IFFR 2025: Jia Zhang-ke over Caught by the Tides
'In China renden we op de modernisering af'

Jia Zhang-ke. Foto: X Stream Pictures
Tijdens het maken van films als Still Life en Ash Is Purest White verzamelde Jia Zhang-ke achter de schermen extra beeldmateriaal. Daarvan maakte hij Caught by the Tides, een poëtische weergave van ontwikkelingen in China in de afgelopen twintig jaar. “Het was als samenhang vinden tussen voorbijtrekkende wolken.”
Het oeuvre van Jia Zhang-ke kun je bekijken als een soort tijdcapsule. Door films als Platform (2000), Still Life (2006), Mountains May Depart (2015) en Ash Is Purest White (2018) groeide de cineast uit tot een belangrijk chroniqueur van het moderne China. Als geen ander legt hij vast hoe immense economische, politieke en maatschappelijke verschuivingen doorwerken in de levens van zijn hoofdpersonages.
Zo filmde hij Still Life tegen de achtergrond van de aanleg van de Drieklovendam, een megalomaan infrastructuurproject waarvoor een hele regio geëvacueerd moest worden. Daarin proberen een man en vrouw de draad van hun leven op te pakken in Fengije, een oude stad aan de rivier de Yangtze, terwijl hun omgeving geleidelijk verdwijnt in een rijzend stuwmeer.
De weemoed die hoort bij het vervliegen van de tijd komt steeds opnieuw terug in het werk van de auteur. In recentere mozaïekfilms als Mountains May Depart en Ash Is Purest White laat Jia decennia verstrijken om de overweldigende ontwikkelingen in de Chinese maatschappij nog scherper in beeld te brengen. Ondertussen zien de personages hun eigen verlies weerspiegeld in een samenleving die in sneltreinvaart richting de toekomst gaat en het verleden van zich af probeert te schudden.
In dat opzicht is Caught by the Tides (Feng liu yi dai) de culminatie van Jia’s artistieke missie. Zo’n twintig jaar recente Chinese geschiedenis vloeit door deze film, waarin Jia’s vaste acteur Tao Zhao het land doorkruist, op zoek naar haar verloren geliefde. Plot en verhaal zijn minder belangrijk dan sfeer, textuur en gevoel. Dit is een poëtische en bijna woordeloze reis door het moderne China en misschien wel de puurste expressie van wat Jia met zijn cinema wil zeggen.
Caught by the Tides is het resultaat van een filmexperiment dat hij meer dan twintig jaar geleden begon, toen hij tijdens de opnames van zijn films extra beeldmateriaal begon te verzamelen op een dv-camera. Uit dat gigantische en fragmentarische archief creëerde hij een organisch geheel: een tijdreis door een land dat weigert stil te staan. Het is een van zijn mooiste films geworden, waarin amper wordt gesproken maar veel wordt gezegd over hoe het voelt om meegezogen te worden in maatschappelijke vernieuwingen. Op die manier blikt Jia nogmaals terug – op de ontwikkelingen van zijn land en op de films die hij in de afgelopen decennia daarover maakte.

Je zou Caught by the Tides een archieffilm kunnen noemen, aangezien het uit zoveel oud materiaal bestaat. Kunt u aanwijzen wat het vertrekpunt was voor dit filmepos? “De film is al sinds 2001 in productie. Rond die tijd onderging China gigantische transformaties, waar de meeste mensen ontzettend enthousiast over waren. Een nieuw millennium was net aangebroken en de Chinese samenleving maakte allerlei veranderingen door. Er hing een bijzondere, gespannen en chaotische energie in de lucht. Dat alles viel samen met de doorbraak van dv-cams, die het makkelijker maakten om beeldmateriaal vast te leggen. Ik was gefascineerd door wat er op dat moment in de maatschappij gebeurde en ik wilde die energie in beeld brengen. Mijn werktitel was A Man With a Digital Camera, een hommage aan Dziga Vertovs De man met de camera (1929), en zo wilde ik het ook doen: impressies vastleggen, non-lineair, haast op poëtische wijze. Een narratief was secondair aan het vangen van de sfeer. Ondertussen werkte ik aan mijn andere films. Dit project had geen einddatum, ik bleef gewoon mijn omgeving filmen. Pas bij het aanbreken van de covid-pandemie realiseerde ik me dat het tijd was om het project af te ronden. Tijdens die periode van stilstand kon ik nadenken over hoe dit materiaal een film kon worden.”
Uiteindelijk komt er een vloeiende film uit al dat losse materiaal rollen. Hoe was dat montageproces? “Het was overweldigend om al dat materiaal in een film te gieten. Opeens moest ik een soort narratieve structuur aanbrengen in twintig jaar aan filmbestanden. Het was een beetje als de samenhang vinden tussen voorbijtrekkende wolken. Mijn uitgangspunt was altijd om de kijker mee te nemen op een reis door de recente geschiedenis van het land. Het gaat niet om plot, maar om de subtekst: om het gevoel dat onder de beelden ligt. Ik hoop dat mensen geroerd raken door de film doordat ze kunnen proeven van vervlogen tijden.”
Van dialoog is amper te spreken. Was dat een bewuste keuze? “Absoluut. Voor mij was het een ontroerende ervaring om terug te blikken op al dat materiaal. Elk beeld vangt namelijk iets van de tijdgeest waarin het is opgenomen. Vooral de geluidslaag maakte indruk op me. We nemen geluid zo vaak voor lief. Als je bijvoorbeeld aan de oudheid denkt, zie je bepaalde ruimtes, structuren en ruïnes voor je. Maar wat is het geluid van de oudheid? Ik had het voorrecht om ook het geluid van dit tijdsgewricht vast te leggen. Op die manier wil ik kijkers een zo nauwkeurig mogelijke ervaring geven. Daar hoort bij dat de acteurs vooral moesten vertrouwen op hun gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Met woorden kun je eenvoudig uitdrukken wat je voelt, maar daarmee maak je, om de schilderkunst als metafoor aan te halen, een figuratief in plaats van een abstract schilderij. Door alles concreet te maken versimpel je iets wat bijzonder gedetailleerd en gelaagd is.”
Het voelt alsof de film rouwt om een verdwenen versie van China uit de recente geschiedenis. Hoe kijkt u persoonlijk naar dat verstrijken van de tijd? “Bijna twintig jaar lang wist ik niet echt waar ik heen wilde met deze film. Als je middenin een tijdperk zit, is het moeilijk om aan te wijzen wat er precies om je heen gebeurt. Met het verstrijken van de tijd begin je de historische diepte van het moment te zien. Laat me nog een metafoor gebruiken, die van de hoogspringer. Als je over een hoge lat wil springen heb je een lange aanloop nodig. Dat was China in 2001. Wij renden op de modernisering af, wetende dat meer vrijheid en een beter leven aan de andere kant van de lat op ons wachtten. Eenmaal geland op de mat bevonden we onszelf in de covid-lockdown. Alles stond ineens op pauze. Ik denk dat China nog steeds leert leven met die desillusie. Aan de andere kant moeten we ook hoopvol naar de toekomst blijven kijken. We moeten die aanloop opnieuw nemen om nog een keer een hoge sprong te wagen.”
Caught by the Tides is te zien op IFFR 2025 en draait vanaf 20 februari 2025 in de bioscoop.