker Jean Epstein, die zich verbaasde over het wonder van de cinema.

4. In Space Is the Moment – A Video Essay on the Works of Leopold Emmen van Linssen en Ekker speekt het filmmakers/kunstenaarsduo Nanouk Leopold en Daan Emmen over hun drijfveren. Wat hen bindt is een fascinatie voor architectuur, ruimte en cinema, wat leidt tot de behoefte om de tweedimensionale filmpraktijk te doorbreken. Concreet, in de woorden van Leopold, tot een installatie “waar je in kan staan en doorheen kan lopen”, waarin de bezoeker/kijker afhankelijk van waar hij staat zijn eigen film maakt. Leopolds interesse in ruimte verbaast niet, want in bijna al haar films zijn personages in kale, lege ruimtes te zien, wat hun eenzaamheid onderstreept. Fragmenten uit haar films in het essay laten dat nog eens duidelijk zien.

5. In Rites of the Passage in the Cinema of Lucrecia Martel analyseren de Latijns-Amerikaanse cultuurwetenschapper Deborah Martin en de Britse filmwetenschapper en video-essayist Catherine Grant het werk van de Argentijnse Lucrecia Martel. Haar video-installatie hebben ze nog niet kunnen zien, maar wel beelden eruit, zodat zij een relatie tussen Martels films en haar installatie kunnen leggen. Kort bespreken ze drie met filmfragmenten geïllustreerde thema’s en kenmerken in Martels werk: de strijd om land tussen de koloniale indringers en de autochtone ‘indianen’, de indringende filmstijl die de kijker onderdompelt in de vertelling, en de vaak unheimische, spookachtige sfeer rond de koloniale indringers, zodat zij zich nooit op hun gemak voelen. In de woorden van de makers van het essay, die de politieke lading van Martels werk benadrukken: “Martels films en haar installatie Passage creëren een tijdspiraal waarin de geesten van de vroegere uitroeiing en slavernij én de geesten van het huidige geweld en de marginalisering [van de oorspronkelijke bevolking, JvdB] door elkaar heen galmen.”

Wie durft nu nog te zeggen dat de cinema dood is? Vive le cinéma!


Kick off Vive le cinema! is vanaf 5 februari om 21.00 uur t/m 7 februari gratis online te zien.