Tentoonstelling: Vive le cinéma

Feest buiten de comfortzone

Eye Filmmuseum bestaat 75 jaar, terwijl IFFR vijftig kaarsjes uitblaast. Om dat te vieren, organiseren Eye en IFFR gezamenlijk de tentoonstelling Vive le cinéma! Art & Film. Het doel: de wereldcinema voor het voetlicht brengen én een nieuwe stimulans geven aan de filmkunst.

Als 2020 een rampjaar was voor de cinema, is 2021 het jaar van de feestelijke wederopstanding. Maar voor Eye Filmmuseum en het International Film Festival Rotterdam (IFFR) is het nu hoe dan ook feest. Het filmmuseum blaast dit jaar 75 kaarsjes uit, terwijl het IFFR proost op het gouden jubileum. Om dat te vieren, is de jubileumtentoonstelling Vive le cinéma! – na maanden wachten – eindelijk klaar voor bezichtiging.

Voor de tentoonstelling vroegen Eye-curatoren Jaap Guldemond en Marente Bloemheuvel vijf regisseurs van vijf verschillende continenten werk te maken voor de museale ruimte. Daarbij werd rekening gehouden met drie uitgangspunten, vertelt Bloemheuvel. “We selecteerden per continent één filmmaker omdat we de wereldcinema voor het voetlicht wilden brengen. Daarnaast keken we bewust naar regisseurs van wie we dachten dat het bij hun oeuvre zou aansluiten om iets te maken buíten de filmzaal. Ten slotte hebben we gekeken naar regisseurs die in het verleden al bij Eye of het IFFR-programma betrokken waren, bijvoorbeeld met hun films of masterclasses. We volgen deze vijf regisseurs al heel lang, en kunnen daarom vertrouwen op hun kwaliteiten.’

Contact maken
Voorafgaand aan de tentoonstelling werd aan de makers gevraagd om buiten de voor hen vertrouwde ruimte van de filmzaal te treden met cinematografische installaties waarmee ze de grenzen van hun eigen werk én de filmkunst opzoeken. Heel iets anders dan het maken van een speelfilm, en daar moesten de makers in het begin best even aan wennen.

Bloemheuvel: “Een van de makers die we benaderden, zei: ‘Ik zou echt niet weten wat ik met zo’n opdracht aan zou moeten. Mijn taal is die van de cinema en dat kan voor mij alleen op het witte doek.’ Logisch natuurlijk: de makers treden met de installaties heel erg buiten hun eigen straatje. Er is een groot verschil tussen de meer lineaire structuur van een speelfilm in een bioscoopzaal – waarin mensen blijven zitten – en een multimedia-installatie in een museale ruimte, waarbij bezoekers vrijelijk door de ruimte dwalen en hun eigen tijd en route bepalen.”

Een van de makers die in eerste instantie lichte twijfels had over een nieuwe presentatievorm, was de Mexicaanse cineast Carlos Reygadas, bekend van films als Stellet licht (2007) en Nuestro tiempo (2018). Bloemheuvel: “Carlos zei tegen ons: ‘Ik ben geen beeldend kunstenaar, wat moet ik nu met een ruimte?!’ Maar vrij snel daarna had hij een idee, dat toevallig naadloos bleek aan te sluiten bij de huidige tijdsgeest. Carlos maakt warmbloedige films waarin menselijke relaties centraal staan, en zei jaren geleden al tegen ons dat het hem opviel dat Europeanen helemaal geen contact meer met elkaar maken. En toen moest de coronapandemie nog beginnen! Hij wilde daarom een ruimte creëren die het contact tussen mensen opnieuw tot stand kan brengen. Zijn installatie The Eye Machine is een soort carrousel geworden, waarin tien mensen ronddraaien, en vervolgens een afgezonderd gesprek kunnen aangaan met onbekenden.”

Bij de selectie keken de curatoren vooral naar regisseurs die in hun werk sowieso al bezig zijn zoveel mogelijk zintuigen te prikkelen. Bloemheuvel: “Deze filmmakers staan er niet om bekend dat ze films maken die sterk leunen op een narratief. Hun werk is van nature al abstracter, en daarom lag een vertaling naar een museumruimte al meer voor de hand. Net als in een speelfilm vertel je een bepaald verhaal, of verkondig je een bepaalde boodschap, maar dat gebeurt in de tentoonstelling in nét iets andere vorm. Alle makers zijn aan het experimenteren geslagen, waarbij bijvoorbeeld architectuur en geluid een nog belangrijker rol zijn gaan spelen.”

