Emma Benestan over Animale

'Een stier ziet geen man of vrouw, maar een ander dier'

Emma Benestan. Foto: Aurélie Lamachère

In Animale legt Emma Benestan een link tussen vrouwelijkheid en dierlijkheid. “Horror is het genre om ecofeminisme te verkennen.”

Nejma (Oulaya Amamra) is een razeteuse, een stierenvechter. Ze stapt de arena in om het van de stieren te winnen. Dan begint ze na een mysterieuze aanval langzaam zelf in een stier te veranderen.

De vrouw als beest. Vorig jaar zagen we haar al in The Substance, waarin Demi Moore transformeert tot een beestachtig wezen zodra ze vijftig wordt, en in Tiger Stripes, waar de eerste menstruatie van een tienermeisje haar in een tijger doet veranderen. In Animale is het beestachtige geen reflectie van hoe de wereld vrouwen ziet, maar een manifestatie van het geweld waardoor zij altijd al omringd was.

Opmerkelijk genoeg kiest Emma Benestan ervoor om haar transformatieverhaal te verpakken als een mysterie. Een keuze die wellicht beter werkt voor kijkers die de conventies van een film als deze niet direct herkennen. Want zodra ik Nejma in de openingsscène zag kijken naar een groep stierenvechters die een stier in bedwang houdt, wist ik waar de film heen zou gaan. Vrouwen weten hoe het is om overmeesterd te worden door een groep mannen, schreef ik in mijn notitieboekje.

Maar niet onze Nejma, de enige vrouwelijke stierenvechter in haar gemeenschap. “Aan het begin,” vertelt Benestan wanneer ik mijn interpretatie deel, “is Nejma nog niet onderdrukt; ze is vooral bang om te falen. Later in het verhaal wordt ze zelf omringd door mannen, net zoals de stier in die openingsscène.” Het is bedoeld als een schok, een onthulling, een manier om empathie voor de stieren te creëren – iets wat natuurlijk alleen werkt als je aanvankelijk geen empathie voor hen voelt.

De naïviteit van dat perspectief kan verklaard worden door de alomtegenwoordigheid van geweld in de Camargue, een regio in het zuiden van Frankrijk waar het stierenvechten diep verankerd is in de cultuur. Voor Nejma is het heel normaal. En wellicht ook voor Benestan zelf, die opgroeide in de buurt van deze regio.

“Toen ik de film ontwikkelde, wilde ik een dwaalspoor creëren”, vertelt Benestan me. “Een mysterie rondom de dieren. Ik wilde dat het publiek de stieren zou vrezen en het gevaar al vroeg zou voelen. Maar naarmate het verhaal zich ontvouwt, wordt duidelijk dat het geweld niet van de dieren komt, maar van de mannen om haar heen. Die verschuiving was essentieel voor de vertelling.”

Animale

Symbool van mannelijkheid
Benestan filmde in de Camargue en werkte met niet-professionele acteurs uit de streek. Essentieel, want acteurs zouden de maniertjes van de inwoners niet kunnen overbrengen, of zouden te bang zijn voor de echte stieren waarmee werd gefilmd. Alleen hoofdrolspeler Amamra kwam niet uit de regio; ze verbleef vier maanden tussen stierenvechters om van hen te leren.

Tegen die tijd had Benestan al twee documentaires in de Camargue gemaakt, waaronder één over een razeteuse. De vrouw die ze volgde, was de eerste vrouwelijke stierenvechter in wat traditioneel een masculiene wereld is. “Ze vertelde me iets fascinerends: wanneer ze de arena in ging, zag de stier haar niet als man of vrouw, maar gewoon als een ander dier. Dat idee werd de kern van de film.”

Benestan liet zich inspireren door de mythe van de Minotaurus. “Ik was nieuwsgierig naar wat het zou betekenen als een gewonde vrouw tegelijk een beest zou zijn. In de mythologie zijn er veel hybride vrouwelijke figuren, zoals slangenvrouwen of paardenvrouwen, maar die worden altijd geërotiseerd. Ik wilde de dierlijkheid van het vrouwelijke onderzoeken zonder haar daarbij te erotiseren. Daarom trok ik een parallel tussen Nejma en een typisch mannelijk symbool als de stier.”

Er zit een sterk ecofeministisch perspectief in de film, stelt Benestan. Nejma ervaart het geweld en de ontmenselijking die vaak gepaard gaan met het behandeld worden als een dier. In een van de scènes zit ze aan tafel, omringd door mannen die vlees eten. Het is indringend gefilmd: het kauwen, het aflikken van lippen, het speeksel, het vlees dat van de vork wordt getrokken, de geluiden van vlees dat wordt vermalen tussen tanden. Het is walgelijk. Maar waar de mannen achteloos hun tanden in het vlees zetten, ontwikkelt Nejma juist een diepere verbondenheid met het dier. Hoe meer ze zich met het dier identificeert, hoe meer ze zich begint te verzetten tegen de wereld van geweld die haar omringt.

Nieuwe horror
Benestan groeide op met Buffy the Vampire Slayer (1997-2003). “Ik denk dat horror zich als genre uitstekend leent voor metaforische verhalen. In de Camargue leven meer dieren dan mensen, en dat voelde bijna buitenaards voor mij. Alsof ik een fantasiewereld binnenstapte. Toen wist ik dat ik dit ecofeministisch perspectief via een genre wilde verkennen.”

Traditioneel is genrecinema, en zeker horror, een door mannen gedomineerd terrein geweest. Vrouwen werden vaak afgebeeld als slachtoffers: gillend, rennend, overgeleverd aan geweld, zoals in de Italiaanse giallo-films of Amerikaanse franchises als Scream, vertelt Benestan. “Maar regisseurs als Julia Ducournau en Coralie Fargeat zijn deze representaties gaan bevragen. Ze gebruiken horror om het vrouwelijke lichaam en de ervaringen die daarbij horen op nieuwe manieren te verkennen.”

Hoe verschilt het vrouwelijke perspectief van dit soort nieuwe horror met de traditionele mannelijke blik in het genre? “In Scream ligt de nadruk vaak op de angst van de vrouw. Ze wordt opgejaagd, bedreigd, gestalkt”, zegt Benestan. “In nieuwere horrorfilms, waaronder de mijne, verschuift de focus naar het verlangen of de eigen wil van de vrouw. Mijn hoofdpersonage wordt bijvoorbeeld niet geërotiseerd. Ze maakt geweld mee, ja, maar ze vecht ook terug. In haar verhaal zit kracht.”

Voor Benestan was het belangrijk dat de kijker hetzelfde perspectief inneemt als Nejma. “Ik wilde dat de kijkers dicht bij haar bleven – fysiek en emotioneel – zodat ze de vervreemding en intensiteit van haar ervaring konden voelen. Ik wilde de kijkers onderdompelen in haar zintuiglijke en lichamelijke reis, in plaats van hen op afstand te houden.”