24 City

Chinese surrealiteit

  • Datum 29-09-2010
  • Auteur Joost Broeren
  • Gerelateerde Films 24 City
  • Regie
    Jia Zhang-ke
    Te zien vanaf
    03-09-2009
    Land
    China
  • Deel dit artikel

Jia Zhang-ke vermengt in 24 City fictie en documentaire voor zijn portret van ‘fabriek 420’, die na vijftig jaar oorlogstuig te hebben geproduceerd nu wordt omgebouwd tot luxe appartementencomplex.

De openingsbeelden van 24 City hebben veel weg van de beginscène van Fritz Langs Metropolis (1927). Alleen heeft de Chinese ‘fabriek 420’ er ruim vijftig jaar trouwe dienst op zitten, en zoeken we hier dus vergeefs naar de blinkende nieuwheid die Langs raderen en hefbomen kenmerkt. De machines van fabriek 420 zijn vettig en groezelig geworden; de smoezelige maar opgewekte werkers gaan een stuk minder strak in het gelid.

Een shot uit die openingssequentie komt later in 24 City terug als een andere verwijzing: wanneer de werkers aan het eind van de dag geluidloos de fabriek verlaten door haar betonnen poorten, zien we er La sortie de l’usine Lumière à Lyon (1895) in terug, een van de filmpjes waarmee de cinema ooit begon. De twee verwijzingen zijn niet alleen de boekeindes voor de werkdag in fabriek 420, waarvan de sluiting en sloop het onderwerp van Jia Zhang-ke’s film is, maar brengen ook de twee filmvormen waar hij op teruggrijpt samen: 24 City is zowel fictie als documentaire. En misschien (zij het nergens zo schaamteloos als de zelfpromotie van de gebroeders Lumière) ook een beetje een reclamefilm — de film werd mede gefinancierd door het bedrijf dat de fabriek sloopt en ombouwt tot luxe appartementencomplex.

Vaandeldraagster
24 City draait om negen als interviews verkapte monologen, soms door echte fabrieksarbeiders en soms door hier meer of minder bekende acteurs als Joan Chen en vaste Jia-actrice Zhao Tao. Grofweg gesorteerd van oud naar jong vertellen zij de geschiedenis van fabriek 420 — het nummer betreft de interne legercodering; in de fabriek werden gevechtsvliegtuigen gemaakt. Het verhaal begint met de oprichting van de fabriek in 1958, en de duizenden arbeiders die van de andere kant van China naar de stad Chengdu werden verscheept.

De jongere sprekers werden in de fabrieksstad geboren en getogen, soms zonder die ooit te verlaten. Het complex van fabriek 420 omvatte zijn eigen scholen en uitgaanscentra — net zoals de nieuwbouw van ’24 City’ dat zal doen. De interviews worden gelardeerd met beelden van de sloop van de fabriek, in Jia’s kenmerkende lang aangehouden shots. Zijn camera is statisch; de wereld die hij in stilte observeert, kent al genoeg gewelddadige beweging van zichzelf.

24 City zit vol met de symboliek van het alledaagse — surrealistische terzijdes waarvan door de mengvorm die de film heeft onduidelijk is of ze ontsproten aan Jia’s geestesoog of de Chinese realiteit. Voormalig arbeidster Hao Dali (Lv Lipeng) was ooit vaandeldraagster op Vrouwendag, en heeft nu nog steeds haar arm in de lucht — maar dan om haar infuus met zich mee te dragen. Op de achtergrond van een interview met de voormalig veiligheidsdirecteur van de fabriek spelen twee jongens badminton op het podium van een verder lege aula. Zo laveert Jia op meesterlijke wijze tussen gevoelens van nostalgie, ongeloof en hoop.