Geluid van zonsopgang
Die cruciale rol van geluid horen we onder meer terug in 5 Scenes at a Walking Pace, de installatie van Leopold Emmen, het collectief van regisseur Nanouk Leopold (Boven is het stil, 2013; Cobain, 2018) en beeldend kunstenaar Daan Emmen. Bloemheuvel: “Nanouk en Daan wilden het idee van wat cinema is afpellen tot de meest essentiële onderdelen: licht, geluid en ruimte. Daarvoor hebben ze een componist in de arm genomen die een geluidsscore heeft gemaakt met verschillende elementen: van Hitchcock-achtige muziek tot een geluid dat doet denken aan een zonsopgang. In de ruimte begeeft de bezoeker zich tussen speciaal geconstrueerde wanden, die op een intense manier worden aangelicht. Door die combinatie van architectuur, geluid en licht is het alsof je zélf in een soort thriller rondloopt. Je bent als het ware een hoofdpersoon in de film die je in je eigen hoofd aan het maken bent.”

Drugstrip
Een maker wier kunstwerk ook zeer zintuiglijk wordt gemaakt, is de Argentijnse regisseur Lucrecia Martel (onder meer bekend van het betoverende Zama, 2017). Voor haar installatie The Passage werkte Martel onder meer met speciale warmtebeeldcamera’s, waarmee bezoekers de contouren van hun eigen lichaam zien en omringd worden door zogenaamde ‘geestverschijningen’. Daarbij zijn tegelijkertijd talloze stemmen in een vreemde taal te horen.

Een bewuste keuze, vertelt Bloemheuvel: “Martel komt in haar werk vaak op voor de oorspronkelijke volkeren in het noorden van Argentinië, die sinds de kolonisatie stelselmatig worden onderdrukt. Martel wil hun stemmen laten horen, en doet dat in haar installatie met een bijzondere wisselwerking tussen warmtebeelden en geluid. Een van onze bezoekers ervoer het als een soort drugstrip.’

Sociaal-maatschappelijke thema’s zijn ook deel van Close-Up, de installatie van de Chinese regisseur Jia Zhang-ke, wiens werk vaak tussen fictie en documentaire laveert (denk aan films als Platform, 2000 en Still Life, 2006). Bloemheuvel: “De films van Jia zijn vrijwel altijd sociale observaties over het moderne leven in China; ze vormen zijn persoonlijke geschiedschrijving van het land. Daarbij is hij vaak kritisch, bijvoorbeeld als het gaat om industrialisatie en moderne ontwikkelingen, zoals de alomtegenwoordigheid van surveillancecamera’s in het Chinese straatbeeld. In China worden die camera’s het oog in de lucht genoemd. In zijn museumruimte maakt Jia met diverse schermen duidelijk welke gevolgen de aanwezigheid van die camera’s heeft voor het individu en het verantwoordelijkheidsgevoel.”

Die maatschappelijke betrokkenheid en kritische toon zien we ook terug in Bodies of Negroes: I Will Sculpture God, Grim and Benevolent. Deze installatie is verzorgd door de veelbelovende filmmaker Lemohang Jeremiah Mosese uit Lesotho. Mosese imponeerde in 2019 met zijn film This Is Not a Burial, It’s a Resurrection, die later die jaar in Nederland wordt uitgebracht.

Bloemheuvel: “Mosese wil in zijn werk stereotypen over de Afrikaanse cinema aan de kaak stellen. Hij houdt zich bezig met de witte onderdrukking van Afrika, en de representatie van het zwarte lichaam in films. Dat doet hij met allemachtig mooie beelden: zijn installaties zijn een soort bewegende schilderijen die in beeld- en kleurgebruik doen denken aan de klassiekers uit de Renaissance. Op twee grote schermen zien we rituelen die te maken hebben met het einde van het leven versus het nieuwe leven. In zijn beeldinstallaties spelen – net als in zijn films – religieuze thema’s en de afspiegeling van zwarte lichamen een belangrijke rol.”

Onderdompelen
Maar, benadrukt Bloemheuvel, voorkennis van eerder werk van de makers is allesbehalve noodzakelijk. “Je kunt je helemaal onderdompelen in bijzondere ervaringen, en je ter plekke verdiepen in alle werken. Vooraf was het onze sterke wens een nieuwe stimulans te geven aan de filmkunst. De makers zijn op een geweldige manier uit hun comfortzone gestapt om nieuwe werken te ontwikkelen. Eye en IFFR hebben zich altijd hard gemaakt voor filmmakers die zich buiten de gebruikelijke paden begeven. Het jubileumprogramma is in dat opzicht een ideale afspiegeling van die geschiedenis.”


De tentoonstelling Vive le cinema! Art & Film is tot en met 5 september 2021 te zien in Eye Filmmuseum. Aansluitend op de expositie heeft Eye een online omgeving gecreëerd, waar bezoekers onder meer video-essays en achtergronden vinden over de makers Daarnaast is er een filmprogramma waarin meerdere films van de regisseurs worden vertoond