Jia Zhang-ke over 24 City
'Een fabriek demonteren is een langzaam proces'

Jia Zhang-ke
Hoe een geheime vliegtuigfabriek veranderde in een hypermodern appartementencomplex: 24 City is Jia Zhang-ke’s nieuwste verhaal uit een weemoedige reeks over de vervloekingen en zegeningen van de vooruitgang, films die inmiddels even kritisch zijn over China als over de rol van de internationale multinationals daarin.
Na met Still Life en Dong tegelijkertijd een fictiefilm en een documentaire te hebben gedraaid tegen dezelfde achtergrond van de bouw van de Drieklovendam in de Chinese Blauwe Rivier, mengde regisseur Jia-Zhang-ke voor 24 City beide filmvormen door elkaar.
Onverminderd betrokken bij de geschiedenis en het voortdenderende proces van modernisering in zijn land richtte hij nu zijn camera op de teloorgang van een staatsbedrijf, dat moet plaatsmaken voor een modern appartementencomplex. We spraken de regisseur kort na de première van zijn film in Cannes 2008.
"Aanvankelijk wilde ik van 24 City ook een documentaire maken. Ik heb interviews met meer dan honderd arbeiders verzameld. Maar gaandeweg merkte ik dat al deze feitelijke verhalen vooral mijn fantasie prikkelden en besloot ik fictie in de film toe te laten om de werkelijkheid beter te kunnen begrijpen. Geschiedenis bestaat immers ook uit feiten en verbeelding."
En waarom maakte u de keuze om de mannelijke arbeiders hun eigen, echte verhalen te laten vertellen, en zijn de vrouwelijke personages, onder meer gespeeld door actrice Joan Chen, fictief? "Toen ik de fabriek voor het eerst bezocht viel het me op hoe yang, hoe koud, verlaten, mannelijk, deze plaats met al z’n ontmantelde machines was. Zoals je weet werken we in China met het begrippenpaar yin en yang. Tegelijkertijd zag ik veel mooie jonge vrouwengezichten en toen al kwam het idee in me op dat de vrouw een symbool zou kunnen zijn voor het noodlot van de mensheid, voor de overgang tussen het oude en het nieuwe. Door vrouwen van verschillende vroegere generaties op te roepen, kon ik deze verhouding met tijd en geschiedenis illustreren. Misschien ben ik subjectief, maar voor mij kunnen vrouwen het voorbijgaan van de tijd beter laten zien. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat hun schoonheid verwelkt, en dat ze gedurende hun leven meer fysieke veranderingen doormaken, van meisje naar moeder etc. En bovendien wilde ik dat de film door die vrouwelijke aanwezigheid meer in balans zou zijn."
Heeft dat nog iets te maken met de veranderende rol van vrouwen in hedendaags China? "Sinds 1958, toen China na ‘De grote sprong voorwaarts’ het socialistische systeem overnam, is in China ook de vrouwenemancipatie op gang gekomen. Maar dat had vooral te maken met het ‘recht’ om te werken. Wat ik in de film vooral wilde laten zien was dat het socialistische systeem, en deze ‘emancipatie’ voor mannen en vrouwen ook een hoop beperkingen met zich meebracht."
Was dat het oorspronkelijke uitgangspunt voor de film? "Het idee voor 24 City ontstond acht jaar geleden toen China van een planeconomie naar een markteconomie overging. Plotseling ontstond er grote werkeloosheid. Niet iedere arbeider was meer als vanzelfsprekend ergens in dienst. Aanvankelijk wilde ik de film Living Factory noemen. Maar op dat moment wist ik nog niet hoe ik de film esthetisch en artistiek aan moest pakken. Nu was de tijd rijp om de markteconomie met het socialisme te confronteren, wat we ook van die tijd dachten, of we hem nu haatten of niet. Maar nu zien we de gevolgen van beide systemen."
Maar u denkt toch niet echt dat de arbeidersklasse zal verdwijnen? "Nee, het socialisme mag dan wel voorbij zijn, maar er zijn nog steeds grote industrieën, met de bijbehorende klassen, misschien wel meer dan voorheen. En in China ontstaat nu ook een middenklasse die er voorheen niet zo was."
U gebruikt weer veel muziek in de film, en ditmaal ook veel poëzie als structuurelement. "Qua opbouw is deze film tamelijk conceptueel voor mijn doen. De klassieke muziek ondersteunt de zwaardere onderwerpen in het begin en de elektronische muziek representeert de moderne tijd. En ook hou ik erg van dat soort muziek. De poëzie kwam er tijdens de montage bij. Ik was dat aanvankelijk niet van plan, maar toen ik me heel precies met de verhaallijn van de film bezighield, kwamen deze gedichten als vanzelf in mijn herinnering."
Was de fabriek nog steeds in gebruik toen u er draaide? Want er zitten tamelijk droomachtig-vervreemdende scènes in de film van werkende machines in een verlaten ruimte. "Die zijn niet in scène gezet. Een fabriek demonteren is een langzaam proces. Dan wordt de ene afdeling ontruimd, dan de andere. Toen het gebouw aan de ene kant al werd afgebroken, waren andere hallen nog in werking. We hebben er ruim een jaar gedraaid."
Is uw fascinatie voor dat parallelle proces van afbraak en opbouw iets wat u van Still Life en Dong heeft overgehouden? "Dat is mijn reactie op de realiteit van China."
Beweging, verplaatsing, reizen en migratie spelen in al uw films een belangrijke rol. Maar het krijgt iets absurdistisch: in Still Life moest er een hele stad worden verplaatst, in 24 City vertelt een van de vrouwen dat de complete fabriek een keer verhuisd is. "Mijn volgende film zal over een nog veel grotere ‘beweging’ gaan: toen in 1949 de aanhangers van de Kwomintang, de tegenstanders van de communisten, naar Taiwan vluchtten. In die film wil ik de ‘koude oorlog’ tussen China en Taiwan onderzoeken en separatie in etnische zin."
U gaat onverminderd voort met het maken van kritische films. Kunnen ze inmiddels wel in China vertoond worden? "Ik heb een lange weg achter de rug van underground filmmaker tot waar ik nu ben. Maar dat is geen wanhopig proces, want ik geloof in openheid. Sinds ik in 2003 The World maakte is het iets makkelijker geworden. 24 City heeft toestemming gekregen om in China uitgebracht te worden. Maar wat de overheid er echt van vindt, hoor je nooit. Ze zwijgen. Zoals gewoonlijk. Maar de ontwikkelingen op filmgebied, de digitalisering, maken het uitwisselen van films en ideeën gemakkelijker. En dat is alleen nog maar het materiële gedeelte."
We vragen ons vaak af hoe de Chinese overheid op uw films reageert, maar inmiddels zijn ze ook voor de internationale gemeenschap niet meer zo flatteus, aangezien ze de problematiek van de globalisering aankaarten. En dan gaat het ook over onze rol in China. "In eerste instantie weerspiegelen mijn films mijn eigen gevoelens over een bepaalde situatie. Daarna hebben filmmakers en filmkijkers ook bepaalde verantwoordelijkheden met betrekking tot wat zij laten zien en wat zij zien. Ik zou vereerd zijn als deze film ook bij een internationaal publiek tot reflectie en discussie zou leiden. Wij als mensen staan niet los van de maatschappij, we zijn allemaal met en bij elkaar betrokken. Je kunt het individu niet loskoppelen van zijn omgeving."