IFFR 2025: Timoteus Anggawan Kusno
Geestverschijningen uit het koloniale verleden
In de zintuiglijke kortfilms van de Indonesische kunstenaar Timoteus Anggawan Kusno doemt een nieuw, transcendent beeld op van Indonesië in de koloniale tijd.
Het Nederlandse koloniale verleden in Indonesië spookt door het werk van kunstenaar Timoteus Anggawan Kusno (1989), aan wie het filmfestival van Rotterdam dit jaar een focusprogramma wijdt, met kortfilms en de installatie In a Landscape.
Dat verleden, dat zich heeft verzameld in een door Kusno als onbetrouwbaar voorgespiegeld collectief bewustzijn, is vervloekt. In de voice-over van het vorig jaar ook al op IFFR vertoonde Dear Shadow, My Old Friend (2023) wordt het door de tand des tijds vertroebelde, bijkans rooskleurige beeld van de koloniale tijd op treffende wijze omschreven: “We verbergen de wonden, om de zoetheid te kunnen behouden.”
Daarmee doelt Kusno op de gruwelijke erfenis van de suikerplantages: “Terwijl ze verdronken in hun eigen speeksel, dook suiker op als de grote redder. Ze vulden hun wijnkannen en schatkisten met het bloed, zweet en tranen van de boeren.”
In deze film verbindt Kusno voortdurend heden en verleden, evenals beelden uit Nederland en Indonesië. Al in de openingsscène doet hij dat vernuftig, met archiefbeeld van een trein die in Indonesië een tunnel in rijdt, om even later in hedendaags Amsterdam uit te komen. Tussendoor komen close-ups van koloniale monumenten in beeld die, zo is de suggestie, een eenzijdig en ongefundeerd verhaal vertellen. De kolonialen, de beruchte gouverneur-generaals, die in Nederland op sokkels werden gehesen, werden in Indonesië na de onafhankelijkheid van hun voetstuk gesleurd.
Op een gegeven moment gaat het beeld op rood, waarna een Amsterdamse gracht wordt getoond, met een decadente huizenrij die is gebouwd bij de gratie van de gruwelen in de oude koloniën. De voice-over mijmert: “Ik zie deze rare plekken opnieuw in mijn slaap, met geuren die ik niet ken maar namen van straten die me vaag voorkomen…”
In Kusno’s andere kortfilms is de Nederlandse invloed op Indonesië meer impliciet aanwezig. Historische beelden van Indonesië die de kunstenaar in Nederlandse archieven opduikelt om in zijn films te gebruiken, hebben evenwel steevast een koloniale connotatie. Kusno bewerkt deze beelden, geeft ze als het ware een ander bewustzijn, een nieuwe ziel. Op ingenieuze wijze lokt Kusno de kijker vervolgens een droomwereld in.
Zoals in Anatomy of Nostalgia (2024), waarin hij stelt: nostalgie is vals, deze koloniale beelden berusten niet op de waarheid. In die film is een ritueel te zien met geitenbokken, die met elkaar vechten terwijl er heftig wordt geapplaudisseerd. Een geluid dat klinkt als drek, als regendruppels die zijn gemaakt van teer, schalt uit de luidsprekers. Omineuze orgelmuziek, aangevuld met Indonesische percussie, begeleidt beelden van een trein.
Droomstaat
De suggestie in Anatomy of Nostalgia is ogenschijnlijk: in onze dromen manifesteren zich onze grootste vijanden, in de vorm van geestverschijningen. Kusno weet die overgang naar onze droomstaat, van knikkebollen naar diepe slaap, telkens op transcendentale manier te verbeelden.
Het verloop van tijd verandert wezenlijk, zoals in Reversal: Luka dan bisa kubawa berlari (i) (2023), waarin de camera een jonge Indonesiër in een trein volgt, op een spoor dat voorheen leidde naar een suikerplantage. Terwijl hij wegdommelt trekt een prachtig groen landschap aan hem voorbij. In zijn droom wordt hij onderdeel van die natuur. De man ziet een waterval, een merkwaardig apenfiguur, en oude beelden van een suikerfabriek.
Deze bezwerende momenten worden begeleid door dissonante geluidspartijen. Vanuit de trein is te zien hoe uit het woud nevel opstijgt, alsof dat de onheilspellende uitstoot is van de geestverschijningen die daar een ritueel uitvoeren.
Kusno zoekt steeds naar een nieuwe beeldtaal om zijn hernieuwde, geabstraheerde zienswijze op de geschiedenis te etaleren. Zijn films borrelen als kookpotten waarin hij de belangrijke zaken destilleert en herschikt. Telkens reist de Indonesiër via de archieven terug in de tijd om scherper te kijken dan de historici die dit voor hem deden.
Voorouders
In Others, or ‘rust en orde’ (2017) geeft Kusno een nieuwe lading aan een koloniaal ritueel. In sommige Javaanse dorpen werd in het koloniale tijdperk door de koning en het koloniaal bewind op het dorpsplein een gevecht tussen een stier en een als tijger verklede dorpeling georganiseerd. Als de tijger won dan werd hij gelyncht. De slachtoffers waren niet toevalligerwijs dieven en overvallers. Zo’n gebruik was een listige oplossing voor de koloniale machthebbers om de orde te herstellen. In Fever Dream (2025) toont Kusno zo’n gedode tijger in de vorm van een kunstwerk, een soort koperen beeld, gefilmd achter de tralies van een gevangenis.
In de film staat een manfiguur centraal die voor een installatie beelden uit de koloniale tijd gadeslaat. Geestverschijningen en rituelen komen voorbij. Ineens zijn Indonesiërs te zien die zo’n honderd jaar eerder door de jungle liepen. Alsof in onze dromen ons onderbewustzijn vat probeert te krijgen op wie onze voorouders waren. En die voorouders kunnen je vertellen hoezeer de verbeelding van de geschiedenis gekleurd is. Kusno weet die angstwekkende gedachte – en de relatie van Nederland tot de oud-kolonie – in Terra incognita: Luka dan bisa kubawa berlari (ii) (2023) op rake wijze te omschrijven: “Hebben wij elkaar eerder ontmoet? Ik denk dat je dat wel weet. Ben jij de geest in mijn nachtmerrie? Of ben ik dat?”